ECLI:NL:OGEAA:2015:525

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
25 november 2015
Publicatiedatum
4 december 2015
Zaaknummer
AR no. 2901 van 2012
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling in civiele procedure tussen eisers en gedaagden

In de zaak met AR no. 2901 van 2012, uitgesproken op 25 november 2015 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben eisers X en Y, vertegenwoordigd door mr. N.S. Gravenstijn, de procedure willen intrekken. Gedaagden, A h.o.d.n. [naam] en B, vertegenwoordigd door mr. E.E. Rosenstand, hebben verzocht om een proceskostenveroordeling. De procedure was al in een vergevorderd stadium, en er was geen minnelijke regeling bereikt tussen partijen. Het gerecht heeft vastgesteld dat gedaagden recht hebben op de verzochte proceskostenvergoeding, gezien de omstandigheden van de zaak. De kosten zijn begroot op Afl. 1.125,00 aan gemachtigdensalaris, waarbij het gerecht heeft besloten om de comparitie van partijen op 21 oktober 2015 niet mee te rekenen in de proceskostenvergoeding. Het vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de rechter mr. M. Schoemaker aanwezig was, samen met de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 25 november 2015
Behorend bij AR no. 2901 van 2012
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:

1.X,

2.
Y,
beiden wonende te Aruba,
eisers,
gemachtigde: mr. N.S. Gravenstijn,
tegen:

1.A h.o.d.n. [naam],

2.
B,
gedaagden,
gemachtigde: mr. E.E. Rosenstand.

1.DE VERDERE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot en met 6 november 2013 blijkt uit het tussenvonnis van die datum. Het vervolg van de procedure blijkt uit:
- de akte uitlating voortprocederen zijdens eisers;
- de processen-verbaal van enquête gehouden op 24 maart 2014, 6 mei 2014 en 19 mei 2014;
- de comparitie van partijen gehouden op 21 oktober 2015.
1.2
Eisers hebben bij faxbrief van hun gemachtigde gedateerd 28 oktober 2015 aan het gerecht bericht de procedure te willen intrekken. Zij wensen de procedure niet langer voort te zetten. Gedaagden hebben om een proceskostenveroordeling verzocht.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Gelet op het stadium waarin de procedure is komen te verkeren alvorens eisers om intrekking hebben verzocht en gelet op het feit dat partijen geen minnelijke regeling hebben bereikt, hebben gedaagden recht op de verzochte proceskostenvergoeding.
2.2
Eisers dienen op grond van het voorgaande veroordeeld te worden in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van gedaagden. Die kosten worden tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.125,00 aan gemachtigdensalaris (4,5 punt bij tarief 2 van het toepasselijke liquidatietarief). Het gerecht ziet termen om, gelet op de reden en de duur van de comparitie van partijen die plaatsvond op 21 oktober 2015, die comparitie van partijen niet te betrekken in de berekening van de proceskostenvergoeding.

3.DE BESLISSING

het gerecht:
veroordeelt eisers in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van gedaagden, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.125,00 aan gemachtigdensalaris.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 25 november 2015 in aanwezigheid van de griffier.