ECLI:NL:OGEAA:2015:161
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure tussen eiser en het Land Aruba
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser E* op 20 maart 2014 executoriaal derdenbeslag gelegd onder gedaagde, de openbare rechtspersoon Het Land Aruba, ten laste van Javinand N.V. Dit beslag was gebaseerd op een eerdere beschikking van het gerecht van 7 januari 2014, waarin Javinand N.V. was veroordeeld om bepaalde geldsommen aan eiser te betalen. Gedaagde heeft voorafgaand aan de procedure geen verklaring afgelegd in de zin van artikel 476a Rv, wat aanleiding gaf tot de vordering van eiser om gedaagde te veroordelen in de proceskosten.
Eiser vorderde dat het gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis gedaagde zou veroordelen in de proceskosten, omdat gedaagde pas bij de conclusie van antwoord een verklaring heeft afgelegd. Eiser stelde dat gedaagde de procedure had kunnen voorkomen door tijdig een verklaring af te leggen. Gedaagde voerde verweer, maar het gerecht oordeelde dat gedaagde niet tijdig een verklaring had gedaan en dat de door gedaagde aangevoerde argumenten onvoldoende reden boden om geen proceskostenvergoeding uit te spreken.
Het gerecht oordeelde dat de proceskosten van eiser nodeloos door gedaagde waren veroorzaakt en veroordeelde gedaagde in de kosten van de procedure, die werden begroot op Afl. 450,00 aan griffierechten, Afl. 189,00 aan oproepingskosten en Afl. 900,00 aan gemachtigdensalaris. De uitspraak vond plaats op 1 juli 2015, in aanwezigheid van de griffier.