ECLI:NL:OGEAA:2015:308
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Schorsing van bestuurlijke boete opgelegd door de Centrale Bank van Aruba aan [X] N.V.
Op 14 september 2015 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak tussen de naamloze vennootschap [X] N.V. (verzoekster) en de Centrale Bank van Aruba (verweerder). De zaak betreft een verzoek tot schorsing van een bestuurlijke boete van Afl. 250.000,- die aan verzoekster was opgelegd wegens overtreding van artikel 7, lid 2 van de Landsverordening toezicht kredietwezen. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen deze beschikking en verzocht om schorsing totdat er onherroepelijk op het bezwaar was beslist. De voorzieningenrechter heeft de zaak op 24 augustus 2015 mondeling behandeld, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.
De voorzieningenrechter overwoog dat voor honorering van het verzoek vereist is dat er een aanmerkelijke kans bestaat dat de bestreden beschikking in bezwaar niet in stand zal blijven. Tevens moet de uitvoering van de beschikking voor verzoekster een onevenredig nadeel met zich brengen. De rechter concludeerde dat de belangen van verzoekster, gezien het aanmerkelijke financiële belang en de gevolgen voor de bedrijfsvoering, zwaarder wegen dan de belangen van verweerder bij het innen van de boete. Daarom werd de bestreden beschikking geschorst, en werd de teruggave van het griffierecht gelast. De rechter wees het meer of anders verzochte af.
Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging in gevallen van bestuurlijke boetes, vooral wanneer deze aanzienlijke financiële gevolgen voor de betrokken onderneming kunnen hebben. De uitspraak is een belangrijke bevestiging van de rechtsbescherming van ondernemingen tegen mogelijk onredelijke of disproportionele maatregelen van toezichthouders.