ECLI:NL:OGEAA:2015:484

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
3 november 2015
Publicatiedatum
10 november 2015
Zaaknummer
A.R. 337 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot vaststelling arbeidsovereenkomst na pensioen

In deze zaak heeft de rechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 3 november 2015 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van X, die na zijn pensioen een arbeidsovereenkomst met Land Aruba claimde. X was op 4 februari 2014 uit ambtelijke dienst getreden en had verzocht om aansluitend als arbeidscontractant te worden aangesteld. Hij werkte feitelijk tot en met 28 maart 2014, maar Land Aruba betwistte dat er een arbeidsovereenkomst tot stand was gekomen.

De procedure omvatte een verzoekschrift, een conclusie van antwoord en een zitting op 6 oktober 2015. X stelde dat hij recht had op betaling van Afl. 29.735, vermeerderd met wettelijke rente, en dat er een arbeidsovereenkomst was ontstaan na zijn pensioendatum. Land Aruba voerde verweer en vorderde vergoeding van proceskosten.

De rechter oordeelde dat er geen arbeidsovereenkomst tot stand was gekomen. De mededeling van X's directe chef dat op zijn verzoek positief was beslist, gaf geen aanleiding voor X om te vertrouwen op een arbeidsovereenkomst, aangezien de chef geen zeggenschap had over dergelijke beslissingen. Bovendien was de communicatie over het verzoek niet met de juiste autoriteit, de minister van Justitie, gevoerd.

De rechter wees het verzoek van X af en veroordeelde hem in de proceskosten, die aan de zijde van Land Aruba op nihil werden begroot, aangezien Land Aruba zich had laten vertegenwoordigen door een ambtenaar zonder kosten te maken. Deze beschikking werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 3 november 2015.

Uitspraak

Beschikking van 3 november 2015
Behorend bij A.R. 337 van 2015.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
X,
te Aruba,
hierna ook te noemen: X,
gemachtigde: de advocaat mr. M.O. Lopez,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
LAND ARUBA,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Land Aruba,
gemachtigde: de heer A. Lumenier.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord
- de rolbeschikking van 23 september 2015 waarmee de zaak is verwezen naar de E.J.-procedure;
- de behandeling ter zitting van 6 oktober 2015 en de daarvan gemaakte aantekeningen.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
X is op 4 februari 2014 uit ambtelijke dienst van Land Aruba getreden in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.
2.2
Vooruitlopend daarop heeft X aan de minister van Justitie verzocht hem aansluitend voor de duur van twee jaar als arbeidscontractant te werk te stellen.
2.3
X heeft feitelijk gewerkt tot en met 28 maart 2014. Hij is door zijn directe chef na zijn pensioendatum ingeroosterd geweest.

3.HET VERZOEK EN HET VERWEER

3.1
X verzoekt – uitvoerbaar bij voorraad –veroordeling van Land Aruba tot betaling van Afl. 29.735,, te vermeerderen met de wettelijke rente, met veroordeling van Land Aruba tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
X grondt het verzoek erop dat na pensioendatum tussen Land Aruba en hem een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen en hij beschikbaar was om te komen werken.
3.3
Land Aruba voert gemotiveerd verweer dat voor zover voor de beslissing van belang hieronder zal worden besproken en vordert veroordeling van X tot vergoeding van de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1.
X wijst er ter onderbouwing van zijn vordering op dat, nadat hij een verzoek tot te werkstelling als arbeidscontractant had gedaan en lange tijd niets van Land Aruba had vernomen, zijn directe chef hem uiteindelijk vertelde dat op zijn verzoek positief was beslist en hij dan ook werd ingeroosterd om diensten te draaien na zijn pensioen. Hij heeft ook daadwerkelijk gewerkt tot hem dat op 28 maart 2014 opeens verboden werd. Over de maand februari heeft X ook ongeveer het loon ontvangen dat hij normaal gesproken ontving.
4.2.
De vordering zal worden afgewezen. Dat de directe chef aan X zou hebben gezegd, dat op het verzoek van X positief was beslist brengt niet mee, dat dus een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen. De directe chef van X had daarover geen zeggenschap. X heeft niet mogen vertrouwen op mededelingen van zijn directe chef en had ook geen aanleiding dat wel te doen nu hij zijn verzoek (terecht) ook niet aan de desbetreffende chef had gericht maar aan de minister van Justitie. Aan de omstandigheid dat Xs directe chef hem inroosterde om na zijn pensioendatum diensten te draaien kan X om dezelfde reden geen vertrouwen ontlenen.
4.3.
Anders dan X stelt kan ook geen vertrouwen worden ontleend aan de door hem ontvangen salarisstrook. Daarop staat immers duidelijk:
Einde werk 03/02/2014.Bovendien blijkt dat voor een klein bedrag sprake is van
Bezoldiging Ambtenaren. en overigens van
Overwerk 150%.Nergens wordt op de salarisstrook aangegeven dat X loon wordt uitbetaald vanaf 4 februari 2014.
4.4.
Dat uit interne, door Land Aruba ter zitting overgelegde, stukken blijkt dat het (waarnemend) afdelingshoofd van de CEA en de minister van justitie akkoord waren met een aan de pensionering aansluitend dienstverband naar burgerlijk recht, doet er niet aan af dat op advies van het departement personeelszaken de minsterraad op 17 oktober 2014 negatief heeft besloten. Noch het afdelingshoofd noch de minister waren bevoegd om namens Land Aruba met X een arbeidsovereenkomst aan te gaan. De minister heeft overigens ook geen vertrouwen kunnen opwekken omdat deze niet met X heeft gecommuniceerd.
4.5.
Als de in het ongelijk te stellen partij zal X de proceskosten van Land Aruba moeten vergoeden. Land Aruba is evenwel verschenen middels een ambtenaar van haar eigen Dienst Wetgeving en Juridische Zaken zodat hij geen kosten heeft gemaakt.

5.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
wijst het verzoek af;
veroordeelt X in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Land Aruba worden begroot op nihil.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 3 november 2015 in aanwezigheid van de griffier.