Uitspraak
[eiser],
ROMAR TRADING COMPANY N.V.,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft de eiser, een voormalig werknemer van Romar Trading Company N.V., een kort geding aangespannen om het door Romar gelegde beslag op te heffen. De eiser, bijgestaan door zijn advocaat mr. J.A.R. Bryson, betwistte de tegenvordering van Romar, die stelde dat de eiser tijdens zijn dienstverband gelden en goederen had verduisterd. De eiser had zijn arbeidsovereenkomst met Romar beëindigd per 11 mei 2015, met een beëindigingsvergoeding van Afl. 14.269,93. Romar had echter een tegenvordering ingediend ter hoogte van Afl. 20.767,63, wegens vermeende verduistering door de eiser. De rechter heeft op 4 november 2015 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de vordering van de eiser werd afgewezen. De rechter oordeelde dat de eiser onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat het door Romar ingeroepen recht ondeugdelijk was. De rechter benadrukte dat het belang van Romar bij handhaving van het beslag zwaarder woog dan het belang van de eiser bij opheffing van het beslag. De eiser werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Romar werden begroot op Afl. 1.500,00.