In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om de ontvankelijkheid van een beroep tegen een aanslag grondbelasting voor het jaar 2012. De belanghebbende, X NV, had op 27 juli 2012 een aanslag ontvangen en tijdig bezwaar aangetekend. De inspecteur deed op 4 oktober 2014 uitspraak op bezwaar, maar de belanghebbende stelde dat zij deze uitspraak nooit had ontvangen. Het Gerecht oordeelde dat de inspecteur de bewijslast heeft om aan te tonen dat de uitspraak op bezwaar tijdig is verzonden, wat de inspecteur niet kon doen. Hierdoor werd het beroep ontvankelijk verklaard.
Daarnaast was er een geschil over de waarde van de onroerende zaken die door de inspecteur waren getaxeerd. De inspecteur had de waarde van de onroerende zaken gebaseerd op taxatierapporten die door de belanghebbende zelf waren overgelegd. Het Gerecht oordeelde dat de inspecteur de door haar verdedigde waarde aannemelijk had gemaakt en dat de taxatierapporten doorslaggevende betekenis hadden. De belanghebbende kon niet voldoende bewijs leveren dat de taxaties onjuist waren. Uiteindelijk werd de aanslag verminderd tot een belastbare waarde van Afl. 17.900.000, en werd het beroep gegrond verklaard.
De uitspraak werd gedaan op 25 november 2015 door mr. drs. M.M. de Werd, waarbij de inspecteur werd gelast het griffierecht aan de belanghebbende te vergoeden. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, binnen twee maanden na toezending van de uitspraak.