ECLI:NL:OGEAA:2015:72

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 mei 2015
Publicatiedatum
8 juni 2015
Zaaknummer
EJ. nr. 44 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking inzake gezag en alimentatie van een minderjarige

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 12 mei 2015 een tussenbeschikking gegeven in een procedure over het gezag en de alimentatie van de minderjarige C, geboren in 2002. De verzoekster, A, heeft op 13 januari 2015 een verzoekschrift ingediend met als doel de vader, B, te ontzetten uit het ouderlijk gezag en hem te veroordelen tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 700,- voor de kosten van levensonderhoud van de minderjarige. De vader is niet verschenen op de zittingen en heeft geen verweerschrift ingediend, waardoor het verzoek van de moeder niet werd betwist.

De feiten van de zaak zijn als volgt: uit het huwelijk van partijen is de minderjarige C geboren. Bij beschikking van 12 december 2011 is de echtscheiding uitgesproken en is bepaald dat beide ouders gezamenlijk belast blijven met het gezag over C. De vader was verplicht om Afl. 250,- per maand bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. De moeder heeft gesteld dat zij geen draagkracht heeft en dat de minderjarige speciale zorg nodig heeft, wat het gerecht heeft meegenomen in zijn beoordeling.

Het gerecht heeft geoordeeld dat de alimentatieverplichting van de vader, gezien het ontbreken van verweer, zal worden toegewezen, met ingang van 1 februari 2015. Daarnaast is het gerecht van mening dat er een onderzoek door de Voogdijraad nodig is met betrekking tot de gezagsvraag. Het verzoek van de moeder inzake het verhuur van een appartement is niet-ontvankelijk verklaard, omdat dit niet bij de EJ-rechter kan worden ingediend. De zaak is verwezen naar de rolzitting voor overlegging van het rapport van de Voogdijraad, en verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

Beschikking van 12 mei 2015
behorend bij EJ. nr. 44 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
TUSSENBESCHIKKING
op het verzoek van:
A,
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER,
procederend in persoon,
tegen
B,
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna: de vader,
procederend in persoon.
Belanghebbende:
C, de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 13 januari 2015;
  • het minderjarigenverhoor op 2 maart 2015;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 3 maart 2015, waaruit blijkt dat zijn verschenen verzoekster in persoon en de vertegenwoordiger van de Voogdijraad. De vader heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 14 april 2015, waaruit blijkt dat zijn verschenen verzoekster in persoon en de vertegenwoordiger van de Voogdijraad. De vader is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, wederom niet verschenen.
De tussenuitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit het huwelijk tussen de partijen is ….. 2002 in Aruba geboren C (hierna: de minderjarige).
2.2
Bij beschikking van dit gerecht d.d. 12 december 2011 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken, is bepaald dat partijen gezamenlijk belast blijven met het gezag over de minderjarige en is bepaald dat de vader een bedrag van Afl. 250,- per maand dient bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot ontzetting van de vader uit het ouderlijk gezag over de minderjarige, de vader te veroordelen tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 700,- als voorziening in de kosten van levensonderhoud van de minderjarige, de vader te bevelen het verhuur van het appartement gelegen te ….. nr. .. op geen enkele manier te belemmeren met oplegging van een boetebepaling van Afl. 1000,- en de vader te veroordelen tot betaling van de kosten van dit geding.

4.DE BEOORDELING

4.1
De vader is wettelijk verplicht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van zijn dochter. De moeder heeft geen overzicht overgelegd inzake de kosten van de minderjarige, doch gezien de minderjarige op Colegio Arubano zit en een speciaal dieet volgt vanwege maagproblemen, acht het gerecht het verzochte alimentatiebedrag niet onredelijk. De moeder heeft onweersproken gesteld dat zij geen draagkracht heeft. De vader heeft geen gebruik gemaakt van de aan hem geboden gelegenheid zich te verweren. Het verzoek om alimentatie zal, gelet op het gestelde en het ontbreken van enig verweer, worden toegewezen, zij het dat de alimentatieverplichting op 1 februari 2015 ingaat, omdat de vader geacht kan worden niet eerder van het verzoek te hebben kennisgenomen.
4.2
Voor het overige acht het gerecht een onderzoek van de Voogdijraad nodig naar de gezagsvraag. De zaak zal naar de rol worden verwezen voor overlegging rapport zijdens de Voogdijraad.
4.3
Omtrent het verzoek van de moeder inzake het verhuur van het appartement gelegen te …. nr. .. is het gerecht van oordeel dat dit geen verzoek is dat de moeder bij de EJ-rechter kan doen. De moeder zal dan ook ten aanzien van dit verzoek niet-ontvankelijk worden verklaard.
4.4
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
veroordeelt B om, met ingang van 1 februari 2015, te betalen een bedrag van Afl. 700,- per maand als voorziening in de kosten van opvoeding en verzorging van C, geboren op …… 2002 in Aruba,
verwijst de zaak naar de rolzitting van
dinsdag, 18 augustus 2015, voor overlegging rapportage zijdens de Voogdijraad,
verklaart A niet-ontvankelijk in haar verzoek inzake het verhuur van het appartement gelegen te ….. nr. ..,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 12 mei 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.