In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, staat de aftrekbaarheid van managementvergoedingen centraal. De belanghebbende, X AVV, heeft een definitieve aanslag winstbelasting ontvangen van Afl. 52.500 voor het jaar 2008, waarbij de winst op Afl. 187.500 is vastgesteld. De Inspecteur heeft de aftrekbaarheid van de door belanghebbende betaalde managementvergoedingen aan S betwist, verwijzend naar artikel 6, lid 2, letter f van de Landsverordening winstbelasting (LWB). Belanghebbende stelt dat de vergoeding volledig aftrekbaar is, of in ieder geval voor 75% op basis van artikel 6, lid 4 LWB.
Het Gerecht oordeelt dat de managementvergoeding niet volledig aftrekbaar is, omdat artikel 6, lid 2, letter f LWB van toepassing is. De Inspecteur heeft echter geen recht op volledige aftrek van de managementvergoeding, omdat deze niet bij S belast wordt, maar bij F, de uiteindelijke ontvanger. Het Gerecht concludeert dat de managementvergoeding slechts voor 75% aftrekbaar is, omdat deze bij F in de belastingheffing is betrokken. De uitspraak van het Gerecht is gedaan op 1 oktober 2015, waarbij het beroep van belanghebbende gegrond werd verklaard en de aanslag werd verminderd naar nihil. Tevens werd de Inspecteur gelast het griffierecht aan belanghebbende te vergoeden.