ECLI:NL:OGEAA:2015:459

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 oktober 2015
Publicatiedatum
2 november 2015
Zaaknummer
E.J. nr. 1699 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing van minderjarigen aan de Voogdijraad

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 27 oktober 2015 uitspraak gedaan in een vordering van het Openbaar Ministerie. De vordering betrof de bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing van vier minderjarigen aan de Voogdijraad. De minderjarigen zijn [minderjarige 1] en [minderjarige 2], geboren in Venezuela, [minderjarige 3], geboren in Aruba, en [minderjarige 4], eveneens geboren in Aruba. De moeder van de minderjarigen, [vrouw], heeft het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] en is voogdes van [minderjarige 4]. De vader, [man], heeft geen bekende woon- of verblijfplaats.

De procedure begon met een vordering die op 6 augustus 2015 werd ingediend. De minderjarigen zijn op 28 september 2015 gehoord, en op 29 september 2015 vond een mondelinge behandeling plaats. De officier van justitie, mr. Y. Pronk, en vertegenwoordigers van de Voogdijraad waren aanwezig, maar de vrouw en [man] zijn niet verschenen.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat het Openbaar Ministerie op 29 juli 2015 de minderjarigen aan het gezag van de vrouw heeft onttrokken en voorlopig aan de Voogdijraad heeft toevertrouwd. De rechter heeft geoordeeld dat de bekrachtiging van deze toevertrouwing tijdig is gevorderd en dat de wettelijke gronden voor voorlopige toevertrouwing aannemelijk zijn. De rechter heeft besloten dat het in het belang van de minderjarigen is dat de vrouw voorlopig uit het gezag over hen wordt geschorst.

De beschikking houdt in dat de minderjarigen aan de Voogdijraad worden toevertrouwd en dat de toevertrouwing van [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] van kracht blijft tot 27 juli 2015, terwijl de toevertrouwing van [minderjarige 4] tot 27 april 2015 van kracht blijft. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 27 oktober 2015
behorend bij E.J. nr. 1699 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op vordering van
HET OPENBAAR MINISTERIE,
in Aruba,
vertegenwoordigd door de officier van justitie,
om bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing aan de Voogdijraad
van de minderjarigen:
1. [minderjarige 1]hierna: [minderjarige 1],
geboren op [datum] 2001 in Venezuela,
2. [minderjarige 2]hierna: [minderjarige 2],
geboren op [datum] 2001 in Venezuela,
3. [minderjarige 3]hierna: [minderjarige 3],
geboren op [datum] 2002 in Aruba,
4. [minderjarige 4]hierna: [minderjarige 4],
geboren op [datum] 1999 in Aruba.
van wie de ouders/voogdes is/zijn:
[vrouw], hierna: de vrouw,
wonende in Aruba,
en
[man], hierna: [man],
zonder bekende woon- en/of verblijfplaats.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- de vordering ingediend op 6 augustus 2015,
- het verhoor van de minderjarigen op 28 september 2015,
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 29 september 2015, alwaar zijn verschenen de officier van justitie, mr. Y. Pronk en de vertegenwoordigers van de Voogdijraad, mevrouw A. Emmanuel en mevrouw A. Flanders. De vrouw noch [man] is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, verschenen.
De

2.DE FEITEN

2.1
De vrouw is de moeder van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] en oefent van rechtswege het ouderlijk gezag over hen alleen uit.
[minderjarige 3] is geboren uit het huwelijk tussen de vrouw en [man]. Bij beschikking van dit gerecht van [datum] 2006 (EJ-3220/05) is de echtscheiding tussen de ouders uitgesproken en is bepaald dat het ouderlijk gezag over [minderjarige 3] voortaan alleen aan de vrouw toekomt.
Bij beschikking van dit gerecht van [datum] 2013 (EJ-3073/12) is de vrouw benoemd tot voogdes over [minderjarige 4].
2.2
Op 29 juli 2015 heeft het openbaar ministerie de aan het gezag van de vrouw onttrokken en voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd.

3.DE BEOORDELING

3.1
Op grond van feiten die tot ontzetting of ontheffing van een ouder c.q. de voogdij kunnen leiden, kan het openbaar ministerie, indien het dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, het kind aan het gezag van de ouder(s) c.q. de voogd onttrekken en alsdan voorlopig aan de voogdijraad toevertrouwen. De toevertrouwing vervalt indien het openbaar ministerie niet binnen veertien dagen van de rechter haar bekrachtiging heeft gevorderd.
3.2
De bekrachtiging is tijdig gevorderd, zodat de toevertrouwing nog van kracht is.
3.3
Ingevolge artikel 1:272, lid 3 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) kan de rechter, indien de bekrachtiging tijdig is gevorderd, hetzij de teruggave van het kind aan zijn ouders/voogdes bevelen, hetzij een van de beschikkingen geven, bedoeld in artikel 1:271 BW.
3.4
In dit geval zijn de door de wet aangegeven gronden voor voorlopige toevertrouwing aannemelijk geworden en het is in het belang van de minderjarigen dat de vrouw voorlopig geheel in de uitoefening van het gezag over hen wordt geschorst.
3.5
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
bekrachtigt de voorlopige toevertrouwing aan de Voogdijraad van:
[minderjarige 1], geboren op [datum] 2001 in Venezuela,
[minderjarige 2], geboren op [datum] 2001 in Venezuela,
[minderjarige 3], geboren op [datum] 2002 in Aruba,
[minderjarige 4], geboren op [datum] 1999 in Aruba,
bepaalt dat de minderjarigen toevertrouwd zullen worden aan de Voogdijraad,
bepaalt dat de toevertrouwing van [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] van kracht zal blijven tot 27 juli 2015,
bepaalt dat de toevertrouwing van [minderjarige 4] van kracht zal blijven tot 27 april 2015,
schorst de vrouw, [vrouw], gedurende deze toevertrouwing uit het gezag welke over deze ,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op 27 oktober 2015 door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.