ECLI:NL:OGEAA:2015:173

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 juli 2015
Publicatiedatum
9 juli 2015
Zaaknummer
K.G. no. 1083 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een pand in Aruba na huurachterstand

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Catashi Holding N.V. een kort geding aangespannen tegen A, die in een huurpand woont. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R. Marchena, vorderde dat A het pand binnen zeven dagen zou ontruimen vanwege een huurachterstand van meer dan 11 maanden. A heeft geen verweer gevoerd en is in persoon verschenen tijdens de zitting. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de huurachterstand voldoende spoedeisend belang rechtvaardigt voor de ontruiming. De huurovereenkomst was ontbonden per brief van 9 april 2015, en het Gerecht verwachtte dat in een bodemprocedure de ontruimingsvordering van Catashi zou worden toegewezen. A heeft verklaard het pand binnen twee à drie weken te kunnen ontruimen, wat het Gerecht aanleiding gaf om een ontruimingstermijn van drie weken te bepalen in plaats van de door Catashi gevraagde zeven dagen. Het Gerecht heeft de vordering tot oplegging van dwangsommen toegewezen en A veroordeeld in de proceskosten. De beslissing werd op 8 juli 2015 openbaar uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur.

Uitspraak

Vonnis van 8 juli 2015
Behorend bij K.G. no. 1083 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in kort geding van:
de naamloze vennootschap
CATASHI HOLDING N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Catashi,
gemachtigde: de advocaat mr. R. Marchena,
tegen:
A,
wonende te Pos Abao 35-A in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: A,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak ter openbare terechtzitting van 15 juni 2015.
1.2
Catashi is toen ter zitting verschenen bij haar bedrijfsleider dhr. A. Ridderstap en bij haar gemachtigde. A is in persoon ter zitting verschenen. Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Catashi vordert dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
A beveelt om het pand staande en gelegen in Aruba te [adres] (hierna: het pand) binnen zeven dagen na de uitspraak van dit vonnis te ontruimen met alle personen en goederen zich daarin bevindende en ter vrije en beschikking te stellen van Catashi, met afgifte van de sleutels, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van Afl. 500,-- voor elke dag of dagdeel dat A het pand niet zal hebben ontruimd, tot een maximum van Afl. 15.000,--, kosten rechtens.
2.2
A heeft geen verweer gevoerd.

3.DE BEOORDELING

3.1
Van spoedeisend belang is voldoende gebleken.
3.2
Niet weersproken is dat A een huurachterstand heeft van meer dan 11 maanden, en dat Catashi in het licht van die betalingsachterstand de huurovereenkomst tussen partijen heeft ontbonden per aan A gerichte brief van 9 april 2015. Naar het voorlopig oordeel van het Gerecht rechtvaardigt (de ernst van) de wanprestatie van A die ontbinding, en valt daarom in een bodemprocedure met grote mate van zekerheid het oordeel te verwachten dat de ontruimingsvordering van Catashi zal worden toegewezen. Dat brengt met zich dat de in dat verband door Catashi gevraagde voorziening zal worden toegewezen.
3.3
Ter zitting heeft A verklaard dat zij in staat is om het pand binnen twee à drie weken na de uitspraak van dit vonnis te ontruimen. In dat verband komt het Gerecht een ontruimingstermijn van drie weken, anders dan de door Catashi verzochte ontruimingstermijn van zeven dagen, redelijk voor.
3.4
De niet door A bestreden vordering tot oplegging aan haar van dwangsommen zal worden toegewezen zoals vermeld in het dictum.
3.5
Er zijn omstandigheden gesteld noch gebleken die andersluidende oordelen kunnen dragen. Ook afweging van de belangen van partijen maakt al het vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht geen zwaarder wegend belang ziet van A bij afwijzing van het door Catashi verzochte ten opzichte van het belang van Catashi bij toewijzing daarvan.
3.6
A zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Catashi, tot aan deze uitspraak begroot op (450,-- + 224,48 =) Afl. 674,48 aan verschotten en Afl. 1.500,-- aan salaris gemachtigde.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-beveelt A om het pand staande en gelegen in Aruba te [adres]
uiterlijk drie weken na de betekening aan A van dit vonniste ontruimen en te verlaten met medeneming van alle personen en al hetgene dat zich van harentwege aldaar mocht bevinden, en dat pand met afgifte van de sleutels daarvan ter vrije en algehele beschikking te stellen van Catashi;
-bepaalt dat A ten behoeve van Catashi een dwangsom verbeurt van Afl. 500,-- voor elke dag of deel daarvan dat A voormeld bevel niet of niet geheel opvolgt, en bepaalt voorts dat A te dezen niet meer dan Afl. 15.000,-- aan dwangsommen kan verbeuren;
-veroordeelt A in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Catashi, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 674,48 aan verschotten en
Afl. 1.500,-- aan salaris gemachtigde;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op woensdag 8 juli 2015.