ECLI:NL:OGEAA:2015:459
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing van minderjarigen aan de Voogdijraad
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 27 oktober 2015 uitspraak gedaan in een vordering van het Openbaar Ministerie. De vordering betrof de bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing van vier minderjarigen aan de Voogdijraad. De minderjarigen zijn [minderjarige 1] en [minderjarige 2], geboren in Venezuela, [minderjarige 3], geboren in Aruba, en [minderjarige 4], eveneens geboren in Aruba. De moeder van de minderjarigen, [vrouw], heeft het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] en is voogdes van [minderjarige 4]. De vader, [man], heeft geen bekende woon- of verblijfplaats.
De procedure begon met een vordering die op 6 augustus 2015 werd ingediend. De minderjarigen zijn op 28 september 2015 gehoord, en op 29 september 2015 vond een mondelinge behandeling plaats. De officier van justitie, mr. Y. Pronk, en vertegenwoordigers van de Voogdijraad waren aanwezig, maar de vrouw en [man] zijn niet verschenen.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat het Openbaar Ministerie op 29 juli 2015 de minderjarigen aan het gezag van de vrouw heeft onttrokken en voorlopig aan de Voogdijraad heeft toevertrouwd. De rechter heeft geoordeeld dat de bekrachtiging van deze toevertrouwing tijdig is gevorderd en dat de wettelijke gronden voor voorlopige toevertrouwing aannemelijk zijn. De rechter heeft besloten dat het in het belang van de minderjarigen is dat de vrouw voorlopig uit het gezag over hen wordt geschorst.
De beschikking houdt in dat de minderjarigen aan de Voogdijraad worden toevertrouwd en dat de toevertrouwing van [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] van kracht blijft tot 27 juli 2015, terwijl de toevertrouwing van [minderjarige 4] tot 27 april 2015 van kracht blijft. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.