Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift, ingediend op 25 februari 2015;
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 21 mei 2015, waaruit blijkt dat de verzoekster in persoon is verschenen.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft de moeder, procederend in persoon, een verzoek ingediend om machtiging te verkrijgen om mede namens haar minderjarige kinderen over te gaan tot de verkoop en levering van een perceel eigendomsgrond. De minderjarigen zijn door vererving gerechtigd geraakt in het registergoed, gelegen in Aruba. De moeder en haar huidige partner willen het registergoed kopen voor een bedrag van Afl. 249.000,00. De rechtbank heeft de procedure op 25 februari 2015 gestart en de mondelinge behandeling vond plaats op 21 mei 2015.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de belangen van de minderjarigen. Volgens de wet hebben de wettelijke vertegenwoordigers van de minderjarigen een machtiging van het gerecht nodig om een koopovereenkomst aan te gaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarigen elk recht hebben op een bedrag van Afl. 124.500,00 uit de verkoop van het registergoed. Om ervoor te zorgen dat de minderjarigen van dit bedrag kunnen profiteren, heeft de rechtbank bepaald dat het bedrag op een geblokkeerde bankrekening moet worden gestort tot het 18e levensjaar van de minderjarigen.
De rechtbank heeft uiteindelijk de machtiging verleend onder de voorwaarde dat de moeder het bedrag voor de minderjarigen op de geblokkeerde rekening stort. Deze beschikking is gegeven door mr. H. Mol op 23 juni 2015, in aanwezigheid van de griffier.