ECLI:NL:OGEAA:2015:123

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 juli 2015
Publicatiedatum
2 juli 2015
Zaaknummer
E.J. nr. 28 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk onredelijk ontslag en verkeerde entiteit in arbeidsovereenkomst

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, verzoekt de verzoeker, [verzoeker], om te verklaren dat zijn ontslag door Frasa International Trading N.V. kennelijk onredelijk is. De verzoeker is sinds 14 november 2008 in dienst als delivery driver en ontving op 28 juli 2014 een ontslagbrief, waarin als reden werd opgevoerd dat hij geen respect had getoond naar zijn collega's. De verzoeker heeft het ontslag betwist en vorderde onder andere zijn loon en een billijkheidsvergoeding van Afl. 23.964,57.

De procedure begon met een verzoekschrift op 6 januari 2015, gevolgd door een verweerschrift van Frasa International Trading N.V. op 17 maart 2015. Tijdens de zitting op 31 maart 2015 was de verzoeker aanwezig, maar de verweerder, Frasa, verscheen niet. De verzoeker stelde dat het ontslag onterecht was, omdat er geen toestemming was verleend door de directeur van de Directie Arbeid en dat de opzegtermijn niet in acht was genomen.

De rechter oordeelde dat niet gebleken was dat de verzoeker door Frasa was ontslagen, maar door Frasa International Trading N.V. en dat de verzoeker op de hoogte was van deze entiteit. De rechter concludeerde dat de verkeerde entiteit als verweerster was opgeroepen en dat Frasa niet bestaat. Hierdoor kon de zaak inhoudelijk niet worden beoordeeld. De verzoeker werd in de proceskosten veroordeeld, maar kreeg toestemming om kosteloos te procederen.

De uitspraak werd gedaan op 1 juli 2015 door mr. H. Mol, waarbij het verzoek werd afgewezen en de verzoeker in de proceskosten werd veroordeeld, die op nihil werden begroot.

Uitspraak

Beschikking van 1 juli 2015
Behorend bij E.J. nr. 28 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, verder te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. M.B. Boyce,
tegen:
de naamloze vennootschap
FRASA TRADING N.V.,
gevestigd te Aruba,
VERWEERSTER, verder te noemen: Frasa,
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 6 januari 2015 ingediende verzoekschrift met producties;
- het op 17 maart 2015 ingediende verweerschrift van Frasa International Trading N.V. met producties;
- het faxbericht van 30 maart 2015 van de zijde van [verzoeker], houdende producties;
- de aantekeningen van de behandeling ter terechtzitting van 31 maart 2015 tijdens welke behandeling [verzoeker] en zijn gemachtigde aanwezig waren.
Vervolgens is de uitspraak (nader) bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
verzoeker] is sedert 14 november 2008 in dienst bij Frasa International Trading N.V. als delivery driver.
2.2
Bij schrijven van 28 juli 2014 van Frasa International Trading N.V. aan [verzoeker] is aan [verzoeker] te kennen gegeven dat diezelfde dag ( 28 juli 2014) zijn laatste werkdag bij Frasa International Trading N.V. is. Als reden is opgevoerd : “falta respet na bo colega nan”.
2.3
Op 29 augustus 2014 werd bij deurwaardersexploot aan [verzoeker] een brief betekend afkomstig van [werknemer], Human Resources van Frasa International Trading N.V..
2.4
Bij brief van 19 september 2014 van [verzoeker] aan Frasa International Trading N.V., heeft [verzoeker] de nietigheid van het hem gegeven ontslag op staande voet ingeroepen, zijn bereidheid de bedongen arbeid te verrichten heeft aangegeven, en verzocht het loon aan hem door te betalen met aanzegging van de wettelijke verhoging en de wettelijke rente.
2.5
Bij brief van 25 november 2014 heeft de gemachtigde van [verzoeker] per brief aan Frasa International Trading N.V. laten weten dat het ontslag van 28 juli 2014 nietig is als ook onregelmatig en kennelijk onredelijk. De gemachtigde heeft laten weten dat [verzoeker] op grond van de onregelmatigheid en de kennelijke onredelijkheid aanspraak maakt op het loon over de opzegtermijn, Cessantia, een billijkheidsvergoeding, het niet betaalde loon over de maand juli, uitbetaling van niet genoten vakantiedagen, wettelijke rente en de verhoging wegens vertraging, al met al een bedrag van Afl. 23.964,57.
2.6
Bij brief van 4 december 2014 van Frasa International Trading N.V. aan de gemachtigde van [verzoeker] heeft Frasa International Trading N.V. laten weten het op aan [verzoeker] gegeven ontslag op staande voet te handhaven. Ook is aangegeven dat het loon over de maand juli in augustus is voldaan.

