In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Catashi Holding N.V. een kort geding aangespannen tegen A, die in een huurpand woont. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R. Marchena, vorderde dat A het pand binnen zeven dagen zou ontruimen vanwege een huurachterstand van meer dan 11 maanden. A heeft geen verweer gevoerd en is in persoon verschenen tijdens de zitting. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de huurachterstand voldoende spoedeisend belang rechtvaardigt voor de ontruiming. De huurovereenkomst was ontbonden per brief van 9 april 2015, en het Gerecht verwachtte dat in een bodemprocedure de ontruimingsvordering van Catashi zou worden toegewezen. A heeft verklaard het pand binnen twee à drie weken te kunnen ontruimen, wat het Gerecht aanleiding gaf om een ontruimingstermijn van drie weken te bepalen in plaats van de door Catashi gevraagde zeven dagen. Het Gerecht heeft de vordering tot oplegging van dwangsommen toegewezen en A veroordeeld in de proceskosten. De beslissing werd op 8 juli 2015 openbaar uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur.