ECLI:NL:OGEAA:2015:108

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 juni 2015
Publicatiedatum
26 juni 2015
Zaaknummer
EJ nr. 372 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Alimentatiezaak tussen de Voogdijraad en de vader van de minderjarige

In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de Voogdijraad op 24 februari 2015 een verzoekschrift ingediend om de vader, [man], te veroordelen tot betaling van kinderalimentatie voor de minderjarige, geboren in 2013. De mondelinge behandeling vond plaats op 12 mei 2015, waarbij de Voogdijraad vertegenwoordigd was door mr. M. Ras, en de partijen, de moeder en de vader, in persoon aanwezig waren. De moeder heeft het ouderlijk gezag over de minderjarige en heeft de vader aangewezen als de biologische vader.

Tijdens de zitting heeft de vader ingestemd met het verzoek van de moeder. Er is overeenstemming bereikt dat de vader met ingang van 3 juni 2015 een bedrag van Afl. 250,- per maand zal bijdragen aan de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Het gerecht heeft deze overeenkomst bevestigd en de vader veroordeeld om dit bedrag maandelijks te betalen via de Voogdijraad, met de verplichting om dit bedrag bij vooruitbetaling te voldoen op de derde van elke maand.

De beschikking is uitgesproken op 23 juni 2015 door mr. H. Mol, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat de vader onmiddellijk moet voldoen aan de betalingsverplichting, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die hij zou kunnen aanwenden tegen deze beslissing.

Uitspraak

Beschikking van 23 juni 2015
behorend bij EJ nr. 372 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen:
DE VOOGDIJRAAD,
wonende in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd,
en
[man],
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna: de man,
procederend in persoon.
Belanghebbenden:
[moeder], de moeder,
[de minderjarige], de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 24 februari 2015, waarbij de moeder heeft verzocht om de man te veroordelen tot betaling van kinderalimentatie;
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 12 mei 2015, alwaar aanwezig waren de Voogdijraad vertegenwoordigd door mr. M. Ras en de man en de moeder in persoon.
Hierna is de uitspraak

2.DE FEITEN

Uit de moeder is op [datum] 2013 in Aruba geboren [minderjarige] (hierna: de minderjarige). De moeder heeft van rechtswege het ouderlijk gezag over de minderjarige.
2.2
De moeder heeft [man] aangewezen als de vader van de minderjarige voornoemd.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het veroordelen van de vader om ten behoeve van de verzorging en opvoeding van de minderjarige bij vooruitbetaling en tegen behoorlijke kwijting via de Voogdijraad met ingang van 1 maart 2015 een bedrag van Afl. 300,- per maand te betalen. Daartoe wordt gesteld dat de vader voldoende draagkrachtig is.

4.DE BEOORDELING

De vader is ter zitting akkoord gegaan met het verzoek. Partijen zijn ter zitting overeengekomen dat de vader met ingang 3 juni 2015 met een bedrag van Afl. 250,- per maand zal bijdragen in de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Het gerecht zal dienovereenkomstig beslissen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
veroordeelt [de man] om met ingang van 3 juni 2015, en in de toekomst telkens bij vooruitbetaling per de 3de van de maand, via de Voogdijraad te betalen een bedrag van Afl. 250,- per maand als voorziening in de kosten van opvoeding en verzorging van [de minderjarige], geboren op [datum] 2013 in Aruba,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gegeven door mr. H. Mol, rechter in dit gerecht, en in het openbaar uitgesproken ter zitting van dinsdag 23 juni 2015 in aanwezigheid van de griffier.