ECLI:NL:OGEAA:2015:142

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 juni 2015
Publicatiedatum
3 juli 2015
Zaaknummer
EJ nr. 544 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging kinderalimentatie en verzoek om kosteloos procederen in een alimentatiezaak

In deze zaak heeft de moeder, A, een verzoek ingediend om de alimentatie die de vader, B, moet betalen voor hun minderjarige kinderen, C en D, te verhogen. De moeder heeft aangevoerd dat de behoeften van de kinderen zijn gestegen nu zij ouder zijn en dat zij zelf niet over voldoende middelen beschikt om in hun behoeften te voorzien. De vader heeft het verzoek betwist en een zelfstandig verzoek ingediend om gezamenlijk ouderlijk gezag te verkrijgen. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de financiële situatie van beide ouders en de behoeften van de kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader, ondanks zijn financiële verplichtingen aan andere kinderen, in staat is om een bijdrage te leveren aan de kosten van de minderjarigen. De rechtbank heeft de moeder toestemming verleend om kosteloos te procederen en heeft de alimentatie voor de kinderen vastgesteld op Afl. 450,- per maand, ingaande 1 juli 2015. Daarnaast is de zaak voor verdere behandeling van het verzoek om ouderlijk gezag en omgangsregeling naar een latere datum verwezen.

Uitspraak

Beschikking van 30 juni 2015
Behorend bij EJ nr. 544 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
A,
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. drs. P.G. Dowers-Alders,
tegen
B,
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna: de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. D.C. Lopez Paz.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 16 maart 2015;
- het zelfstandig tegenverzoek, ingediend op 26 mei 2015;
- het verweerschrift, inclusief producties, ingediend op 8 juni 2015;
- de griffiersaantekeningen van de behandeling van 9 juni 2015, waaruit blijkt dat zijn verschenen de partijen bijgestaan door hun gemachtigden. Namens de Voogdijraad zijn aanwezig mevrouw A. Emmanuel en mr. M. Ras-Pieternella;
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit de moeder is op ..... 2000 in Aruba geboren C en op ..... 2002 in Aruba geboren D (hierna samen: de minderjarigen). De minderjarigen zijn door de vader erkend. De moeder oefent van rechtswege het ouderlijk gezag uit over de minderjarigen.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 18 augustus 2005 (EJ425/05) is de vader veroordeeld om met ingang van 1 maart 2005 aan de Voogdijraad te voldoen een bedrag van Afl. 250,- per kind per maand als bijdrage in de kosten en verzorging van de minderjarigen.

3.HET VERZOEK

3.1
De moeder heeft verzocht om haar toestemming te verlenen om kosteloos te mogen procederen en om bovengenoemde beschikking te wijzigen in dier voege dat de vader ingaande 16 maart 2015 Afl. 500,- per kind per maand aan de Voogdijraad zal betalen.
3.2
De vader heeft bij wijze van verweer aangevoerd dat het verzoek van de moeder moet worden afgewezen. Bij wijze van zelfstandig verzoek heeft vader verzocht te bepalen dat hij voortaan gezamenlijk met de moeder wordt belast met het ouderlijk gezag over de minderjarigen, dat de griffier deze gezagsbeslissing aantekent in het gezagsregister en om een flexibele omgangsregeling tussen hem en de minderjarigen vast te stellen, kosten rechtens.

