ECLI:NL:OGEAA:2015:24

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 mei 2015
Publicatiedatum
18 mei 2015
Zaaknummer
E.J. 46 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arbeidsrelatie en ontslag bij uitzendovereenkomst tussen werknemer en uitzendbedrijf

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft A, een schoonmaakster, een verzoek ingediend tegen haar werkgever, Blue Carpet Enterprises N.V., met betrekking tot de doorbetaling van haar loon na beëindiging van haar arbeidsrelatie. A was sinds 29 mei 2013 werkzaam via Blue Carpet bij Tropicana Aruba Resort & Casino, waar zij haar werkzaamheden verrichtte. Op 12 juni 2014 heeft Blue Carpet A meegedeeld dat zij geen gebruik meer wenste te maken van haar diensten, waarna A de nietigheid van het ontslag heeft ingeroepen en aanspraak heeft gemaakt op loondoorbetaling.

Het gerecht heeft vastgesteld dat de beëindiging van de arbeidsrelatie geen ontslag op staande voet betrof, omdat er geen dringende reden was. De kern van het geschil was of A werkzaam was op basis van een uitzendovereenkomst of een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Het gerecht concludeerde dat A, na meer dan een jaar werkzaam te zijn geweest bij dezelfde inlener, stilzwijgend op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd was blijven werken. Dit betekende dat de opzegging van haar dienstverband nietig was, omdat Blue Carpet niet beschikte over een ontslagvergunning.

Het gerecht heeft A toestemming verleend om gratis te procederen en Blue Carpet veroordeeld tot betaling van een bedrag van AWG 8.568,00 bruto, vermeerderd met wettelijke verhoging en rente. De kosten van de procedure zijn ook aan Blue Carpet opgelegd. Het zelfstandig tegenverzoek van Blue Carpet werd afgewezen, en het gerecht heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze beschikking is gewezen op 12 mei 2015 door mr. Y.M. Vanwersch.

Uitspraak

Beschikking van 12 mei 2015
Behorend bij E.J. 46 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
A,
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: A
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen:
de naamloze vennootschap
BLUE CARPET ENTERPRISES N.V.
gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: Blue Carpet,
gemachtigde: de advocaat mr. C.S. Edwards,

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het gerecht heeft kennis genomen van de volgende stukken:
  • het verzoekschrift;
  • het verweerschrift;
  • de brief van 31 maart 2015 met producties aan de zijde van A ;
  • de brief van 2 april 2015 met producties aan de zijde van Blue Carpet;
  • de brief van 7 april 2015 met 1 productie aan de zijde van Blue Carpet;
  • de aantekeningen van de mondelinge behandeling op 7 april 2015.
Beschikking is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
A is op 29 mei 2013 door Blue Carpet aan Tropicana Aruba Resorts & Casino ter beschikking gesteld als schoonmaakster. Haar laatst verdiende salaris bedraagt AWG 1.428,00 bruto per maand.
2.2
Haar werkzaamheden heeft A uitsluitend bij Tropicana Aruba Resort & Casino verricht.
2.3
Tropicana Aruba Resort & Casino maakt sinds juni 2014 geen gebruik meer van de services van Blue Carpet. Ook andere inleners hebben Blue Carpet in dezelfde periode laten weten geen gebruik meer te maken van haar diensten.
2.4
Op 12 juni 2014 heeft Blue Carpet A meegedeeld dat zij geen gebruik meer wenste te maken van de diensten van A.
2.5
Op 23 juni 2014 heeft Blue Carpet een eindafrekening opgemaakt, waarbij zij aan A 62,50 gewerkte uren, 15 ao-uren en 10 vakantiedagen heeft uitbetaald. In totaal een bedrag van AWG 1.880,17 dat op 23 juni 2014 is betaald aan A.
2.6
Bij brief van 4 december 2014 heeft A de nietigheid van het ontslag ingeroepen, zich beschikbaar gesteld voor haar werk en aanspraak gemaakt op loondoorbetaling.

