ECLI:NL:OGEAA:2015:473

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 oktober 2015
Publicatiedatum
3 november 2015
Zaaknummer
AR nr. 3162 van 2009
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en ontbinding van huurovereenkomsten wegens verzuim in oplevering

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde de naamloze vennootschap MVM HORECA N.V. (eiseres) schadevergoeding van de naamloze vennootschap LANDY CORPORATION N.V. (gedaagde) wegens het niet tijdig ter beschikking stellen van gehuurde ruimten. Eiseres stelde dat zij borgsommen had voldaan en investeringen had gedaan, maar dat gedaagde de ruimte niet op tijd had opgeleverd. Eiseres had de overeenkomsten buitengerechtelijk ontbonden en vorderde terugbetaling van de borgsommen en schadevergoeding, in totaal Afl. 1.183.073,87, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.

Gedaagde voerde verweer en stelde dat eiseres nooit in gebreke was gesteld en dat de gevorderde schadeposten te vaag waren om verweer te kunnen voeren. De rechter beoordeelde de bewijsstukken, waaronder e-mails van eiseres aan gedaagde, en concludeerde dat er geen ondubbelzinnige wilsuiting tot ontbinding van de overeenkomst was. De rechter oordeelde dat de vordering tot terugbetaling van de borg van Afl. 22.180,-- toegewezen werd, maar de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten werden afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.

Het vonnis werd uitgesproken op 28 oktober 2015 door mr. P.A.H. Lemaire, en het werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en tijdige ingebrekestelling in contractuele relaties.

Uitspraak

Vonnis van 28 oktober 2015
Behorend bij AR nr. 3162 van 2009
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
MVM HORECA N.V.,
gevestigd te Aruba,
EISERES,
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
tegen:
de naamloze vennootschap
LANDY CORPORATION N.V.,
gevestigd te Aruba,
GEDAAGDE,
gemachtigde aanvankelijk mr H.G. Figaroa, die thans is gedesisteerd, zonder dat een andere gemachtigde zich heeft gesteld.

1.DE VERDERE PROCEDURE

Voor het eerdere verloop van de procedure wordt verwezen naar het tussenvonnis van 3 februari 2010. De in dat vonnis gelaste comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 26 maart 2010. De zaak werd verwezen naar de parkeerrol en vervolgens naar de gewone rol. Eiseres heeft geconcludeerd voor repliek, tevens houdende vermeerdering van eis. De zaak werd andermaal verwezen naar de parkeerrol en vervolgens naar de gewone rol voor het nemen van een conclusie van dupliek. Deze werd niet genomen en een akte niet-dienen werd verleend.
De datum voor vonnis werd vervolgens vast gesteld op heden.

2.DE VORDERING

2.1
Eiseres stelt dat partijen huurovereenkomsten zijn aangegaan met betrekking tot door gedaagde ter beschikking te stellen ruimten te Palm Beach Plaza. Eiseres stelt daartoe aan gedaagde borgsommen te hebben voldaan en investeringen te hebben gedaan. Gedaagde stelde de ruimte echter niet tijdig ter beschikking. Eiseres heeft vervolgens de overeenkomsten buitengerechtelijk ontbonden. Zij vordert veroordeling van gedaagde tot het terugbetalen van de borgsommen en tot het betalen van schadevergoeding, wegens gemaakte kosten en vergeefse investeringen (waaronder aanschaf keuken en inventaris, design en advies, de architect, de aannemer, personeel, kantooruitgaven). Na vermeerdering van eis vordert eiseres in totaal Afl. 1.183.073,87. Zij vordert veroordeling van gedaagde – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad - tot betaling van dit bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van indiening van het inleidend verzoekschrift, te vermeerderen met Afl. 10.000,-- aan buitengerechtelijke incassokosten, kosten rechtens.
2.2
Gedaagde voert gemotiveerd verweer en concludeert tot afwijzing van het verzoek, kosten rechtens. Zij geeft aan dat het inderdaad klopt dat de te huren ruimten niet tijdig zijn opgeleverd. Zij geeft echter aan dat eiseres daar – blijkens de correspondentie tussen partijen - geen probleem van maakte. Tevens geeft zij aan dat zij nooit in gebreke is gesteld. Zij is door eiseres nooit aangemaand en is daardoor nooit in verzuim gekomen. Wat betreft de schade merkt gedaagde op dat de gevorderde posten zodanig vaag zijn dat zij moeilijk verweer kan voeren. Zij vraagt nadere specificatie.

3.DE BEOORDELING

3.1
Eiseres heeft als productie 4 overgelegd een afdruk van een e-mail waarvan zij onweersproken heeft gesteld dat zij deze op 6 februari 2009 aan gedaagde heeft verzonden. In deze mail staat onder meer het volgende vermeld:
“As you have promised before the delivery date had to be the 14th of February. As there are some construction matters this delivery date is delayed again. You have promised us this morning to be sure that we can have the key of the space at least in the first week of March.”
3.2
Door eiseres is als productie 5 overgelegd een mail van haar aan gedaagde d.d. 20 februari 2009. In deze mail staat onder meer het volgende vermeld:
“We have been (too) optimistic about the Mall project and its delivery dates. Unfortunately we will have to pull back from both contracts as per today.“
3.3
Door eiseres is als productie 5 tevens overgelegd een mail van haar aan gedaagde d.d. 9 maart 2009. In deze mail staat onder meer het volgende vermeld:
“We, however, had to decide to pull back from both contracts. [...] However, at this moment, being so optimistic about delivery dates, it is a too big risk to continue. [...] Do we need to make an appointment to discuss the procedure of pulling back from the contracts?”
3.4
Uit de stellingen van eiseres kan niet worden afgeleid dat gedaagde reeds in verzuim was ten tijde van de mail van 6 februari 2009. Dit is ook anderszins niet gebleken. Uit voorgaande correspondentie blijkt dat de opleverdatum kennelijk enkele keren is verschoven, tot uiteindelijk eind maart. Uit het bericht geciteerd in overweging 3.1 lijkt te volgen dat eiseres oplevering eind maart accepteert. Uit het citaat weergegeven in overweging 3.2 blijkt dat eiseres zich vervolgens bedenkt en zich alsnog wil terugtrekken. Hieruit blijkt evenwel niet ondubbelzinnig van een wilsuiting tot ontbinding van de overeenkomst op basis wanprestatie zijdens gedaagde, nadat gedaagde door eiseres in gebreke was gesteld dan wel na het verstrijken van een fatale termijn. Bovendien wijzen de door eiseres overgelegde brieven d.d. 16 juni 2009 en 4 augustus 2009, waarin zij de wederpartij sommeert haar de borg terug te geven, er op dat zij zich wilde terugtrekken uit de overeenkomst en om die reden haar borg terug wilde. Van ontbinding wegens toerekenbare tekortkoming zijdens gedaagde blijkt daaruit niet.
3.5
Nu tegen teruggave van de borg ad Afl. 22.180,-- geen verweer is gevoerd, zal de vordering in zoverre worden toegewezen.
3.6
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten ad Afl. 10.000,-- zullen worden afgewezen. Dat eiseres meer kosten heeft gemaakt dan het versturen van drie aanmaningsbrieven is gesteld noch gebleken. Deze kunnen het gevorderde niet rechtvaardigen.
3.7
Nu partijen over en weer gedeeltelijk in het ongelijk worden gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd en wel zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht, recht doende,
Veroordeelt gedaagden om aan eiseres te betalen Afl. Afl. 22.180,--, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 september 2009 tot het moment van voldoening.
Compenseert de proceskosten en wel zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.H. Lemaire, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 28 oktober 2015 in aanwezigheid van de griffier.