4.DE BEOORDELING

Alimentatie

4.1
Moeder heeft aangevoerd dat er sprake is van een wijziging in de omstandigheden nu de minderjarigen ouder zijn geworden en hun behoefte navenant is gestegen. De behoefte van de minderjarigen bedraagt nu voor de oudste een bedrag van Afl. 1.284,85 per maand en voor de jongste een bedrag van Afl. 853, 74 per maand. Bijzondere kosten zijn de bijles en transport kosten voor beide kinderen. De moeder heeft aangevoerd zelf niet over voldoende draagkracht te beschikken aan de behoefte van de minderjarigen te kunnen voldoen. Ze is weliswaar gehuwd maar woont alleen met een de minderjarigen en een baby.
4.2
De vader heeft de hoogte van de behoefte van de minderjarigen betwist. Hij heeft aangevoerd dat van kosten voor bijles en transport niet (voldoende) gebleken is. Hij heeft daarnaast een aantal kostenposten die de draagkracht van de moeder verminderen, betwist. Tot slot heeft hij een draagkrachtverweer gevoerd.
4.3
Voor wat betreft de behoefte van de minderjarige wordt, gelet op de leeftijd, uitgegaan van een normbedrag van respectievelijk Afl. 650,- en Afl. 450,- per maand per kind. Voor de oudste komt daar nog een bedrag van Afl. 412,50 per maand aan bijles bij. Van de daadwerkelijke kosten daarvan is voldoende gebleken. Datzelfde geldt voor de transportkosten die door een ander dan de moeder worden gemaakt. Het gaat daarbij om Afl. 75,- per maand. In totaal bedraagt de behoefte van de oudste daarom Afl. 1.137,50 per maand.
Voor wat betreft de jongste zijn als relevante kosten de transportkosten van Afl. 75,- per maand opgevoerd. De behoefte van de jongste komt op een bedrag van Afl. 525,- per maand. In totaal gaat het om een behoefte van Afl. 1.662.50 per maand.
4.4
Partijen dienen beide naar rato van hun draagkracht bij te dragen in de behoefte van de minderjarigen.
4.5
Voor wat betreft de draagkracht van de moeder wordt geoordeeld dat, gezien haar inkomen ( Afl. 1.787,29 netto per maand), van enige draagkracht aan haar zijde niet gesproken kan worden.
4.6
Voor wat betreft de draagkracht van de vader wordt geoordeeld dat als relevante last zal worden meegenomen het feit dat de vader in totaal zes kinderen heeft en thans samenwoont met een nieuwe partner en dat zij gezamenlijke ook twee ( van de zes) kinderen hebben. De vader heeft ook de aflossing van een credit card schuld opgevoerd voor Afl. 472,- per maand. Onduidelijk is gebleven of de oorspronkelijke schuld ( kennelijk voor de aanschaf van een bed) is afgelost of dat telkens het limiet van de rekening wordt gebruikt en dan met het minimale aflossingsbedrag per maand wordt ingelopen. Om die reden wordt met de aflossing van die schuld geen rekening gehouden. Aan lasten heeft vader derhalve Afl. 500,- per maand aan huur, Afl. 500,- per maand aan alimentatie voor twee kinderen. Rekening houdend met het normbedrag voor een alleenstaande resteert er aan zijn zijde een bedrag van Afl. 600,- per maand waarvan vader ook zijn huidige partner en twee kinderen en de minderjarigen moet onderhouden. Het wordt redelijk geoordeeld dat vader voor de minderjarigen met een bedrag van Afl. 450,- per maand bij draagt in de kosten van verzorging en opvoeding.
Gezag en omgang
4.7
Ter zitting van 9 juni 2015 is afgesproken dat het verzoek ten aanzien van het ouderlijk gezag zal worden voortgezet op nader te noemen datum. Ter zitting is tevens afgesproken dat de partijen zich tot de Voogdijraad zullen begeven om met behulp van de omgangsbemiddelaar een omgangsregeling af te spreken. Op nader te noemen datum kunnen partijen aangeven of dit al dan niet is gelukt en kan de omgangsregeling nader besproken worden.
4.8
Gelet op de overlegde stukken zal aan verzoekster toestemming worden verleend kosteloos te procederen.
4.9
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
5.1
verleent de moeder toestemming om in deze zaak kosteloos te mogen procederen,
5.2
wijzigt de beschikking van dit gerecht van 18 augustus 2005 (EJ425/05) in dier voege dat het bedrag dat de vader B dient te voldoen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen C, geboren op .....2000 in Aruba en D, geboren op ..... 2002 in Aruba zal worden bepaald op Afl. 450,- in totaal, bij vooruitbetaling te voldoen via de Voogdijraad en ingaande 1 juli 2015,
5.3
verklaart hetgeen onder 5.2 is beslist uitvoerbaar bij voorraad,
5.4
verwijst de zaak naar de zitting van
1 september 2015 om 14.00 uurvoor de behandeling van het verzoek ten aanzien van het gezag en de omgangsregeling,
5.5
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. H. Mol, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 30 juni 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.