ECLI:NL:OGEAA:2015:588

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 december 2015
Publicatiedatum
5 april 2016
Zaaknummer
352 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen met beroep op noodweer

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, stond de verdachte terecht voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen. De zitting vond plaats op 10 september en 10 december 2015, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. A.A. Ruiz. De officier van justitie, mr. Y. Pronk, eiste een gevangenisstraf van tien dagen en een werkstraf van 150 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de werkstraf niet naar behoren werd uitgevoerd. De tenlastelegging betrof een incident op 12 juni 2014, waarbij de verdachte samen met anderen geweld heeft gepleegd tegen meerdere personen op een openbare plaats in Aruba.

Het gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het gerecht bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De verdachte heeft verklaard dat hij handelde ter verdediging van zijn broer, maar het gerecht oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte opheffen of uitsluiten. Het bewezenverklaarde feit werd gekwalificeerd als openlijk in vereniging geweld plegen, zoals strafbaar gesteld in artikel 2:82, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht.

De rechter oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het tenlastegelegde feit en legde een gevangenisstraf van tien dagen op, alsook een werkstraf van 150 uren. De rechter hield rekening met de ernst van het feit en de impact op de slachtoffers, maar ook met het feit dat de verdachte niet eerder voor een soortgelijk feit was veroordeeld. Het vonnis werd uitgesproken op 28 december 2015.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1967 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
[adres].

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 10 september 2015 en 10 december 2015. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. A.A. Ruiz.
De officier van justitie, mr. Y. Pronk, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van tien dagen, met aftrek van voorarrest en een werkstraf voor de duur van honderd en vijftig (150) uren te vervangen door vijf en zeventig (75) dagen hechtenis indien de verdachte deze werkstraf niet naar behoren verricht
De raadsman heeft het woord ter verdediging gevoerd.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
dat hij of omstreeks 12 juni 2014 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen
op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats en/of in een
voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten (na)bij [watersport 1] en/of [watersport 2],
gevestigd op het strand ter hoogte van het Radisson Aruba Resort, openlijk met verenigde
krachten geweld heeft gepleegd tegen een of meer perso(o)n(en), genaamd [slachtoffer]
en/of [verdachte 1], welk geweld bestond uit het:
- het met tot vuist gebalde hand(en) slaan van die [slachtoffer] en/of [verdachte 1], en/of
- het maken van stekende bewegingen met een schroevendraaier richting die [slachtoffer]
en/of [verdachte 1], en/of
- het schoppen en/of trappen van die [slachtoffer] en/of [verdachte 1];
(artikel 2:82 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht)

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
Bevoegdheid van het gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

B. Bewezenverklaring
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
dat hij
opof omstreeks12 juni 2014 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander
of anderen op of aan de openbare weg en/ofop een voor het publiek toegankelijke plaats en
/ofin een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten (na)bij [watersport 1] en/of [watersport 2], gevestigd op het strand ter hoogte van het Radisson Aruba Resort, openlijk
met verenigde krachtengeweld heeft gepleegd tegen
een ofmeer perso
(o)n
(en
), genaamd [slachtoffer] en
/of[verdachte 1], welk geweld bestond uit het:
- het met tot vuist gebalde hand(en) slaan van die [slachtoffer] en
/of[verdachte 1], en
/of
- het maken van stekende bewegingen met een schroevendraaier richting die [slachtoffer]
en
/of[verdachte 1], en
/of
- het schoppen
en/of trappenvan die [slachtoffer] en
/of[verdachte 1];
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Voor zover in de telastlegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring
cursief weergegevenverbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de wettige bewijsmiddelen zijn vervat. De bewijsmiddelen zullen in geval van hoger beroep in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen
Bewijsoverwegingen

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen,
strafbaar gesteld bij artikel 2:82, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht.
Voor een geslaagd beroep op noodweer moet allereerst worden vastgesteld dat sprake is geweest van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed waartegen verdediging noodzakelijk was.
De verdachte verklaart dat hij heeft gehandeld ter verdediging van zijn broer [broer van verdachte]. Hij rechtvaardigt zijn gedraging als een normale reactie of intuïtie.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

7.Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Oplegging van straf of maatregel

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Het gerecht rekent het verdachte zwaar aan dat hij heeft gekozen voor het onnodig gebruik van geweld als gevolg waarvan slachtoffers [aangever] en [slachtoffer] lichamelijke pijn hebben ervaren. Een delict als het thans bewezenverklaarde veroorzaakt voort grote onrust en gevoelens van onveiligheid in de samenleving, daar het een misdrijf is met een agressief, gewelddadig en openbaar karakter. Des te meer kunnen dergelijke feiten schadelijk zijn voor het imago van Aruba als toeristenbestemming die bekend is als een vrolijk eiland.
Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is op zich geïndiceerd.
Ten voordele van verdachte geldt dat hij nooit eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is mede gegrond op de artikelen 1:13, 1:45, 1:46 en 1:62 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

Het gerecht:
verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde feit zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
TIEN (10) dagen;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit een werkstrafvoor de duur van
honderdenvijftig (150) uren,onder begeleiding en toezicht van de Stichting Reclassering en Jeugdbescherming Aruba, te voltooien binnen
één (1) jaarna het onherroepelijk worden van dit vonnis. Bij het niet naar behoren verrichten van deze taakstraf zal vervangende hechtenis worden toegepast voor de duur van
vijfenzeventig (75) dagen.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. M. Schoemaker en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 28 december 2015, in tegenwoordigheid van de griffier.