ECLI:NL:OGEAA:2015:28
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Benoeming van voogdij over minderjarige A
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 12 mei 2015 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot benoeming van een voogd voor de minderjarige A. Het verzoek is ingediend door de Voogdijraad, die optreedt als verzoeker. De minderjarige A is geboren op 28 november 2014 uit de minderjarige moeder B, die op haar beurt geboren is in april 1999 in Aruba. De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 20 februari 2015 is ingediend.
De feiten van de zaak tonen aan dat de moeder, gezien haar minderjarigheid, onbevoegd is om het ouderlijk gezag uit te oefenen. Dit heeft geleid tot de noodzaak om in het gezag over de minderjarige A te voorzien. De Voogdijraad heeft C voorgesteld als voogd, en deze heeft zich bereid verklaard om de voogdij op zich te nemen. Het gerecht heeft vastgesteld dat er geen bezwaren zijn tegen deze benoeming.
In de beoordeling van het verzoek heeft het gerecht geconcludeerd dat het in het belang van de minderjarige A is dat er een voogd wordt benoemd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend. De beschikking is gegeven door mr. H. Mol, rechter bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, in aanwezigheid van de griffier.