ECLI:NL:OGEAA:2015:370
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van voorlopige toevertrouwing aan de Voogdijraad van een minderjarige
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 29 september 2015 een beschikking gegeven op vordering van het Openbaar Ministerie. De vordering betrof de bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing van een minderjarige aan de Voogdijraad. De minderjarige, geboren in 2012, was niet erkend en de moeder oefende het ouderlijk gezag alleen uit. Op 19 juni 2015 had het Openbaar Ministerie het gezag van de moeder ontnomen en de minderjarige voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd. De moeder was niet verschenen op de zitting, ondanks een behoorlijke oproeping.
De rechter heeft vastgesteld dat de bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing tijdig was gevorderd, waardoor deze nog van kracht is. Op basis van artikel 1:272, lid 3 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba kan de rechter, indien de bekrachtiging tijdig is gevorderd, besluiten tot teruggave van het kind aan de ouders of andere beschikkingen geven. In dit geval zijn de wettelijke gronden voor voorlopige toevertrouwing aannemelijk gemaakt, en is het in het belang van de minderjarige dat de moeder gedurende het onderzoek uit het gezag wordt geschorst.
De beslissing van de rechter houdt in dat de voorlopige toevertrouwing aan de Voogdijraad wordt bekrachtigd, de moeder wordt geschorst uit het gezag over de minderjarige, en dat deze toevertrouwing van kracht blijft tot 1 maart 2016. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.