ECLI:NL:OGEAA:2015:149

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 juli 2015
Publicatiedatum
6 juli 2015
Zaaknummer
BB no. 2168 van 2012
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van het Gerecht in een geschil over advocatendeclaratie

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, de naamloze vennootschap Advocatenkantoor Mr. M.H.J. Arends-Kock N.V., gedaagde, A, aangeklaagd voor het betalen van openstaande facturen ter hoogte van Afl. 5.079,99, vermeerderd met rente en incassokosten. De procedure begon met een verzoekschrift op 20 juli 2012, gevolgd door een verweerschrift en een beschikking van de Raad van Toezicht die de declaraties goedkeurde. Gedaagde betwistte de vordering en stelde dat de zaak bij de Raad van Toezicht thuishoorde, waardoor eiseres niet-ontvankelijk verklaard diende te worden.

Tijdens de rechtszittingen heeft eiseres haar vordering onderbouwd met bewijsstukken, terwijl gedaagde aanvoerde dat zij om specificatie van de declaraties had gevraagd, maar deze niet had ontvangen. De Raad van Toezicht had echter al een bevel tot betaling afgegeven, wat de bevoegdheid van het Gerecht in deze zaak in twijfel trok. Het Gerecht oordeelde dat het op basis van artikel 34 van de Advocatenlandsverordening 1959 onbevoegd was om van de zaak kennis te nemen, aangezien de Raad van Toezicht exclusief bevoegd was in geschillen omtrent advocatendeclaraties.

Het Gerecht heeft eiseres veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op Afl. 800,00 aan gemachtigdensalaris. De uitspraak werd gedaan op 1 juli 2015 door rechter M. Schoemaker, en het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 1 juli 2015
Behorend bij BB no. 2168 van 2012
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ADVOCATENKANTOOR MR. M.H.J. ARENDS-KOCK N.V.,
gevestigd te Aruba,
eiseres,
gemachtigden: mrs. M.H.J. Kock en D.C. Lopez Paz,
tegen:
A,
wonende in Aruba,
gedaagde,
gemachtigde: mr. G. de Hoogd.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 20 juli 2012;
- het verweerschrift;
- de beschikking van 8 oktober 2012, waarbij is bepaald dat de procedure op tegenspraak zal worden voortgezet;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Eiseres heeft werkzaamheden voor gedaagde verricht, voor welke werkzaamheden zij een tweetal facturen heeft verzonden voor de volgende bedragen: Afl. 2.255,00 en Afl. 2.141,25. Gedaagde heeft die facturen onbetaald gelaten.
2.2
Eiseres heeft eerst een aantal herinneringen gestuurd, waarna zij gedaagde bij brief van 12 juli 2012 heeft gesommeerd om tot betaling van Afl. 5.841.99, zijnde het openstaande saldo van de openstaande facturen vermeerderd met contractuele rente, over te gaan.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiseres vordert dat het gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis gedaagde veroordeelt om aan eiseres te betalen het bedrag van Afl. 5.079,99, te vermeerderen met 1% contractuele rente per maand vanaf 21 juli 2012 en Afl. 762,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
3.2
Gedaagde voert verweer. Gedaagde heeft bij verweerschrift betwist het gevorderde bedrag verschuldigd te zijn. Zij heeft gesteld dat zij meerdere malen om een specificatie heeft gevraagd, maar dat die is uitgebleven. Zij heeft voorts gesteld dat de procedure thuis hoort bij de Raad van Toezicht en dat eiseres daarom niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.
3.3
Eiseres heeft bij conclusie van repliek gesteld dat de Raad van Toezicht bij beschikking van 1 juli 2014 de onderhavige declaraties heeft goedgekeurd en gedaagde heeft bevolen de declaraties te betalen. De betreffende beschikking is in het geding gebracht. Eiseres heeft verzocht om gedaagde in de proceskosten te veroordelen.
3.4
Bij conclusie van dupliek heeft gedaagde gesteld dat zij zich zal neerleggen bij de beschikking van de Raad van Toezicht. Zij heeft voorts gesteld onnodig door eiseres in rechte te zijn betrokken en op kosten te zijn gejaagd.
3.5
Op de stellingen van partijen zal in het hiernavolgende, voor zover nodig, nader worden ingegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 34 van de Advocatenlandsverordening 1959 is de Raad van Toezicht bij uitsluiting bevoegd kennis te nemen van een geschil omtrent de hoogte van een advocatendeclaratie. Eiseres heeft gedaagde dan ook ten onrechte in deze procedure betrokken. Eiseres had zich meteen tot de Raad van Toezicht kunnen en behoren te wenden. De Raad van Toezicht heeft inmiddels ook beschikt en een bevel tot betaling afgegeven. Het gerecht is dan ook onbevoegd om van de zaak kennis te nemen.
4.2
Eiseres dient veroordeeld te worden in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van gedaagde. Die kosten worden tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 800,00 aan gemachtigdensalaris (2 punten bij tarief 3 van het toepasselijke liquidatietarief).

5.DE BESLISSING

het Gerecht:
verklaart zich onbevoegd om van de zaak kennis te nemen.
veroordeelt eiseres in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van gedaagde, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 800,00 aan gemachtigdensalaris;
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 1 juli 2015 in aanwezigheid van de griffier.