ECLI:NL:OGEAA:2015:530

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
25 november 2015
Publicatiedatum
4 december 2015
Zaaknummer
A.R. no. 2631 van 2013
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van gemeenschapsvermogen en verzoek tot vermeerdering van eis in civiele procedure

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, betreft het een civiele procedure tussen eiseres X en gedaagden Y en de naamloze vennootschap YARCO REAL ESTATE N.V. De procedure is gestart met een verzoek tot verdeling van gemeenschapsvermogen, waarbij X een aantal eisen heeft geformuleerd met betrekking tot onroerend goed en een auto. De zaak heeft een lange voorgeschiedenis, waarbij eerder al een tussenvonnis is gewezen op 5 maart 2014. De rechter die de zaak eerder behandelde, is niet langer werkzaam, waardoor de zaak door de huidige rechter verder wordt behandeld.

X heeft verzocht om de verdeling van onroerend goed in Aruba en heeft een bedrag van Afl. 629.102,73 geëist van Y en/of Yarco. Daarnaast verzoekt X om de afgifte van een Datsun 280ZX en een dwangsom van Afl. 1.000,-- per dag voor het niet nakomen van deze veroordeling. Gedaagden Y en Yarco hebben verweer gevoerd en verzoeken om een verdeling van de gemeenschap op hun wijze, alsook om X te verplichten rekening en verantwoording af te leggen over het beheer van het onroerend goed.

De rechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat partijen nog een antwoordakte moeten nemen en dat er aanleiding is voor een comparitie om te beproeven of een minnelijke regeling mogelijk is. De rechter heeft partijen aangespoord om hun geschil middels mediation op te lossen, om zo een langdurige procedure en hoge proceskosten te vermijden. Indien partijen niet tot een regeling komen, zullen zij op een nader te bepalen rolzitting de gelegenheid krijgen om hun aktes in te dienen.

De rechter heeft ook benadrukt dat partijen in persoon moeten verschijnen en dat de vertegenwoordiger van Yarco bevoegd moet zijn om haar te vertegenwoordigen. Het vonnis is uitgesproken op 25 november 2015, met een oproep voor een verschijning van partijen op 15 januari 2016.

Uitspraak

Vonnis van 25 november 2015
Behorend bij A.R. no. 2631 van 2013
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
X,
wonende in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: X,
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
tegen:

1.Y,

wonende in Aruba,
hierna ook te noemen: Y,
en

2.de naamloze vennootschap YARCO REAL ESTATE N.V.,

gevestigd in Aruba,
hierna ook te noemen: Yarco,
gedaagden,
hierna gezamenlijk ook te noemen: Y c.s.,
gemachtigde: de advocaat mr. R.A. Wix.

1. DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot 5 maart 2014 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
-het proces-verbaal van de ingevolge voormeld vonnis op 17 april 2014 gehouden comparitie van partijen na antwoord;
-de op 8 oktober 2014 door X genomen akte houdende uitlatingen en overlegging van stukken, alsmede houdende een akte tot vermeerdering van eis;
-de eveneens op 8 oktober 2014 door Y c.s. genomen akte houdende uitlatingen;
-de op 3 december 2014 door Y c.s. genomen akte houdende uitlatingen met betrekking tot voormelde akte tot vermeerdering van eis.
1.2
De rechter die tot nu toe deze zaak onder zich had is niet langer werkzaam bij dit Gerecht, vandaar dat de zaak thans door ondergetekende rechter verder zal worden behandeld.
1.3
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.TER ZAKE VAN HET VERZOEK TOT VERMEERDERING VAN EIS

2.1
De door X verzochte vermeerdering van eis wordt niet toegelaten, omdat het in het licht van het in het inleidend verzoekschrift neergelegde - hieronder zakelijk weergegeven - petitum onvoldoende helder en onvoldoende begrijpelijk is waarom het aanvankelijk ten titel van overbedeling verzochte bedrag moet worden vermeerderd met Afl. 6.871,43 met betrekking tot de auto waarvan X de afgifte verzoekt, en die - zo het Gerecht begrijpt - geen tot de te verdelen gemeenschap van partijen behorend goed betreft.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
X verzoekt dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis en kosten rechtens:
a. de verdeling gelast van de in hierna vermelde in Aruba gelegen onroerende goederen;
b. het onroerend goed gelegen in Aruba te [adres] toebedeeld aan Y en/of Yarco, en degene(n) aan wie dat onroerend goed wordt toebedeeld veroordeelt om ten titel van overbedeling te betalen aan X Afl. 629.102,73;
c. gedaagde (niet duidelijk is welke gedaagde) veroordeelt om binnen 5 dagen na de betekening aan hem of haar van dit vonnis de bij partijen genoegzaam bekende Datsun 280ZX af te (doen) geven, en bepaalt dat die gedaagde een dwangsom verschuldigd is aan X van Afl. 1.000,-- per dag of deel daarvan dat hij of zij deze veroordeling niet nakomt;
d. ter zake van het hiervoor onder a. tot en met c. verzochte subsidiair enige andere juist voorkomende beslissing neemt.
3.2
Y c.s. voeren verweer en concluderen tot verdeling van de tussen partijen bestaande gemeenschap op de wijze zoals voorgesteld in hun conclusie van antwoord, en voorts tot afwijzing van het door X verzochte, kosten rechtens. Y c.s. verzoeken daarnaast dat X rekening en verantwoording aflegt ten aanzien van het beheer van het in Aruba te [adres] gelegen onroerend goed.

