ECLI:NL:OGEAA:2015:503

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 november 2015
Publicatiedatum
19 november 2015
Zaaknummer
EJ. nr. 1290 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van een buitenlandse akte en de mogelijkheid tot DNA-onderzoek ter vaststelling van vaderschap

In deze zaak heeft verzoeker A, wonende in Aruba, op 16 juni 2015 een verzoekschrift ingediend tot erkenning van een in Colombia opgemaakte geboorteakte van de minderjarige B, geboren op ... 2014. De Ambtenaar van de Burgerlijke Stand (abs) heeft op 9 oktober 2015 geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek. De zaak is behandeld op 13 oktober 2015, waarbij verzoeker in persoon aanwezig was en de abs vertegenwoordigd werd door mr. J. Ponsioen. De rechtbank heeft op 10 november 2015 uitspraak gedaan.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de geboorteakte van B, waarin verzoeker als vader is vermeld, is opgemaakt volgens de Colombiaanse voorschriften. De abs had aanvankelijk geadviseerd om het verzoek af te wijzen, maar kwam hierop terug, omdat de erkenning van de minderjarige door verzoeker blijkt uit zijn handtekening en vingerafdruk op de akte. De abs stelde echter dat de Arubaanse openbare orde in de weg staat aan erkenning, omdat niet is vastgesteld dat verzoeker de biologische vader is of dat er een nauwe persoonlijke band bestaat tussen hem en de minderjarige.

De rechtbank heeft verzoeker in de gelegenheid gesteld om aan te tonen dat hij de biologische vader is, bijvoorbeeld door middel van DNA-onderzoek, of om aan te tonen dat er een nauwe persoonlijke band bestaat. De zaak is verwezen naar een volgende zitting op 8 december 2015, waar verzoeker zijn bewijsvoering kan indienen. De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken op 10 november 2015.

Uitspraak

Beschikking van 10 november 2015
Behorend bij EJ. nr. 1290 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op verzoek van:
A,
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna: de man,
procederend in persoon.
tegen
De Ambtenaar van de Burgerlijke Stand,
in Aruba,
VERWEERDER, hierna: de abs,
vertegenwoordigd door mr. J. Ponsioen.
Belanghebbenden:
B, de minderjarige,
C, de moeder,
beiden zonder bekende woon- of verblijfplaats in Colombia.

1.DE PROCEDURE

Bij verzoekschrift, ingediend op 16 juni 2015, heeft verzoeker gevraagd om erkenning van de in Colombia opgemaakte akte van erkenning van de minderjarige en/of bevestiging dat hij de juridische vader van de minderjarige is.
De abs heeft op 9 oktober 2015, geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.
De zaak is behandeld ter zitting van 13 oktober 2015, alwaar zijn verschenen verzoeker in persoon, en verweerder bij zijn vertegenwoordiger.
Hierna is de uitspraak bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Op de op 3 december 2014 in Colombia opgemaakte geboorteakte, met serienummer 54374376, ten name van B, geboren op … 2014 in Colombia, staat verzoeker als vader/erkenner (
reconocimiento paterno) vermeld, waarbij hij is geïdentificeerd met zijn handtekening en vingerafdruk.
2.2
De minderjarige woont in Colombia bij de moeder.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het primaire verzoek is gebaseerd op artikel 1:26 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW). Ingevolge die bepaling kan een ieder die daarbij een gerechtvaardigd belang heeft, het gerecht verzoeken een verklaring voor recht af te geven dat een op hem betrekking hebbende, buiten Aruba opgemaakte akte overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een register van de burgerlijke stand.
3.2
De man wenst de afgifte van een dergelijke verklaring van recht ten aanzien van de Colombiaanse geboorteakte van zijn dochter. Beoordeeld dient daarom te worden of:
de geboorteakte overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt,
de geboorteakte naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een register van de burgerlijke stand,
de verzoeker een gerechtvaardigd belang heeft bij die verklaring voor recht.
3.3
Dat aan de onder a bedoelde eis is voldaan, staat niet ter discussie, nu de ambtenaar van de burgerlijke stand de akte heeft gezien en daarover geen opmerkingen heeft gemaakt. De abs is ter zitting teruggekomen op zijn advies om afwijzing van het verzoek omdat uit de akte niet blijkt dat een erkenning heeft plaatsgevonden, omdat dit advies berust op een verkeerde lezing van de akte. Dat verzoeker de minderjarige heeft erkend, blijkt immers uit zijn handtekening en vingerafdruk op de geboorteakte. Overigens is er geen indicatie dat de akte niet overeenkomstig de (Colombiaanse) regels is opgemaakt.
3.4
De vraag die dan dient te worden beantwoord is of bedoelde akte naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een register van de burgerlijke stand.
De abs heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat de Arubaanse openbare orde eraan in de weg staat dat de akte inhoudende de erkenning van de minderjarige door verzoeker, alhier wordt erkend, nu niet is vastgesteld dat verzoeker de biologische vader van de minderjarige is, noch dat tussen hem en de minderjarige een nauwe persoonlijke betrekking is ontstaan. Verzoeker heeft ter zitting aangevoerd dat hij regelmatig (persoonlijk) contact heeft met zijn dochter.
3.5
Ingevolge artikel 1:204, lid 1 en sub e BW is een erkenning nietig, indien zij is gedaan na het verstrijken van de wettelijke termijn van aangifte van geboorte van het kind, tenzij aannemelijk is dat de man de biologische vader van het kind is, of dat tussen de man en het kind een nauwe persoonlijke betrekking is ontstaan. Ingevolge artikel 1:19 e, lid 6 BW moet binnen vijf dagen na de geboorte, aangifte daarvan worden gedaan.
3.6
In dit geval zijn de aangifte van geboorte en de erkenning, 42 dagen na de geboorte van de minderjarige gedaan. Dat betekent dat de man aannemelijk zal moeten maken dat hij de biologische vader is van de minderjarige dan wel dat ten tijde van de erkenning tussen hem en de minderjarige een nauwe persoonlijke betrekking bestond. Het gerecht zal hem daartoe in de gelegenheid stellen.
3.7
Biologisch vaderschap kan middels DNA-onderzoek nagenoeg met zekerheid worden bewezen. In het geval de man aannemelijk wil maken dat hij de biologische vader is van de minderjarige zal hij dat moeten doen aan de hand van een DNA-onderzoek verricht bij het laboratorium “Genética Molecular de Colombia”.
In het geval de man via getuigenverhoor aannemelijk wil maken dat ten tijde van de erkenning tussen hem en de minderjarige een nauwe persoonlijke betrekking bestond, zal hij de namen en adressen van de te horen getuigen van te voren kenbaar moeten maken. De zaak zal worden verwezen naar een hieronder te noemen zitting, zodat de man zich bij akte kan uitlaten over hetgeen hij aannemelijk zal maken en de manier waarop hij dat zal doen.
3.8
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.4.DE BESLISSING:

Het gerecht:
stelt A in de gelegenheid om aannemelijk te maken:
- dat hij de biologische vader is van B, geboren op … 2014 in Colombia, uit de vrouw C, dit aan de hand van een DNA-onderzoek verricht bij het laboratorium “Genética Molecular de Colombia”;
dan wel
- dat tussen hem en B ten tijde van de erkenning een nauwe persoonlijke band bestond;
verwijst de zaak naar de zitting van
dinsdag 8 december 2015 om 8.30 uurvoor indiening van de akte uitlating zijdens de man zoals hierboven in overweging 3.7 bedoeld.
Deze beschikking is gegeven door mw. mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en in het openbaar uitgesproken ter zitting van 10 november 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.