ECLI:NL:OGEAA:2016:101
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Alimentatiezaak tussen ouders over kinderalimentatie en draagkracht
In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 15 februari 2016, wordt een verzoek tot kinderalimentatie behandeld in de zaak tussen een vrouw, wonende in Peru, en een man, wonende in Aruba. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.S. Gravenstijn, heeft in de procedure verzocht om een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. De man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.A. Ellis-Schipper, heeft verzocht om een hogere bijdrage dan de vrouw bereid was te betalen.
De procedure volgt op een eerdere beschikking van 28 september 2015, waarin de echtscheiding tussen partijen werd uitgesproken. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 oktober 2015 zijn beide partijen verschenen. De vrouw trok haar verzoek om gebruiksvergoeding in, waardoor het gerecht hierover geen beslissing hoefde te nemen. De man verzocht om een bijdrage van Afl. 1.166,- per kind per maand, terwijl de vrouw bereid was Afl. 1.561,33 per maand te betalen.
Het gerecht heeft de behoefte van de minderjarigen vastgesteld op Afl. 1.115,- per kind per maand, en de draagkracht van de man is beoordeeld op basis van zijn netto inkomen van Afl. 3.990,- per maand. Het gerecht concludeert dat de man geen draagkracht heeft om bij te dragen aan de kosten van de kinderen. De vrouw wordt in staat geacht om de vastgestelde bijdrage van Afl. 1.115,- per kind per maand te betalen, met ingang van 1 februari 2016. De proceskosten worden gecompenseerd, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.