ECLI:NL:OGEAA:2015:248
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verhoging vrijstelling grondbelasting op basis van gezamenlijke eigendom
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 25 augustus 2015 uitspraak gedaan in een geschil over een aanslag grondbelasting die aan de belanghebbende was opgelegd. De belanghebbende, samen met zijn echtgenote, was eigenaar van een perceel grond met daarop een woonhuis. De aanslag was gebaseerd op een waarde van Afl. 164.450, waarbij een vrijstelling van Afl. 60.000 was toegepast. De belanghebbende stelde dat de aanslag onterecht was, omdat de kadastrale erfgrenzen van het perceel niet waren vastgesteld en hij niet als eigenaar kon worden aangemerkt zolang deze meting niet had plaatsgevonden. Hij verzocht ook om vernietiging van eerdere aanslagen over de jaren 2001 tot en met 2011.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de belanghebbende en zijn echtgenote gezamenlijk eigenaar zijn van het object en dat de aanslag terecht was opgelegd. Echter, het Gerecht oordeelde dat de toegepaste vrijstelling van Afl. 60.000 moest worden verhoogd tot Afl. 120.000, omdat beide echtgenoten als genothebbenden van het object moesten worden aangemerkt. De Inspecteur had de waarde van het object te hoog vastgesteld, en het Gerecht heeft de waarde van de aanslag verlaagd tot Afl. 102.647. De uitspraak benadrukt het belang van gezamenlijke eigendom en de juiste toepassing van vrijstellingen in belastingzaken.
De uitspraak werd gedaan door rechter E.F. Faase en is van belang voor de rechtspraktijk met betrekking tot grondbelasting en gezamenlijke eigendom in Aruba. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, en de belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen twee maanden na de uitspraak een beroepschrift in te dienen.