ECLI:NL:OGEAA:2015:415
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verlening bouwvergunning voor appartementencomplex
In deze zaak heeft appellante, A., bezwaar gemaakt tegen de verlening van een bouwvergunning aan B. voor het bouwen van een appartementencomplex. De bouwvergunning werd verleend op 31 januari 2014, en appellante heeft op 11 april 2014 pro forma bezwaar gemaakt. De beslissing op bezwaar, die op 18 juli 2014 werd genomen, verklaarde het bezwaar ongegrond, conform het advies van de Bezwaaradviescommissie LAR. Appellante heeft hiertegen op 22 augustus 2014 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba.
De zitting vond plaats op 17 november 2014, waar beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De uitspraak werd gedaan op 12 januari 2015. Appellante betoogde dat de minister bij het verlenen van de bouwvergunning zijn zorgvuldigheidsplicht had geschonden, omdat het gebouw volgens haar een belemmering zou vormen voor lucht, licht en privacy. Tevens stelde zij dat de waarde van haar woning negatief zou worden beïnvloed en dat zij niet was gehoord voordat de bouwvergunning werd verleend.
Het gerecht oordeelde dat appellante tijdig beroep had ingesteld en dat het beroep ontvankelijk was. Het gerecht overwoog dat er geen aanleiding was om de bouwvergunning te weigeren, aangezien niet was gebleken dat de weigeringsgronden, zoals genoemd in de Bouw- en woningverordening (BWV), zich voordeden. De rechter concludeerde dat de bouwvergunning niet in strijd was met de redelijke eisen van welstand en dat appellante geen recht had op ongestoord woninggenot in de zin dat er geen gebouwen van meerdere verdiepingen op naburige percelen mochten worden gebouwd. De rechter verklaarde het beroep van appellante ongegrond.