ECLI:NL:OGEAA:2015:191

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
14 augustus 2015
Publicatiedatum
14 augustus 2015
Zaaknummer
K.G. no. 1479 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet wegens seksuele intimidatie in kort geding

In deze zaak, die op 14 augustus 2015 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde eiser A, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. H.F. Falconi, dat Merantillas V.B.A. hem zou veroordelen tot betaling van zijn loon en emolumenten vanaf 12 maart 2015, alsook tot herplaatsing in zijn functie. Merantillas, vertegenwoordigd door mr. R.A. Wix, voerde verweer en concludeerde tot afwijzing van de vorderingen van eiser. De zaak volgde op een incident dat plaatsvond op 10 maart 2015, waarbij eiser een vrouwelijke collega tegen haar wil op haar wang had gekust in een kofferhok van het hotel van Merantillas. Dit voorval leidde tot het ontslag van eiser op staande voet door Merantillas.

Tijdens de mondelinge behandeling op 24 juli 2015 werd het verloop van de procedure besproken, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren brachten. Het Gerecht oordeelde dat eiser, door zijn gedrag, een dringende reden voor ontslag had gegeven. De rechter concludeerde dat het gedrag van eiser als volstrekt ontoelaatbare seksuele intimidatie moest worden gekwalificeerd, wat een ernstige bedreiging voor de collega betekende. Het Gerecht oordeelde dat de vorderingen van eiser in een bodemprocedure niet met grote mate van zekerheid toegewezen zouden worden, en wees daarom de verzoeken van eiser af.

Eiser werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Merantillas tot Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde werden begroot. Het vonnis werd openbaar uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 14 augustus 2015
Behorend bij K.G. no. 1479 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in kort geding van:
A,
wonende in Aruba,
eiser,
hierna ook te noemen: eiser,
gemachtigde: de advocaat mr. H.F. Falconi,
tegen:
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MERANTILLAS V.B.A.,
h.o.d.n.
MERANTILLAS,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: Merantillas,
gemachtigde: de advocaat mr. R.A. Wix.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak ter openbare terechtzitting van 24 juli 2015.
1.2
Eiser is toen ter zitting verschenen samen met S.O.R.G. Faarup, die occupeerde voor zijn gemachtigde. Merantillas is verschenen bij haar gemachtigde. De gemachtigden hebben in twee termijnen het woord gevoerd - mede aan de hand van overgelegde pleitnota’s, voorzien van toegelaten producties - en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen. Eiser heeft naar aanleiding van aan hem door het Gerecht gestelde vragen ook het woord gevoerd. De gemachtigden van partijen hebben op de woorden van eiser gereageerd of kunnen reageren.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Eiser vordert dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis Merantillas:
-veroordeelt om aan eiser (door) te betalen zijn loon plus emolumenten gerekend vanaf 12 maart 2015 totdat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zal zijn geëindigd, achterstallig loon te vermeerderen met de wettelijke verhoging en met wettelijke rente;
-beveelt om eiser weer tot zijn werk toe te laten, en bepaalt dat Merantillas ten behoeve van eiser een dwangsom verbeurt van Afl. 500,-- per dag dat Merantillas dit bevel niet opvolgt;
-veroordeelt in de proceskosten.
2.2
Merantillas voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door eiser verzochte, kosten rechtens.
2.3
Voor zover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het spoedeisend belang van eiser bij zijn vorderingen volgt uit de aard van die vorderingen.
3.2
Voor de voorshandse beantwoording van de vraag of Merantillas eiser op 11 maart 2015 al dan niet ten onrechte op staande voet heeft ontslagen wordt het volgende overwogen.
3.3
Vast staat tussen partijen het volgende. Eiser heeft op 10 maart 2015 zijn vrouwelijke collega X (hierna: X) tegen haar wil op haar wang gekust in het kofferhok van het hotel van Merantillas (hierna: het kofferhok). Bij dat voorval (hierna: het voorval) was aanwezig een mannelijke collega van eiser, te weten Y (hierna: Y). Het kofferhok betreft een kleine ruimte. Y heeft op 10 maart 2015 in bijzijn van stafleden van Merantillas een handgeschreven verklaring omtrent het voorval afgelegd (hierna: de verklaring), die vrij vertaald naar het Nederlands als volgt luidt:
Eiser en ik waren in de ruimte voor de koffers toen X daar binnen kwam met enige documenten om naar de kamers te brengen. Op dat moment hield eiser haar vast om haar te zoenen op haar gezicht/wang en hij wilde haar maar niet laten gaan. Ik heb eiser gezegd dat hij X moest respecteren en dat hij haar moest laten gaan. Eiser heeft X toen laten gaan. In de verklaring wordt met eiser bedoeld: Eiser. Y heeft nog twee andersluidende schriftelijke verklaringen geschreven.
3.4
Het Gerecht ziet geen grond om te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van de hiervoor omschreven verklaring van Y. De door Merantillas bestreden stelling van eiser, dat Y die verklaring onder druk van voormelde stafleden heeft afgelegd, oordeelt het Gerecht niet voorshands aannemelijk. Het had te dien aanzien op de weg van eiser gelegen om een verklaring van Y te overleggen waaruit de juistheid van zijn stelling kon blijken. Uit bedoelde twee andere verklaringen van Y valt niet af te leiden dat Y onder druk is gezet zoals gesteld door eiser. Vorenstaande brengt mee dat voorshands aannemelijk wordt geoordeeld dat eiser X op 10 maart 2015 (1) de vrije uitgang uit het kofferhok heeft belemmerd door haar aldaar tegen haar wil in vast te houden en (2) aldus X vervolgens tegen haar wil in te zoenen op haar wang. Naar het voorlopig oordeel van het Gerecht heeft dat gedrag van eiser te gelden als volstrekt ontoelaatbare (op fysieke wijze uitgevoerde) seksuele intimidatie, en mocht ieder redelijk denkend en handelend persoon zich door dat gedrag ernstig bedreigd voelen. Eén en ander klemt temeer omdat het voorval zich heeft afgespeeld in een kleine ruimte, waarvan is gesteld noch gebleken dat het meerdere toegangsdeuren heeft en waarvan evenmin is gesteld of gebleken dat het voorval voor een ieder die zich in de nabijheid van die ruimte bevond zichtbaar was.
3.5
Vorenstaande brengt mee dat eiser naar het voorlopig oordeel van het Gerecht zonder meer een dringende reden heeft gegeven aan Merantillas voor ontslag. Bij die stand van zaken valt in een bodemprocedure niet met grote mate van zekerheid het oordeel te verwachten dat de vorderingen van eiser zullen worden toegewezen. Dat betekent dat de thans door eiser verzochte voorzieningen moeten worden afgewezen.
3.6
Afweging van de belangen van partijen maakt vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht geen zwaarder wegende belangen ziet van eiser bij toewijzing van het door hem verzochte ten opzichte van de belangen van Merantillas bij afwijzing daarvan.
3.7
Eiser zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Merantillas, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-wijst af het door eiser verzochte;
-veroordeelt eiser in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Merantillas, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op vrijdag 14 augustus 2015.