3.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING DAARVAN

3.1 [
verzoeker] verzoekt het gerecht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, voor recht te verklaren dat het hem gegeven ontslag kennelijk onredelijk is, en [verzoeker] te veroordelen om de dienstbetrekking te herstellen dan wel te bepalen dat Frasa hem een vergoeding van een bedrag van Afl. 23.964,57, te vermeerderen met de wettelijke rente zal betalen, met veroordeling van Frasa in de kosten van het geding.
3.2
Frasa heeft geen verweer gevoerd.
3.3
Frasa International Trading N.V. heeft laten weten dat de verkeerde entiteit als procespartij is opgeroepen en dat Frasa niet bestaat. Doordat kennelijk de lijst van de EJ-rol van 3 maart 2015 van het Gerecht in Eerste aanleg van Aruba ten onrechte vermeldde dat Frasa International Trading N.V. voor indienen verweerschrift stond tegen een verzoek van [verzoeker], heeft Frasa International Trading N.V., na een uitstel, op 17 maart 2015, een verweerschrift ingediend in de zaak tegen [verzoeker], stellende dat de verkeerde entiteit werd opgeroepen.
3.4 [
verzoeker] heeft aangevoerd dat de arbeidsovereenkomst tussen hem en Frasa werd opgezegd terwijl [verzoeker] daarmee niet had ingestemd, terwijl er geen toestemming was verleend door de directeur van de Directie Arbeid, zonder dat sprake was van een dringende reden, en zonder de opzegtermijn in acht te nemen.
Verder heeft [verzoeker] aangevoerd dat hij nog loon over de maand juli 2014 moet krijgen, hetgeen hij dan ook bij deze vordert, te vermeerderen met de verhoging wegens vertraging en te vermeerderen met de wettelijke rente.
Ook heeft [verzoeker] aangevoerd dat hij nog recht heeft op uitbetaling van 2.47 vakantiedagen.
Tenslotte heeft [verzoeker] aangevoerd dat hij aanspraak heeft op een billijkheidsvergoeding van zes maanden salaris, derhalve een bedrag van Afl. 12.756,-).
3.5
Overwogen wordt dat niet gebleken is dat [verzoeker] is ontslagen door Frasa. [verzoeker] is op staande voet ontslagen door Frasa International Trading N.V.. Dat [verzoeker] in dienst was bij Frasa International Trading N.V., wist [verzoeker], of hij had dat kunnen weten. Hij heeft immers zelf een kopie van zijn arbeidsovereenkomst met Frasa International Trading N.V. overlegd, zelf een uittreksel van de kamer van koophandel en loonstroken overlegd van Frasa International Trading N.V.. Ook heeft hij zelf en via zijn gemachtigde de nietigheid van het ontslag ingeroepen jegens Frasa International Trading N.V..
3.5.1
Frasa International Trading N.V. heeft in het verweerschrift dat 17 maart 2015 werd ingediend [verzoeker] te kennen geven dat de verkeerde N.V.. werd opgeroepen.
Desondanks heeft de gemachtigde van [verzoeker] er voor gekozen geen aanpassing door te voeren in de benaming van de procespartij of daarover in overleg te treden met de gemachtigde van Frasa International Trading N.V., dan wel het gerecht. Desgevraagd tijdens de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde van Frasa International Trading N.V. niet het woord gevoerd namens Frasa. Wel was zij ( als belangstellende) bij de zitting aanwezig, als gemachtigde van Frasa International Trading N.V.. Frasa heeft in zoverre dus geen verweer gevoerd.
3.6
Had Frasa tijdig een naamswijziging verzocht dan had de zaak inhoudelijk kunnen worden beoordeeld. Een titel ten gunst van [verzoeker] jegens Frasa heeft geen zin, Frasa bestaat immers niet en dus zou een dergelijke beslissing niet geëxecuteerd kunnen worden. Voor iedereen is duidelijk geworden dat [verzoeker] de verkeerde entiteit als verweerster heeft aangegeven. Daarom wordt ondanks het feit dat Frasa geen verweer heeft gevoerd, geoordeeld dat niet gebleken is van een door Frasa aan [verzoeker] gegeven ontslag op staande voet.
3.7
Het verzochte moet daarom worden afgewezen.
3.8
Gezien de overlegde stukken zal aan [verzoeker] toestemming worden verleend kosteloos te procederen.
3.9
Als de meest in het ongelijk te stellen partij moet [verzoeker] veroordeeld worden in de proceskosten aan de zijde van Frasa gevallen en te begroten op nihil.

4.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
4.1
staat [verzoeker] toe kosteloos te procederen;
4.2
wijst het verzochte af;
4.3
veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten, gevallen aan de zijde van Frasa en te begroten op nihil.
Deze beschikking is gegeven door mr. H. Mol, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag, 1 juli 2015 in aanwezigheid van de griffier.