ECLI:NL:OGEAA:2015:523

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 november 2015
Publicatiedatum
4 december 2015
Zaaknummer
EJ. nr. 1996 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot verkoop van een perceel eigendomsgrond ten behoeve van een minderjarige

In deze zaak hebben de ouders X en Y, die optreden als wettelijke vertegenwoordigers van hun minderjarige zoon Z, een verzoek ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba om machtiging te verkrijgen voor de verkoop van een perceel eigendomsgrond dat toebehoort aan hun zoon. Het verzoekschrift is ingediend op 7 september 2015 en de mondelinge behandeling vond plaats op 27 oktober 2015. De ouders willen het perceel verkopen aan hun meerderjarige dochter voor een bedrag van Afl. 35.000,-.

De beoordeling van het verzoek is gebaseerd op de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, die de bescherming van de belangen van de minderjarige waarborgen. Het gerecht heeft vastgesteld dat de verkoop in het belang van de minderjarige noodzakelijk, nuttig of wenselijk is. De ouders hebben aangegeven dat de opbrengst van de verkoop zal worden gebruikt om een ander perceel voor de minderjarige aan te kopen, zodat beide kinderen over eigen grond beschikken.

Het gerecht heeft geen redenen gevonden om de belangen van de minderjarige te schaden en heeft het verzoek ingewilligd. De ouders zijn verplicht om binnen zes maanden na de verkoop een rekening van hun bewind over de goederen van de minderjarige in te dienen bij de griffie. De beschikking is gegeven door rechter N.K. Engelbrecht op 24 november 2015.

Uitspraak

Beschikking van 24 november 2015
behorend bij EJ. nr. 1996 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
X, en
Y,
wonende in Aruba, te [adres],
VERZOEKERS, hierna tezamen te noemen: de ouders,
procederend in persoon.
in hun hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger van:
Z,
geboren op [datum] 2002 in Aruba,
de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 7 september 2015,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 27 oktober 2015 waaruit blijkt dat de ouders in persoon zijn verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.HET VERZOEK

De ouders verzoeken machtiging om het aan de minderjarige toebehorende aandeel in een perceel eigendomsgrond te [plaats] te verkopen aan zijn zus tegen het bedrag van Afl. 35.000,-.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek is gebaseerd op artikel 1:253k, in samenhang met artikel 1:345, eerste lid, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW). De in die bepalingen neergelegde vereiste van rechterlijke machtiging heeft de strekking de belangen van de minderjarige te beschermen. In artikel 1:356 BW is de maatstaf neergelegd aan de hand waarvan het verzoek moet worden beoordeeld: de machtiging moet in het belang van de minderjarige noodzakelijk, nuttig of wenselijk zijn.
3.2
Bij notariële akte van 13 november 2012 is aan de minderjarige en zijn (meerderjarige) zus overgedragen, ieder voor de onverdeelde helft, een perceel eigendomsgrond, groot 584 m2, gelegen te [plaats] in Aruba, kadastraal bekend als Land Aruba [afdeling] [sectie] [nummer] (hierna ook aan te duiden als: het registergoed). Uit het bij het verzoekschrift overgelegde taxatierapport van de taxateur ing. [naam] van 18 augustus 2015, blijkt dat de vrije marktwaarde van het registergoed is getaxeerd op Afl. 70.000,-.
3.3
Ter zitting hebben de ouders te kennen gegeven dat hun meerderjarige dochter op het perceel haar woonhuis wil bouwen, en dat de ouders met de koopsom te zijner tijd een ander perceel voor de minderjarige zullen kopen, zodat hun kinderen ieder over een eigen perceel eigendomsgrond zullen beschikken.
3.4
Gelet op het voorgaande ziet het gerecht geen aanleiding voor het oordeel dat de belangen van de minderjarige zich tegen verlening van de verzochte machtiging verzetten. Voor dat oordeel ziet het gerecht ook overigens geen gronden. Het verzoek kan derhalve worden ingewilligd.
3.5
De ouders dienen binnen zes maanden nadat het registergoed verkocht en geleverd is, op de voet van artikel 1:253K in samenhang met artikel 1:359 BW een rekening van hun bewind over de goederen van de minderjarige in te dienen bij de griffie van dit gerecht. De zaak zal daartoe worden verwezen naar een onder te vermelden rolzitting.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
machtigt de ouders X, geboren op [datum] 1970 in Aruba, en Y, geboren op [datum] 1972 in Aruba, om voor en namens de minderjarige Z, geboren op [datum] 2002 in Aruba, over te gaan tot de verkoop en overdracht van een perceel eigendomsgrond, groot 548 m2, gelegen te [plaats] in Aruba, kadastraal bekend als Land Aruba [afdeling] [sectie] [nummer],
verwijst de zaak naar de rolzitting van dinsdag
22 maart 2016 om 8:30 uur, voor het overleggen van de hierboven in overweging 3.5 bedoelde rekening zijdens de ouders.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 24 november 2015 in aanwezigheid van de griffier.