4.DE BEOORDELING

4.1
Gebleken is dat partijen (in beginsel) nog een antwoordakte dienen te nemen in het licht van de hiervoor vermelde door partijen op 8 oktober 2014 genomen respectieve aktes houdende uitlatingen. Hierover later meer.
4.2
De wijze van procederen van partijen brengt met zich dat het Gerecht vooralsnog door de grote hoeveelheid bomen het bos niet zuiver ziet. In dat verband ziet het Gerecht aanleiding om nogmaals te compareren, meer in het bijzonder ter beproeving van een minnelijke regeling of anders om te beproeven of partijen bereid zijn om hun geschil middels mediation (met inzet van bijvoorbeeld mr. [naam] (voormalig rechter bij dit Gerecht, die soortgelijke complexe kwesties binnen korte tijd tot een goed einde wist te leiden) tot een oplossing te brengen. Indien het één noch het ander mogelijk blijkt te zijn, voorspelt het Gerecht partijen een bijzonder langdurige voortzetting van de zaak, met een niet geringe hoeveelheid aan bewijsopdrachten over en weer. Een niet onaanzienlijk deel van het te verdelen gemeenschapsvermogen zal alsdan verdampen aan proceskosten. Het Gerecht wenst partijen te behoeden voor een dergelijk scenario, en staat een zogeheten “win-win-situatie” voor. Wijs- en redelijkheid zijdens partijen is daartoe dé formule, met bereidheid aan beide kanten om in plaats van het onderste uit de kan te willen halen (zo nodig behoorlijk wat) water bij de wijn te doen. Er valt in dat verband zinvol huiswerk te verrichten voor partijen (en hun gemachtigden).
4.3
Teneinde voormeld bos beter te kunnen zien dienen partijen - zo zij niet in staat blijken om tot een sluitende regeling te komen - ieder voor zich op niet meer dan één bladzijde A-4 op heldere wijze alle volgens hen te verdelen activa en passiva te vermelden, alsmede de beoogde wijze van verdeling daarvan. Ook dienen op diezelfde bladzijde alle uit de gemeenschap voortvloeiende tussen partijen te verrekenen bedragen te worden vermeld. X dient daarnaast op één andere bladzijde A-4 een helder overzicht te geven van (1) de huurpenningen die zij in totaal heeft ontvangen uit hoofde van verhuur van de bij partijen genoegzaam bekende appartementen, (2) wat er volgens haar precies is gebeurd met die huurpenningen en (3) hoeveel onderhoudskosten zij heeft gemaakt ten behoeve van bedoeld onroerend goed. Voorts dient X op diezelfde bladzijde (voor de mogelijke bepaling van een door haar te betalen gebruiksvergoeding) aan te geven hoelang zij precies heeft gewoond in de bij partijen genoegzaam bekende woning. Het Gerecht wijst partijen in dit verband op artikel 18c Rv, welk artikel onder meer bepaalt dat partijen verplicht zijn de voor de beslissing relevante feiten naar waarheid voor te leggen aan het Gerecht. Indien die verplichting wordt geschonden, kan het Gerecht daaraan hem juist voorkomende gevolgtrekkingen verbinden.
4.4
Indien ter comparitie blijkt dat partijen niet tot een regeling kunnen komen en dat zij evenmin bereid zijn om dit geschil middels mediation tot een oplossing te brengen, zullen partijen op een nog nader te bepalen rolzitting in de gelegenheid worden gesteld om alsnog de hiervoor onder 4.1 bedoelde aktes gelijktijdig te nemen, alvorens het Gerecht de waarschijnlijk lange weg zal inslaan om uiteindelijk een voor hem juist voorkomende verdeling vast te stellen.
4.5
Het Gerecht wijst X en Y erop dat zij in persoon en dat Yarco deugdelijk vertegenwoordigd ter zitting moeten verschijnen (desgewenst samen met hun gemachtigden) en dat uit het niet in persoon of niet deugdelijk vertegenwoordigd verschijnen van een partij het Gerecht gevolgtrekkingen kan maken - ook in het nadeel van die partij - die het geraden zal achten.
4.6
De partij die zich ter comparitie op bescheiden wil beroepen, dient die stukken (niet zijnde pleitnota’s, want die worden - óók ter zitting - niet toegelaten)
uiterlijk één weekvóór de comparitie in fotokopie aan zijn wederpartij en aan de griffier van het Gerecht over te leggen. Hetzelfde geldt voor de hiervoor onder 4.3 bedoelde stukken die partijen dienen te produceren.
4.7
De partij die is verhinderd om op de hierna te bepalen datum en tijdstip te verschijnen, dient binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis per brief aan de ondergetekende rechter onder opgave van redenen een verzoek om uitstel voor te leggen. Bij het verzoek om uitstel dienen tevens de verhinderdata te worden opgegeven van alle partijen en hun gemachtigden gedurende de drie maanden na onderstaande dagbepaling. Indien niet binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis om uitstel is verzocht, zal nog slechts uitstel worden verleend in geval van overmacht. In dat geval dient de partij die wegens overmacht is verhinderd te verschijnen, onmiddellijk na het intreden van die overmacht per brief aan de ondergetekende rechter een verzoek om uitstel voor te leggen.
4.8
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
-gelast een verschijning van partijen voor het geven van inlichtingen en/of ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van mr. A.H.M. van de Leur, rechter, op
vrijdag 15 januari 2016 om 14:30 uurin zaal A van het in Aruba te J.G. Emanstraat 51 gelegen gerechtsgebouw;
-bepaalt dat partijen dan in persoon aanwezig moeten zijn en dat Yarco dan vertegenwoordigd aanwezig moet zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen, desgewenst samen met gemachtigden;
-houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 25 november 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.