ECLI:NL:OGEAA:2015:157
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van studiefinanciering met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente
In deze zaak heeft de publiekrechtelijke rechtspersoon, de Staat der Nederlanden, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Dienst Uitvoering Onderwijs (hierna: DUO), een vordering ingesteld tegen G*, wonende te Aruba. De vordering betreft een rentedragende lening die G* per 1 augustus 1993 heeft ontvangen van DUO, met een hoofdsom van € 11.754,56. G* diende vanaf 1 januari 2003 de lening in maandelijkse termijnen van € 114,75 terug te betalen. Op 1 januari 2003 bedroeg het openstaande bedrag in hoofdsom € 14.452,07. DUO vorderde dat het gerecht G* zou veroordelen tot betaling van een totaalbedrag van € 15.884,39, inclusief incassokosten en rente tot en met 10 maart 2014, en veroordeling van G* in de proceskosten.
G* heeft verweer gevoerd en betwist dat het gevorderde bedrag verschuldigd is. Hij stelde dat de vordering verjaard is en onvoldoende onderbouwd. G* beweerde dat hij nooit een betalingsverzoek of aanmaning heeft ontvangen. Het gerecht heeft de stellingen van G* beoordeeld en geconcludeerd dat G* onvoldoende heeft aangetoond dat de aan DUO verzonden brieven niet zijn aangekomen. Het beroep op verjaring werd verworpen, evenals het verweer dat DUO de vordering onvoldoende heeft onderbouwd.
Het gerecht heeft geoordeeld dat DUO voldoende bewijs heeft geleverd van de vordering en dat G* erkende dat hij de lening moest aflossen. De vordering van DUO werd toegewezen, met inachtneming van een matiging van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. G* werd veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van DUO. Het vonnis werd uitgesproken op 1 juli 2015 door mr. M. Schoemaker, rechter, in aanwezigheid van de griffier.