ECLI:NL:OGEAA:2016:101

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 februari 2016
Publicatiedatum
17 februari 2016
Zaaknummer
EJ nr. 1369 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Alimentatiezaak tussen ouders over kinderalimentatie en draagkracht

In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 15 februari 2016, wordt een verzoek tot kinderalimentatie behandeld in de zaak tussen een vrouw, wonende in Peru, en een man, wonende in Aruba. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.S. Gravenstijn, heeft in de procedure verzocht om een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. De man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.A. Ellis-Schipper, heeft verzocht om een hogere bijdrage dan de vrouw bereid was te betalen.

De procedure volgt op een eerdere beschikking van 28 september 2015, waarin de echtscheiding tussen partijen werd uitgesproken. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 oktober 2015 zijn beide partijen verschenen. De vrouw trok haar verzoek om gebruiksvergoeding in, waardoor het gerecht hierover geen beslissing hoefde te nemen. De man verzocht om een bijdrage van Afl. 1.166,- per kind per maand, terwijl de vrouw bereid was Afl. 1.561,33 per maand te betalen.

Het gerecht heeft de behoefte van de minderjarigen vastgesteld op Afl. 1.115,- per kind per maand, en de draagkracht van de man is beoordeeld op basis van zijn netto inkomen van Afl. 3.990,- per maand. Het gerecht concludeert dat de man geen draagkracht heeft om bij te dragen aan de kosten van de kinderen. De vrouw wordt in staat geacht om de vastgestelde bijdrage van Afl. 1.115,- per kind per maand te betalen, met ingang van 1 februari 2016. De proceskosten worden gecompenseerd, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Beschikking van 15 februari 2016
behorend bij EJ nr. 1369 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen:
[naam],
wonende in Peru,
VERZOEKSTER, hierna te noemen: de vrouw,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,
tegen:
[naam],
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna te noemen: de man,
gemachtigde: de advocaat mr. M.A. Ellis-Schipper.

1.DE PROCEDURE

De eerdere procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 28 september 2015 waarbij onder meer de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. De verdere procedure blijkt uit de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 26 oktober 2015, waaruit blijkt dat zijn verschenen de vrouw bij haar gemachtigde voornoemd en de man in persoon en bijgestaan door zijn gemachtigde.
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

Gebruiksvergoeding

2.1
Het verzoek ter zake gebruiksvergoeding is tijdens de mondelinge behandeling door de vrouw ingetrokken, zodat het gerecht hierover geen beslissing hoeft te nemen.
Kinderalimentatie
2.2
De man heeft verzocht te bepalen dat de vrouw met een bedrag van Afl. 1.166,= per kind per maand (totaal Afl. 2.332,=) zal bijdragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen. De vrouw is bereid om Afl. 1.561,33 per maand aan kinderalimentatie voor de minderjarigen te voldoen. Bepalend voor de hoogte van de kinderalimentatie is de behoefte van de minderjarigen en de draagkracht van zowel de moeder en de vader.
De behoefte van de minderjarigen
2.3
De vrouw heeft, mede gelet op de overgelegde productie nr. 3, aangevoerd dat de behoefte van de minderjarigen vastgesteld dient te worden op Afl. 1.115,67 per kind per maand (totaal Afl. 2.231,33 per maand). De man heeft deze stelling niet betwist. Gelet op het vorenstaande kan de behoefte van de minderjarigen worden vastgesteld op afgerond Afl. 1.115,- per kind per maand, waaraan de ouders naar draagkracht en evenredigheid dienen bij te dragen.
Het inkomen van de man
2.4
Blijkens de door de man overgelegde salarisslips bedraagt zijn salaris netto gemiddeld afgerond ca Afl. 2.007,- per maand. Tevens ontvangt de man aan huurinkomsten Afl. 1.983,- (met aftrek van de onderhoudskosten ad 10% van de omzet) per maand. Het totaal inkomen van de man bedraagt gemiddeld Afl. 3.990,- netto per maand. Dat de man meer inkomsten zou hebben of kan genereren is niet aannemelijk geworden.
De draagkracht van de man
2.5
Bij de vaststelling van de draagkracht van de man gaat het gerecht er vanuit dat hij een bedrag van minimaal Afl. 1.400,- per maand, exclusief hypotheek, nodig heeft om in zijn eigen bestaan te voorzien. In dit bedrag zitten begrepen de redelijke kosten van elektriciteit, van water, van telefoonaansluiting en van autogebruik. Het gerecht zal verder rekening houden met de posten “hypotheek” ad Afl. 2.812,- per maand en “verzekeringen” ad Afl. 432,15 per maand.
De totale in aanmerking te nemen (noodzakelijke) vaste lasten van de vader bedragen, gelet op het vorenstaande, totaal afgerond Afl. 4.644,= per maand. Uit het vorenstaande volgt dat de vader geen draagkracht heeft om bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen.
De draagkracht van de moeder
2.6
De moeder heeft geen draagkrachtverweer gevoerd.
2.7
Gelet op het vorenstaande acht het gerecht een door de vrouw te betalen bijdrage van Afl. 1.115,= per kind per maand in overeenstemming met de wettelijke maatstaven. De vrouw wordt in staat geacht tot betaling van voornoemde bijdrage in de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarigen, die aan die bijdrage behoefte hebben.
2.8
De proceskosten zullen worden gecompenseerd.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt de bijdrage van de vrouw in de kosten van verzorging en opvoeding van [naam minderjarige zoon], geboren op [geboortedatum] in Aruba, en [naam minderjarige dochter], geboren op [geboortedatum] in Aruba, op Afl. 1.115,- per kind per maand, met ingang van 1 februari 2016,
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela rechter in dit gerecht, ter zitting van maandag 15 februari 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.