Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.HET VERZOEK
3.DE BEOORDELING
4.DE BESLISSING
dinsdag, 8 december 2015 om 8.30 uur, voor overlegging boedelbeschrijving zijdens curator.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Op 29 september 2015 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondercuratelestelling van [verweerder], geboren op [datum] 1919 in Guyana. Het verzoek tot ondercuratelestelling werd ingediend door zijn zoon, [verzoeker], die werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. D.G. Kock. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 11 mei 2015 werd ingediend. Tijdens de behandeling op 18 augustus 2015 waren de verzoeker, zijn gemachtigde en de belanghebbenden aanwezig. Op 2 september 2015 vond een voortzetting van de behandeling plaats, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door mr. E.M.J. Cafarzuza.
Het verzoek was gebaseerd op de stelling dat [verweerder] wegens een geestelijke stoornis niet in staat was om zijn belangen behoorlijk waar te nemen. Dit werd ondersteund door verklaringen van de verzoeker, andere familieleden en een schriftelijke verklaring van de behandelend geneesheer, dr. [dokter]. Het gerecht concludeerde dat het verzoek tot ondercuratelestelling toewijsbaar was, aangezien [verweerder] geen bezwaar had gemaakt tegen de benoeming van zijn zoon als curator.
De rechter heeft bepaald dat de curator binnen acht maanden een boedelbeschrijving en een opgave van de aanwezige gelden en spaarbankboekjes moet indienen bij het gerecht. De uitspraak werd gepubliceerd in de Landscourant van Aruba en in de dagbladen “DIARIO” en “BON DIA ARUBA”. De zaak werd verwezen naar de rol voor overlegging van de boedelbeschrijving door de curator.