ECLI:NL:OGEAA:2015:412

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 oktober 2015
Publicatiedatum
16 oktober 2015
Zaaknummer
EJ nr. 1164 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging gezamenlijk gezag na echtscheiding en toekenning eenhoofdig gezag aan de moeder

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 13 oktober 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot beëindiging van het gezamenlijk gezag over een minderjarige na echtscheiding. De verzoekster, de vrouw, heeft verzocht om het gezamenlijk gezag te beëindigen en het eenhoofdig gezag aan haar toe te kennen. De man, de verweerder, heeft zich niet verzet tegen dit verzoek en heeft zelfs aangegeven te vermoeden dat hij niet de biologische vader van de minderjarige is, aangezien hij tijdens de conceptieperiode gedetineerd was.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 29 mei 2015 was ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 september 2015 waren beide partijen aanwezig, bijgestaan door hun advocaten. De Voogdijraad was vertegenwoordigd door mr. M. Ras-Pieternella en mevrouw A. Flanders. De rechter heeft vastgesteld dat er geen beslissing omtrent het ouderlijk gezag was genomen bij de echtscheidingsbeschikking van 10 december 2009, waardoor partijen gezamenlijk belast bleven met het gezag over de minderjarige.

De rechter heeft in zijn beoordeling overwogen dat het in het belang van de minderjarige is dat het gezag voortaan alleen aan de vrouw toekomt. De man had een zelfstandig verzoek ingediend tot gegrondverklaring van de ontkenning van zijn vaderschap, maar de rechter oordeelde dat dit verzoek geen betrekking had op het oorspronkelijke verzoek van de vrouw. Daarom heeft het gerecht besloten om dit verzoek niet in overweging te nemen.

In de beslissing heeft het gerecht bepaald dat het ouderlijk gezag over de minderjarige voortaan alleen aan de moeder zal toekomen, de proceskosten worden gecompenseerd, en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 13 oktober 2015
Behorend bij EJ nr. 1164 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
X,
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna de vrouw,
gemachtigde: de advocaat mr. C.J. Hart,
tegen:
Y,
Wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna de man,
gemachtigde: de advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff
Belanghebbende:
Z, de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift ingediend op 29 mei 2015,
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren op 15 september 2015, waaruit blijkt dat zijn verschenen partijen bijgestaan door hun gemachtigden. Namens de Voogdijraad zijn verschenen mr. M. Ras-Pieternella en mevrouw A. Flanders.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

Partijen zijn op [datum] 2007 met elkaar getrouwd en op [datum] 2010 van elkaar gescheiden. De minderjarige is op [datum] 2009 binnen het huwelijk van partijen geboren. Bij de echtscheidingsbeschikking van dit gerecht van 10 december 2009 is geen beslissing omtrent het ouderlijk gezag over de minderjarige genomen.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek van de vrouw strekt tot beëindiging van het gezamenlijk gezag van partijen en tot het belasten van de vrouw met het eenhoofdig gezag. Ter onderbouwing hiervan heeft zij gesteld dat de man niet de biologische vader van de minderjarige is, en dat hij en de minderjarige nooit in gezinsverband met elkaar hebben gewoond en geen enkele vorm van contact of omgang met elkaar hebben.
3.2
De man heeft zich niet verzet tegen het verzoek van de vrouw. Ter zitting heeft hij aangevoerd dat hij al enkele jaren vermoedt dat hij niet de verwekker van de minderjarige is, daar hij in de conceptieperiode gedetineerd was in de gevangenis (KIA).
3.3
Artikel 1:251 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) bepaalt dat beslissingen omtrent het gezag na echtscheiding door de rechter kunnen worden gegeven bij de echtscheidingsbeschikking of bij latere beschikking. Het vierde lid bepaalt voorts dat zolang een dergelijke beslissing niet is gegeven, het gezag toekomt aan degene die ook tijdens het geding het gezag uitoefende. Nu een beslissing over het gezag over de minderjarige bij de echtscheidingsbeschikking niet is gegeven, zijn partijen na de echtscheiding gezamenlijk belast gebleven met het gezag over de minderjarige.
3.4
Gelet op het verhandelde ter zitting is het gerecht van oordeel dat het in het belang van de minderjarige is dat het gezag over haar voortaan alleen aan de vrouw zal toekomen.
3.5
Ter zitting heeft de man een verweerschrift (door hem pleitnota genoemd) ingediend, tevens inhoudende een zelfstandig verzoek strekkende tot gegrondverklaring van de ontkenning van zijn door het huwelijk ontstane vaderschap. De vrouw heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat dit verzoek te laat is gedaan en dat het geen betrekking heeft op haar verzoek omtrent gezag.
3.6
Ingevolge artikel 429 h van het Wetboek van Burgerlijk Procesrecht van Aruba kan iedere belanghebbende tot de aanvang van de behandeling of, indien de rechter dit toestaat, in de loop van de behandeling een verweerschrift indienen. Het verweerschrift mag een zelfstandig verzoek bevatten, mits dit betrekking heeft op het onderwerp van het oorspronkelijke verzoek. Met de vrouw is het gerecht van oordeel dat het zelfstandig verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap geen betrekking heeft op het onderwerp van het oorspronkelijke verzoek, dat strekt tot wijzigen van het gezag over de minderjarige. Gelet hierop zal het gerecht geen acht slaan op het verzoek van de man.
3.7
Het gerecht ziet in de aard van de procedure aanleiding de proceskosten te compenseren, in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.
4.DE BESLISSING
Het gerecht:
bepaalt dat het ouderlijk gezag over Z, geboren op [datum] 2009 in Aruba, voortaan alleen aan de moeder X zal toekomen,
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt,
wijst af het meer of anders verzochte.
Aldus gegeven op 13 oktober 2015 door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.