3.HET VERZOEK, HET VERWEER EN HET ZELFSTANDIG TEGENVERZOEK

3.1
A verzoekt, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, Blue Carpet te veroordelen om
primair
het loon van A door te betalen tot aan de dag dat het dienstverband rechtsgeldig is geëindigd, vermeerderd met de wettelijke verhoging en rente ingaande 11 december 2014;
subsidiair
aan A een schadevergoeding te betalen gelijk aan 6 maanden salaris;
meer subsidiair
een schadeloosstelling te betaling, vermeerderd met de wettelijke verhoging en rente
een en ander met veroordeling van Blue Carpet in de kosten van de procedure.
3.2
Aan dit verzoek legt A - samengevat het volgende ten oordeel.
Het ontslag is nietig, nu een dringende reden ontbreekt en Blue Carpet niet beschikt over een ontslagvergunning.
3.3
Blue Carpet voert samengevat het volgende verweer.
Tussen partijen is een uitzendovereenkomst tot stand gekomen. Deze eindigde op het moment dat de inlener geen gebruik meer wenste te maken van de diensten van Blue Carpet. Op dat moment beëindigden meerdere inleners de relatie met Blue Carpet, zodat Blue Carpet niet in staat was A ander werk aan te bieden. Blue Carpet heeft de eindafrekening opgemaakt en uitbetaald en is derhalve niets meer verschuldigd. Blue Carpet heeft voorts een zelfstandig tegenverzoek ingediend, inhoudende te verklaren voor recht dat de uitzendovereenkomst op 11 juni 2014 rechtsgeldig is geëindigd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Anders dan A veronderstelt, betrof de beëindiging van de arbeidsrelatie tussen partijen géén ontslag op staande voet, nu gesteld noch gebleken is dat er sprake was van een dringende reden. De kern van het geschil betreft naar het oordeel van het gerecht de vraag of A werkzaam was op basis van een uitzendovereenkomst dan wel een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Het antwoord op deze vraag is relevant om te kunnen bepalen welke regels ter zake de beëindiging van de werkrelatie van toepassing zijn.
4.2
Krachtens het bepaalde in artikel 7A:1615ij BWA wordt onder een uitzendovereenkomst verstaan, de arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer door de werkgever,
in het kader van de uitoefening door het beroep of bedrijf van de werkgever, ter beschikking wordt gesteld van een derde om krachtens een door de werkgever verstrekte opdracht arbeid te verrichten onder zijn toezicht en leiding.
4.3
Uit het door A overgelegde ‘uittreksel’ van de KvK volgt niet wat de bedrijfsactiviteiten van Blue Carpet zijn. Op basis van via www.google.com verkregen informatie blijkt dat Blue Carpet werkzaam is in de sector ‘cleaning contractors (buildings)’. Deze informatie stemt overeen met de stelling van Blue Carpet dat zij schoonmakers te werk had gesteld bij Tropicana Aruba Resort & Casino, Radisson Hotel, Holiday Inn, La Cabana en (het voormalige) Westin Hotel. Gelet op het feit dat Blue Carpet meerdere inleners had, gaat het gerecht er vanuit dat Blue Carpet
bedrijfsmatigarbeidskrachten ter beschikking stelde van een ander, om aldaar schoonmaakwerkzaamheden te verrichten. Desgevraagd verklaarde Blue Carpet ter zitting dat het personeel aan haar verlof diende te vragen en zich bij haar diende ziek te melden. In het licht van deze feiten en omstandigheden is het gerecht van oordeel dat de relatie tussen partijen past bij de omschrijving van 7A:1615ij BWA.
4.4
Krachtens artikel 2 Landsverordening, inhoudende regels inzake het ter beschikking stellen van arbeidskrachten, (AB 2013, 21), hierna de LVO, is het verboden arbeidskrachten ter beschikking te stellen zonder een door of namens de minister verleende vergunning. In artikel 3 van deze LVO is bepaald dat bij regeling van de Minister gegevens worden genoemd, die vereist zijn om voor een vergunning in aanmerking te kunnen komen. De Ministeriele Regeling (AB 2014,20) zoals bedoeld in artikel 3 is op 1 april 2014 in werking getreden. Dit heeft tot gevolg dat ten tijde van de indiensttreding van A, Blue Carpet nog niet kon beschikken over een vergunning, omdat de vergunningsvoorwaarden nog niet bekend waren. Nadat deze bekend werden, heeft Blue Carpet een vergunning aangevraagd, doch niet verkregen. Na de afwijzing van de vergunning kan en mag Blue Carpet geen arbeidskrachten meer ter beschikking stellen. Dit laat evenwel onverlet dat Het Land gedoogd heeft dat Blue Carpet tot 1 april 2014 als uitzendorganisatie heeft gefungeerd.
4.5
Wat hier verder ook van zij, ook zonder vergunning diende Blue Carpet zich te houden aan de bepalingen van de vigerende LVO. In artikel 5 - dat krachtens AB 2013, 21 op 1 juli 2013 in werking is getreden - is bepaald dat een uitzendbureau een arbeidskracht maximaal één jaar ter beschikking van dezelfde onderneming mag stellen. Vast staat dat A meer dan één jaar te werk was gesteld bij Tropicana Aruba Resort & Casino. Nu zij na ommekomst van dit jaar haar werkzaamheden bij deze inlener stilzwijgend heeft voortgezet, wordt aangenomen dat dit stilzwijgend is geschied op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Om deze reden was ten tijde van de opzegging (12 juni 2014), het bepaalde in artikel 7A:1615ij lid 2 BWA niet langer van toepassing is.
4.6
De arbeidsrelatie met A had derhalve slechts opgezegd kunnen worden na verkregen ontslagvergunning en met in acht neming van de opzegtermijn. Nu Blue Carpet niet beschikte over een ontslagvergunning is de opzegging in beginsel nietig. A heeft de nietigheid tijdig ingeroepen en aanspraak gemaakt op betaling van haar reguliere loon tot aan de dag dat aan het dienstverband op rechtens geldige wijze een einde is gekomen. Deze vordering is in beginsel toewijsbaar.
4.7
Blue Carpet heeft onweersproken gesteld dat zij al haar opdrachtgevers heeft verloren, geen vergunning heeft gekregen om een uitzendbureau en derhalve haar voormalige activiteiten heeft moeten staken. In deze omstandigheden ziet het gerecht aanleiding om de loonvordering te matigen tot 6 maanden en de vertragingsrente tot 15%. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf 11 december 2014, zijn de eerste dag waarop Blue Carpet in verzuim was.
4.8
Uit het voorgaande volgt dat het zelfstandig tegenverzoek van Blue Carpet wordt afgewezen.
4.9
Blue Carpet wordt nu zij grotendeels in het ongelijk is gesteld, in de kosten veroordeeld.

5.DE BESLISSING

Het gerecht
5.1
verleent A toestemming om gratis te procederen;
5.2
veroordeelt Blue Carpet te betalen aan A het netto equivalent van een bedrag ad AWG 8.568,00 bruto, te vermeerderen met 15% wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf 11 december 2014 tot de dag der voldoening;
5.3
veroordeelt Blue Carpet in de kosten van de procedure, aan de zijde van A begroot op AWG 50,00 griffierecht en AWG 1,600,00 voor salaris gemachtigde.
5.4
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst het meer of anders verzochte af;
Deze beschikking is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch en uitgesproken op de terechtzitting van 12 mei 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.