ECLI:NL:OGEAA:2015:379

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 september 2015
Publicatiedatum
5 oktober 2015
Zaaknummer
EJ nr. 1344 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontheffing van het ouderlijk gezag van de moeder en benoeming van een voogdes over de minderjarige

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 29 september 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontheffing van de moeder uit het ouderlijk gezag over haar minderjarige kind. De Voogdijraad heeft het verzoek ingediend, waarbij de voorgestelde voogdes is benoemd. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 22 juni 2015 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 1 september 2015 waren de verzoeker en de voorgestelde voogdes aanwezig, terwijl de moeder niet verscheen, ondanks een behoorlijke oproeping.

De feiten van de zaak tonen aan dat de minderjarige, geboren in 2006, niet erkend is door de moeder, die van rechtswege het ouderlijk gezag uitoefent. De minderjarige is sinds januari 2014 bij de voorgestelde voogdes gaan wonen. Eerdere beschikkingen van het gerecht hebben de minderjarige onder toezicht gesteld, maar de moeder heeft aangegeven niet in staat te zijn om voor de minderjarige te zorgen. In een rapport van de gezinsvoogdes werd geconcludeerd dat de moeder ongeschikt en onmachtig is om haar zorgplicht te vervullen.

Het gerecht heeft geoordeeld dat, gezien de omstandigheden en de langdurige ondertoezichtstelling, er gegronde vrees bestaat dat de minderjarige in gevaar is door de ongeschiktheid van de moeder. Daarom is besloten om de moeder uit het ouderlijk gezag te ontheffen en de voorgestelde voogdes tot voogdes te benoemen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 29 september 2015
Behorend bij EJ nr. 1344 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
Belanghebbenden:
[moeder],de moeder,
[minderjarige],de minderjarige,
[voorgestelde voogdes],de voorgestelde voogdes.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 22 juni 2015;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 1 september 2015, waaruit blijkt dat zijn verschenen de verzoeker bij mevrouw A. Flanders en de voorgestelde voogdes in persoon. Namens Fundacion Guia Mi is verschenen mevrouw M. Tromp-van der Biezen en namens Centro Famia di Criansa is verschenen mevrouw N. Tromp. De moeder heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit de moeder is op [datum] 2006 in Aruba geboren [minderjarige] (hierna: de minderjarige). De minderjarige is niet erkend. De moeder oefent van rechtswege het ouderlijk gezag over de minderjarige alleen uit.
2.2
Bij beschikkingen van dit gerecht van 28 augustus 2012 (EJ2529/12), 22 oktober 2013 (EJ-1750/13) en 25 november 2014 (EJ-1910/14) is de minderjarige telkens voor de duur van één jaar en als laatste voor de duur van negen maanden onder toezicht gesteld.
2.3
De minderjarige woont sinds januari 2014 bij de voorgestelde voogdes.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot ontheffing van de moeder uit het ouderlijk gezag over de minderjarige met benoeming van [voorgestelde voogdes] tot voogdes.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:266 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA) kan de rechter - op verzoek van de Voogdijraad - een ouder van het gezag over een of meer van zijn kinderen ontheffen, op grond dat hij ongeschikt of onmachtig is zijn plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen, mits het belang van het kind zich daar niet tegen verzet. Een ontheffing kan niet worden uitgesproken indien de ouder zich daartegen verzet, tenzij één van de uitzonderingen genoemd in artikel 1:268 lid 2 BWA, zich voordoet.
4.2
In het rapport van 8 juni 2015 concludeert en adviseert de gezinsvoogdes het volgende:
De moeder heeft wisselende partners en is afhankelijk van financiële steun. De moeder houdt bij de keuzes die zij maakt geen rekening met de belangen van de minderjarige. De moeder heeft aangegeven niet voor de minderjarige te kunnen zorgen. Zij is het eens met het verzoek. Aangezien de resultaten aantonen dat de moeder ongeschikt en onmachtig is, wordt geadviseerd haar te ontheffen en de voorgestelde voogdes te benoemen als voogd. De voorgestelde voogdes is daartoe bereid.
4.3
Niet kan worden aangenomen dat de moeder, nu zij niet ter terechtzitting is verschenen, zich niet tegen de ontheffing verzet. Het gerecht is echter van oordeel dat na de ondertoezichtstelling van meer dan twee jaar, gegronde vrees bestaat dat deze maatregel door de ongeschiktheid van de moeder om haar plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen, onvoldoende is om de minderjarige voor zedelijke of lichamelijke ondergang te behoeden
.Het gerecht acht het in het belang van de minderjarige dat de ontheffing wordt uitgesproken.
4.4
In het gezag over de minderjarige dient dan te worden voorzien. De voorgestelde voogdes is bereid de voogdij over de minderjarige te aanvaarden. Nu overigens niet is gebleken van bezwaren hiertegen, zal het gerecht het verzoek van de Voogdijraad om genoemde persoon tot voogdes te benoemen, toewijzen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
ontheft de moeder [moeder] uit het ouderlijk gezag over [de minderjarige], geboren op [datum] 2006 in Aruba,
benoemt [voorgestelde voogdes] tot voogdes over de minderjarige,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op 29 september 2015 door de rechter mr. N.K. Engelbrecht in tegenwoordigheid van de griffier.