ECLI:NL:OGEAA:2015:272

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
26 augustus 2015
Publicatiedatum
9 september 2015
Zaaknummer
A.R. 299 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op geluidsoverlast door verhuur van woning voor feesten

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben eisers, wonende te Aruba, een vordering ingediend tegen hun overburen, gedaagden, wegens geluidsoverlast. Eisers stellen dat gedaagden hun woning regelmatig verhuren voor luidruchtige nachtelijke feesten, wat hen onrechtmatige geluidsoverlast bezorgt. Ze verzoeken de rechter om gedaagden te verbieden om tijdens bepaalde uren meer dan 40 dBA geluid te produceren, gemeten aan de gevel van hun woning, en vragen om een dwangsom bij overtreding van dit verbod.

Gedaagden ontkennen de beschuldigingen en stellen dat de door eisers genoemde incidenten slechts uitzonderingen zijn. Ze voeren aan dat er geen sprake is van een patroon van geluidsoverlast en dat de eisers enige tolerantie zouden moeten tonen voor de feesten die zij organiseren. De rechter heeft de zaak beoordeeld op basis van de overgelegde bewijsstukken en de argumenten van beide partijen.

De rechter concludeert dat de twee door eisers aangedragen gevallen van geluidsoverlast niet voldoende zijn om de gevraagde veroordeling in haar volle omvang te rechtvaardigen. Er is onvoldoende bewijs voor een stelselmatig patroon van overlast. Echter, de rechter benadrukt dat gedaagden niet vrijgesteld zijn van het veroorzaken van onrechtmatige geluidsoverlast, zelfs niet met een goede reden voor een feestje. De rechter wijst de vordering gedeeltelijk toe en verbiedt gedaagden om tussen 23.00 uur en 7.00 uur geluid te produceren dat de 40 dBA overschrijdt, maar wijst de gevraagde dwangsom af vanwege de lage frequentie van de overlast. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

Vonnis van 26 augustus 2015
Behorend bij A.R. 299 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
Eiser 1,
en
Eiseres 2,
wonende te Aruba,
eisers,
gemachtigden: de advocaten mr. D.G. Kock en mr. D.G. Illes,
tegen:
Gedaagde 1,
en
Gedaagde 2,
wonende te Aruba,
gedaagden,
gemachtigde: de advocaat mr. M.H.J. Kock.

1.DE PROCEDURE

In deze zaak is een inleidend verzoekschrift ingediend, waarna gedaagde een conclusie van antwoord heeft genomen. Hierna is geconcludeerd voor repliek en dupliek. Tenslotte is de zaak verwezen naar de rol voor vonnis. Aanvankelijk werd de zaak behandeld als spoedeisende bodemzaak, doch door het nemen van een conclusie van repliek is de zaak verder volgens de reguliere procedure behandeld.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Eisers en gedaagden zijn overburen. Eisers stellen dat gedaagden hun woning regelmatig verhuren voor luidruchtige nachtelijke feestjes, die voor eisers onrechtmatige geluidsoverlast met zich brengen, die zij – mede gelet op hun gezondheid - niet wensen te dulden. In navolging van Nederlandse geluidsnormen verzoeken eisers om gedaagden bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verbieden, op straffe van een dwangsom, om tussen 7.00 uur en 19.00 uur meer dan 50dba geluid te produceren, tussen 19.00 uur en 23.00 uur meer dan 45 dba en tussen 23.00 uur en 7.00 uur meer dan 40 dba, alles gemeten aan de gevel van het woonhuis van eisers, kosten rechtens.
2.2
Gedaagden voeren gemotiveerd verweer. Zij ontkennen regelmatig geluidsoverlast te veroorzaken, zij ontkennen hun huis aan derden voor feestjes te verhuren en voeren aan dat de door eisers genoemde voorbeelden incidenten zijn, waarvoor een goede reden was en waarvoor van hen enige tolerantie verwacht mag worden. Zij concluderen tot afwijzing van de vordering.

3.DE BEOORDELING

3.1
Eisers hebben hun vordering gedocumenteerd met twee gevallen:
- de nacht van 23 op 24 november 2013. Zij hebben metingen overgelegd waaruit blijkt dat er gedurende die nachtelijke uren tamelijk fors geluid is geweest, tot in de kleine uurtjes. Gedaagden hebben aangegeven dat dit een feestje was ter gelegenheid van de 55e verjaardag van een van hen.
- op 25 november 2011 zouden gedaagden hun huis ter beschikking hebben gesteld voor een huwelijksfeest van derden. Gedaagden geven aan dat het hier ging om een huwelijksfeest van een bevriend echtpaar.
3.2
De twee gevallen die eisers hebben gesteld en gedocumenteerd waarin sprake was van geluidsoverlast, rechtvaardigen niet de door hen verzochte veroordeling in haar volle omvang. Mede gelet op het tijdverloop tussen beide gevallen, blijkt uit deze stellingen onvoldoende een gedragspatroon dat een vergaande beslissing zoals gevraagd zou rechtvaardigen. Ook hun stelling dat gedaagden hun woning regelmatig aan derden verhuren, hebben zij onvoldoende onderbouwd. Na betwisting door gedaagden, hebben zij nog één voorbeeld gegeven van iemand die – toen deze procedure al liep – tegen eisers zou hebben gezegd dat ze haar huwelijksfeest voordelig in het huis van gedaagden zou kunnen organiseren. Ook dit – indien juist - is onvoldoende om de gestelde stelselmatigheid te kunnen aannemen.
3.3
Dat betekent echter niet dat het gedaagden vrij staat om
incidenteelwel onrechtmatige geluidsoverlast te veroorzaken als ze daar een goede aanleiding voor zien, zoals uit hun stellingen lijkt te volgen. Artikel 5:37 van het Burgerlijk Wetboek verbiedt kort gezegd het onrechtmatig verspreiden van hinder in de vorm van rumoer. Het hebben van een goede aanleiding om een feestje te organiseren, zoals een verjaardag of een bruiloft, ontneemt niet de onrechtmatigheid aan geluidsoverlast, in het bijzonder niet in een woonomgeving tijdens de voor de nachtrust bestemde uren. Anders dan gedaagden menen, hoeven eisers daarvoor niet een ‘zekere tolerantie’ te tonen. In de reacties van gedaagden ziet het gerecht aanleiding de vordering als na te melden toe te wijzen. Het gerecht beperkt de maatregel tot de nachtelijke uren, nu de voorbeelden nachtelijke feestjes betreffen en dit eisers het meest stoort. Het gerecht houdt de norm aan die eisers noemen, dat wil zeggen 40 dba, gemeten aan de gevel van het woonhuis van eisers. De gevraagde dwangsom zal het gerecht niet toewijzen, gelet op de lage frequentie van de overlast.
3.4
Nu beide partijen gedeeltelijk in het ongelijk worden gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd en wel zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
Verbiedt gedaagden om tussen 23.00 uur en 7.00 uur vanuit het perceel (Adres gedaagden) geluid te produceren of te doen produceren waarvan gemeten op de gevel van het woonhuis (Adres eisers) een geluidsbelasting van 40 dba wordt overschreden;
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
Compenseert de proceskosten en wel zo dat iedere partij de eigen kosten draagt;
Wijst af het meer of ander gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.H. Lemaire, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 26 augustus 2015 in aanwezigheid van de griffier.