In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 13 oktober 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondercuratelestelling van Y, die wegens geestelijke beperkingen niet in staat is zijn wil te bepalen. Het verzoek is ingediend door zijn broer X, die in persoon procedeerde. De procedure omvatte een verhoor van Y op 28 september 2015 in het Bejaardentehuis, en de behandeling ter zitting vond plaats op 15 september 2015, waar zowel de verzoeker als de belanghebbenden aanwezig waren.
De rechter heeft op basis van verklaringen van de verzoeker, andere familieleden, en een schriftelijke verklaring van de behandelend huisarts P.H. van Ool vastgesteld dat Y door zijn geestelijke stoornis niet in staat is zijn belangen behoorlijk waar te nemen. Het verzoek tot ondercuratelestelling is dan ook toegewezen. De benoeming van verzoeker X tot curator is in het belang van Y, en er zijn geen bezwaren tegen deze benoeming aangetroffen.
De rechter heeft bepaald dat de curator binnen acht maanden na de ondercuratelestelling een boedelbeschrijving en een opgave van de aanwezige gelden en spaarbankboekjes moet indienen bij het gerecht. De beschikking is gegeven ter terechtzitting in aanwezigheid van de griffier, en de uitspraak moet binnen 10 dagen na tenuitvoerlegging worden gepubliceerd in de Landscourant van Aruba en de dagbladen “DIARIO” en “BON DIA ARUBA”.