ECLI:NL:OGEAA:2015:160
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure tussen eiser en het Land Aruba
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. D.G. Kock, een verzoek ingediend tegen de openbare rechtspersoon Het Land Aruba, vertegenwoordigd door dhr. A. Lumenier. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 9 mei 2014 werd ingediend, gevolgd door een conclusie van antwoord, repliek en dupliek. De kern van de zaak betreft een executoriaal derdenbeslag dat door eiser is gelegd op 20 maart 2014 onder gedaagde, ten laste van Javinand N.V., op basis van een eerdere beschikking van het gerecht van 7 januari 2014. Eiser vorderde dat het gerecht gedaagde zou veroordelen in de proceskosten, omdat gedaagde pas bij de conclusie van antwoord een verklaring had afgelegd, waaruit bleek dat gedaagde niets aan Javinand N.V. verschuldigd was. Eiser stelde dat gedaagde de procedure had kunnen voorkomen door tijdig een verklaring af te leggen.
Gedaagde voerde verweer, maar het gerecht oordeelde dat gedaagde niet tijdig een verklaring had afgelegd, zoals vereist door artikel 476a Rv. De argumenten van gedaagde voor het uitblijven van een tijdige verklaring werden als onvoldoende beschouwd. Het gerecht oordeelde dat de proceskosten nodeloos door gedaagde waren veroorzaakt en dat gedaagde daarom veroordeeld moest worden in de kosten van de procedure. De kosten werden begroot op Afl. 450,00 aan griffierechten, Afl. 189,00 aan oproepingskosten en Afl. 900,00 aan gemachtigdensalaris.
De beslissing van het gerecht was dat gedaagde in de kosten van de procedure werd veroordeeld, en dit vonnis werd uitgesproken op 1 juli 2015 in aanwezigheid van de griffier.