ECLI:NL:OGEAA:2015:431
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige overheidsdaad en schadevergoeding in het kader van ruimtelijke ordening op Aruba
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderden de erven X, vertegenwoordigd door advocaat mr. D. Kock, een verklaring voor recht dat het openbaar lichaam Land Aruba onrechtmatig heeft gehandeld door hun perceel aan te wijzen als groen- en natuurgebied zonder een Ruimtelijk Ontwikkelingsplan Vaststelling (ROPV) te hebben vastgesteld. De erven stelden dat zij deelgenoten zijn in de onverdeelde nalatenschap van wijlen de heer Y en dat het Land hen schade heeft berokkend door het vrije gebruiksrecht van hun perceel te ontnemen, waardoor het perceel onverkoopbaar is geworden. Ze voerden aan dat de waarde van het perceel voor de aanwijzing als natuurgebied op Afl. 4.123.000 was getaxeerd en dat potentiële kopers afhaakten vanwege de aanwijzing.
Het Land, vertegenwoordigd door de heer A. Lumenier, voerde verweer en stelde dat de erven zich tot de bestuursrechter hadden moeten wenden, aangezien er een bestuursrechtelijke weg openstond. Het Land erkende dat het ROP sinds 2007 als beleid wordt gehanteerd, maar betoogde dat de erven in beginsel hun perceel konden verkopen of bebouwen, mits zij voldeden aan de voorwaarden van de Landsverordening Ruimtelijke Ordening (Lro).
De rechter oordeelde dat de erven ontvankelijk waren in hun vordering, maar dat de aanwijzing van het perceel als natuurgebied rechtmatig was, aangezien deze was gebaseerd op de Lro en het algemeen belang diende. De rechter concludeerde dat de erven niet voldoende bewijs hadden geleverd dat zij onevenredige schade leden die niet voor hun rekening diende te blijven. De vorderingen van de erven werden afgewezen, en zij werden veroordeeld in de kosten van de procedure.