ECLI:NL:OGEAA:2015:289
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Nietig ontslag en loondoorbetaling in arbeidsrelatie tussen werknemer en gesubsidieerde instelling
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, verzocht de werknemer A om een beschikking die FMAA, zijn werkgever, zou bevelen hem binnen twee dagen na betekening van de beschikking toe te laten tot zijn werk. A was op 15 februari 2013 in dienst getreden bij FMAA als 1e medewerker verslavingszorg, met een bruto maandloon van Afl. 4.730,00. FMAA had de arbeidsovereenkomst opgezegd per 31 juli 2014, maar trok deze op 11 juni 2014 in. Op 23 juli 2014 werd de arbeidsovereenkomst opnieuw opgezegd, ditmaal met de mededeling dat FMAA geen subsidie meer ontving van het Land. A stelde de nietigheid van het ontslag in en vroeg om doorbetaling van zijn loon vanaf 1 augustus 2014.
De rechter oordeelde dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst nietig was, omdat FMAA niet beschikte over een ontslagvergunning zoals vereist door de Landsverordening Beëindiging Arbeidsovereenkomsten. De rechter concludeerde dat het dienstverband tussen A en FMAA onverminderd in stand bleef, maar oordeelde dat de gevorderde tewerkstelling niet toewijsbaar was. Dit kwam doordat A niet had aangetoond dat hij voorrang had moeten krijgen op andere werknemers voor ontslag, en omdat FMAA inmiddels haar organisatie had moeten inrichten na de beëindiging van de subsidie.
De rechter kende A wel een loondoorbetaling toe voor de periode van augustus 2014 tot en met maart 2015, vermeerderd met wettelijke en vertragingsrente, en veroordeelde FMAA in de kosten van de procedure. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte werd afgewezen.