ECLI:NL:OGEAA:2015:377

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 september 2015
Publicatiedatum
5 oktober 2015
Zaaknummer
EJ nr. 960 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onder curatelestelling van een persoon met geestelijke stoornis

Op 29 september 2015 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondercuratelestelling van [verweerder], geboren op [datum] 1919 in Guyana. Het verzoek tot ondercuratelestelling werd ingediend door zijn zoon, [verzoeker], die werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. D.G. Kock. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 11 mei 2015 werd ingediend. Tijdens de behandeling op 18 augustus 2015 waren de verzoeker, zijn gemachtigde en de belanghebbenden aanwezig. Op 2 september 2015 vond een voortzetting van de behandeling plaats, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door mr. E.M.J. Cafarzuza.

Het verzoek was gebaseerd op de stelling dat [verweerder] wegens een geestelijke stoornis niet in staat was om zijn belangen behoorlijk waar te nemen. Dit werd ondersteund door verklaringen van de verzoeker, andere familieleden en een schriftelijke verklaring van de behandelend geneesheer, dr. [dokter]. Het gerecht concludeerde dat het verzoek tot ondercuratelestelling toewijsbaar was, aangezien [verweerder] geen bezwaar had gemaakt tegen de benoeming van zijn zoon als curator.

De rechter heeft bepaald dat de curator binnen acht maanden een boedelbeschrijving en een opgave van de aanwezige gelden en spaarbankboekjes moet indienen bij het gerecht. De uitspraak werd gepubliceerd in de Landscourant van Aruba en in de dagbladen “DIARIO” en “BON DIA ARUBA”. De zaak werd verwezen naar de rol voor overlegging van de boedelbeschrijving door de curator.

Uitspraak

Beschikking van 29 september 2015
behorend bij EJ nr. 960 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
om ondercuratelestelling van zijn vader:
[verweerder],
wonende in Aruba, te [adres],
GEREKESTREERDE, hierna te noemen [verweerder].
Belanghebbenden:
[belanghebbende 1], de schoondochter van [verweerder],
[belanghebbende 2],de kleindochter van [verweerder],
[belanghebbende 3],de kleindochter van [verweerder],
[belanghebbende 4],de kleinzoon van [verweerder].

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 11 mei 2015.
- de griffiersaantekeningen van de behandeling van 18 augustus 2015, waaruit blijkt dat zijn verschenen de verzoeker bijgestaan door zijn gemachtigde en de belanghebbenden in persoon;
- de griffiersaantekeningen van de voortzetting van de behandeling te [adres] van 2 september 2015, waaruit blijkt dat aanwezig waren de verzoeker bijgestaan door mr. E.M.J. Cafarzuza occuperende voor mr. D.G. Kock en [verweerder] in persoon.
De uitspraak is

2.HET VERZOEK

Het verzoek strekt ertoe dat [verweerder] onder curatele wordt gesteld met benoeming van verzoeker tot curat. Daartoe wordt aangevoerd dat [verweerder] wegens een geestelijke stoornis, al dan niet met tussenpozen, niet in staat is of bemoeilijkt wordt om zijn belangen behoorlijk waar te nemen.

3.DE BEOORDELING

3.1
Uit de verklaringen van de verzoeker, de andere familieleden en de schriftelijke verklaring d.d. 4 mei 2015 van de behandelend geneesheer, dr. [dokter], en de ondervraging van [verweerder] is gebleken dat hij wegens een geestelijke stoornis niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen. Het verzoek tot ondercuratelestelling is dan ook voor toewijzing vatbaar.
3.2 [
Verweerder] heeft met zoveel woorden te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen benoeming van zijn zoon tot zijn curator. Deze benoeming strookt ook naar het oordeel van het gerecht het meest met de belangen van de gerekestreerde. Nu voor het overige niet van bezwaren daartegen is gebleken, zal het gerecht dienovereenkomstig beslissen.
3.3
De curator dient ingevolge artikel 386 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) juncto artikel 338 BW binnen acht maanden een boedelbeschrijving en een opgave van de bij het begin van de ondercuratelestelling aanwezige gelden en spaarbankboekjes in te dienen bij het gerecht. In de boedelbeschrijving is begrepen opgave van de wijzigingen in de samenstelling van het vermogen tot het ogenblik dat zij wordt opgemaakt. De zaak zal daartoe naar de rol worden verwezen.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt [verweerder], geboren op [datum] 1919 in Guyana, onder curatele,
benoemt over de onder curatele gestelde tot curator zijn zoon, [verzoeker], wonende in Aruba,
bepaalt dat deze uitspraak vanwege de curator binnen 10 dagen nadat deze ten uitvoer kan worden gelegd, wordt geplaatst in de Landscourant van Aruba, alsmede in de dagbladen “DIARIO” en “BON DIA ARUBA”,
verwijst de zaak naar de rol van
dinsdag, 8 december 2015 om 8.30 uur, voor overlegging boedelbeschrijving zijdens curator.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van dinsdag 29 september 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.