ECLI:NL:OGEAA:2015:388

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 oktober 2015
Publicatiedatum
8 oktober 2015
Zaaknummer
A.R. 2184 van 2012
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toereikende volmacht en curatelestelling in civiele procedure

In deze civiele procedure, aangespannen door Eiser tegen Gedaagde, staat de vraag centraal of Eiser voldoende gemachtigd is om de procedure te voeren. Eiser heeft op 5 november 1999 een lening van Afl. 30.000,00 verstrekt aan Gedaagde, met een overeengekomen rente van 10% per jaar. In mei 2011 vond er een bespreking plaats tussen de gemachtigde van Eiser, de kleindochter van Eiser en Gedaagde, waarbij de lening ter sprake kwam. Eiser vordert dat Gedaagde het geleende bedrag met rente terugbetaalt, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.

Gedaagde voert verweer en stelt dat de gemachtigde van Eiser niet bevoegd is om namens hem op te treden, omdat Eiser in mei 2011 al aan het dementeren was. Gedaagde heeft bovendien een verzoek tot curatelestelling van Eiser ingediend. Het gerecht heeft mr. Kok, de gemachtigde van Eiser, de gelegenheid gegeven om aan te tonen dat zij gemachtigd is om namens Eiser op te treden. Indien zij hierin niet slaagt, kan Eiser niet in rechte worden vertegenwoordigd.

De uitspraak van het gerecht houdt in dat de zaak wordt verwezen naar de rol van 4 november 2015, waar mr. Kok een akte moet indienen om haar volmacht aan te tonen. Gedaagde krijgt de mogelijkheid om hierop te reageren. Het gerecht houdt verdere beslissingen aan totdat de akte is ingediend.

Uitspraak

Vonnis van 7 oktober 2015
Behorend bij A.R. 2184 van 2012
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
Eiser,
wonende te Aruba,
eiser,
hierna te noemen: Eiser,
gemachtigde: mr. E.C.P.M. Kok,
tegen:
Gedaagde,
wonende te Aruba,
gedaagde,
hierna te noemen: Gedaagde,
gemachtigde: mr. M.M. Malmberg.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende processtukken:
- het inleidend verzoekschrift, ingediend op 23 juli 2012,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Gedaagde heeft op 5 november 1999 een bedrag van Afl. 30.000,00 geleend van Eiser. Partijen zijn daarbij een jaarlijkse rente van 10% overeengekomen.
2.2
In mei 2011 heeft er op het kantoor van de gemachtigde van Eiser een bespreking plaatsgevonden tussen die gemachtigde, de kleindochter van Eiser en Gedaagde. Tijdens die bespreking is voornoemde lening ter sprake gekomen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiser vordert, samengevat, dat het gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis Gedaagde veroordeelt om aan Eiser te betalen het bedrag van Afl. 30.000,00, te vermeerderen met 10% rente per jaar vanaf 5 november 2000, althans vanaf datum indiening verzoekschrift, dan wel met de wettelijke rente vanaf datum indiening verzoekschrift en vermeerderd met Afl. 500,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente.
3.2
Gedaagde voert verweer. Hij concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring dan wel afwijzing van de vordering, dan wel de vordering te matigen, met veroordeling van Eiser in de proceskosten.
3.3
Op de stellingen van partijen zal in het hiernavolgende, voor zover nodig, nader worden ingegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Gedaagde voert als verweer onder meer dat de gemachtigde van Eiser, en indirect de kleindochter, niet door Eiser gevolmachtigd is/zijn om namens hem in rechte te verschijnen. Daartoe heeft Gedaagde aangevoerd dat Eiser in mei 2011 al aan het dementeren was. Bij conclusie van repliek is op deze stellingen van Gedaagde niet gereageerd. Gedaagde heeft bij conclusie van dupliek nader gesteld dat inmiddels is verzocht om Eiser onder curatele te stellen en Gedaagde heeft ter onderbouwing daarvan een rol van dit gerecht overgelegd, waaruit blijkt dat er inderdaad een verzoek om curatelestelling is ingediend. Volgens Gedaagde is de procedure niet aangespannen door Eiser maar door zijn familieleden die zich ten koste van Gedaagde willen verrijken.
4.2
Gelet op het door Gedaagde gevoerde verweer, zal mr. Kok aan dienen te tonen dat zij gemachtigd was om namens Eiser het onderhavige verzoekschrift in te dienen en voorts dat zij door Eiser, althans diens mogelijke curator, gemachtigd is om deze procedure voort te zetten. Het gerecht zal mr. Kok in de gelegenheid stellen om bij akte een volmacht en/of andere stukken te overleggen, waaruit het bestaan van een toereikende volmacht blijkt. Indien mr. Kok het bestaan van een toereikende volmacht niet zal kunnen aantonen, zal het er rechtens voor gehouden moeten worden dat dat mr. Kok van stond aan niet over een toereikende volmacht beschikte om namens Eiser in rechte op te treden en zal Eiser alsnog geacht moeten worden in rechte niet te zijn verschenen. Het gerecht zal de zaak naar de rol verwijzen voor akte zijdens mr. Kok. Indien mr. Kok van die gelegenheid gebruik maakt, zal Gedaagde bij antwoordakte in de gelegenheid gesteld worden om te reageren op die akte.
4.3
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.DE UITSPRAAK

Het gerecht:
verwijst de zaak naar de rol van 4 november 2015 voor het indienen van een akte zoals hiervoor bedoeld door mr. Kok, waarna Gedaagde ter rolle een antwoordakte zal kunnen indienen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 7 oktober 2015 in aanwezigheid van de griffier.