ECLI:NL:OGEAA:2015:526

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
25 november 2015
Publicatiedatum
4 december 2015
Zaaknummer
A.R. 1200 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot vrijwaring in civiele procedure tussen Alacord Investment A.V.V. en X

In deze zaak, geregistreerd onder A.R. 1200 van 2015, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 25 november 2015 uitspraak gedaan in een incident tot vrijwaring. De eiseres, Alacord Investment A.V.V., gevestigd te Aruba, heeft in de hoofdzaak gevorderd dat gedaagde X wordt veroordeeld om een muurgedeelte af te breken en de kosten daarvan te vergoeden. Alacord stelt dat zij eigenaar is van het perceel waarop de muur is gebouwd, en dat deze muur de bouwwerkzaamheden van Alacord belemmert.

Gedaagde X heeft verzocht om mevrouw Y en het Land Aruba in vrijwaring op te roepen, omdat zij meent dat indien zij in de hoofdzaak wordt veroordeeld, Y en het Land Aruba aansprakelijk zijn voor de schade die zij lijdt. X heeft aangevoerd dat zij het perceel van Y heeft gekocht, maar dat Y niet bevoegd was om het perceel te verkopen, omdat het eerder aan een derde was verkocht. X stelt dat het Kadaster onrechtmatig heeft gehandeld door de tweede leveringsakte te accepteren, wat heeft geleid tot onjuiste informatie in de registers.

Het gerecht heeft geoordeeld dat aan de voorwaarden voor oproeping in vrijwaring is voldaan. Er is geen onredelijke vertraging van het geding te verwachten door de toewijzing van het verzoek. X is in de gelegenheid gesteld om een eis in vrijwaring in te dienen, die samen met de processtukken aan Y en het Land Aruba betekend dient te worden. De beslissing over de proceskosten van dit incident is aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist. De uitspraak is gedaan door mr. M. Schoemaker en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 25 november 2015.

Uitspraak

Vonnis van 25 november 2015
Behorend bij A.R. 1200 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident tot vrijwaring in de zaak van:
de vennootschap
ALACORD INVESTMENT A.V.V.,
gevestigd te Aruba,
eiseres in de hoofdzaak,
hierna ook te noemen: Alacord,
gemachtigden: mr. D.G. Kock,
tegen:
X,
wonende te Aruba,
gedaagde in de hoofdzaak,
hierna ook te noemen: X,
gemachtigde: mr. J.A.R. Bryson,

1.DE PROCEDURE IN HET INCIDENT

1.1
Het verloop van de procedure in het incident blijkt uit:
- de incidentele conclusie van eis tot oproeping in vrijwaring;
- de conclusie van antwoord in het incident tot oproeping in vrijwaring.
1.2
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.HET GESCHIL

2.1
Alacord vordert in de hoofdzaak, samengevat, onder meer dat het gerecht X veroordeelt om op straffe van een dwangsom een muurgedeelte af te breken en weg te halen, althans X te gedogen dat Alacord dit op haar kosten doet en X te veroordelen de kosten daarvan binnen 14 dagen na verwijdering aan Alacord te betalen, met veroordeling van X in de proceskosten.
2.2
Aan die vordering heeft Alacord, voor zover thans van belang, ten grondslag gelegd dat zij eigenaar is van het perceel waarop X een muur heeft gebouwd. De muur belemmert de bouwwerkzaamheden van Alacord.
2.3
X heeft verzocht dat het haar wordt toegestaan om mevrouw Y (hierna: Y) en het Land Aruba in vrijwaring op te roepen. Daartoe heeft zij aangevoerd dat, indien er een verplichting bestaat jegens Alacord om de muur af te breken, Y en het Land veroordeeld dient te worden om schadevergoeding aan X te betalen. Daartoe heeft zij het volgende aangevoerd. X heeft het betreffende stukje grond gekocht van Y, terwijl Y dit stukje grond eerder had verkocht aan een derde. Y was dan ook beschikkingsonbevoegd om het stukje grond aan X te verkopen. Het Land, meer in het bijzonder het Kadaster, heeft onrechtmatig gehandeld jegens Y door de inschrijving van de tweede leveringsakte te accepteren. Het Land heeft onjuiste informatie in de registers opgenomen, waardoor uit de recherche door de notaris niet is gebleken dat het stukje grond al was verkocht aan een derde. Indien X veroordeeld zal worden in de hoofdzaak, lijdt zij schade doordat zij een stuk muur gelegen op het stukje grond weg moet halen waarvoor zij heeft betaald en omdat zij heeft betaald voor een terrein dat gedeeltelijk niet aan haar toebehoort.
2.4
Alacord heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het gerecht ten aanzien van de incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring.

3.DE BEOORDELING

3.1
Voor het inwilligen van een verzoek om de oproeping in vrijwaring van een derde te bevelen als bedoeld in art. 71 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv), is voldoende dat de verzoeker (voldoende) stelt dat de derde krachtens zijn rechtsverhouding tot de verzoeker verplicht is de nadelige gevolgen te dragen die voortvloeien uit een veroordeling van de verzoeker als gedaagde in de hoofdzaak. Aan dit vereiste is voldaan.
3.2
Van toewijzing van het verzoek is geen onredelijke of onnodige vertraging van het geding te verwachten. Niet is gesteld of gebleken dat Alacord door toewijzing van het verzoek in enig ander belang zou worden geschaad.
3.3
X heeft niet geconcretiseerd wat zij in vrijwaring wenst te vorderen. Zij verzoekt dat Y en het Land Aruba zullen worden gedagvaard teneinde op een eis in vrijwaring te antwoorden en voort te procederen. Het gerecht zal X daarom in de gelegenheid stellen om ter rolle alsnog een eis in vrijwaring in te dienen, die samen met de hierna te noemen processtukken aan Y en het Land Aruba betekend dienen te worden.
3.4
De beslissing over de proceskosten van dit incident wordt aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist.

5.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
in het incident:
wijst het verzoek toe;
staat X toe om
Yen
het Land Arubain vrijwaring op te roepen tegen de zitting van
woensdag 10 februari 2016, onder overlegging van het inleidend verzoekschrift in de hoofdzaak, de incidentele conclusie van eis tot oproeping in vrijwaring, dit vonnis in het incident en
de eis in vrijwaring die ter zitting van 13 januari 2016 ingediend dient te worden, ten einde te worden gehoord op eis in vrijwaring;
houdt iedere verdere beslissing aan;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rolzitting van
woensdag 13 januari 2016voor conclusie van antwoord aan de zijde van X;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 25 november 2015 in aanwezigheid van de griffier.