ECLI:NL:OGEAA:2015:412
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag na echtscheiding en toekenning eenhoofdig gezag aan de moeder
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 13 oktober 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot beëindiging van het gezamenlijk gezag over een minderjarige na echtscheiding. De verzoekster, de vrouw, heeft verzocht om het gezamenlijk gezag te beëindigen en het eenhoofdig gezag aan haar toe te kennen. De man, de verweerder, heeft zich niet verzet tegen dit verzoek en heeft zelfs aangegeven te vermoeden dat hij niet de biologische vader van de minderjarige is, aangezien hij tijdens de conceptieperiode gedetineerd was.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 29 mei 2015 was ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 september 2015 waren beide partijen aanwezig, bijgestaan door hun advocaten. De Voogdijraad was vertegenwoordigd door mr. M. Ras-Pieternella en mevrouw A. Flanders. De rechter heeft vastgesteld dat er geen beslissing omtrent het ouderlijk gezag was genomen bij de echtscheidingsbeschikking van 10 december 2009, waardoor partijen gezamenlijk belast bleven met het gezag over de minderjarige.
De rechter heeft in zijn beoordeling overwogen dat het in het belang van de minderjarige is dat het gezag voortaan alleen aan de vrouw toekomt. De man had een zelfstandig verzoek ingediend tot gegrondverklaring van de ontkenning van zijn vaderschap, maar de rechter oordeelde dat dit verzoek geen betrekking had op het oorspronkelijke verzoek van de vrouw. Daarom heeft het gerecht besloten om dit verzoek niet in overweging te nemen.
In de beslissing heeft het gerecht bepaald dat het ouderlijk gezag over de minderjarige voortaan alleen aan de moeder zal toekomen, de proceskosten worden gecompenseerd, en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.