In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de Voogdijraad op 24 februari 2015 een verzoekschrift ingediend om de vader, [man], te veroordelen tot betaling van kinderalimentatie voor de minderjarige, geboren in 2013. De mondelinge behandeling vond plaats op 12 mei 2015, waarbij de Voogdijraad vertegenwoordigd was door mr. M. Ras, en de partijen, de moeder en de vader, in persoon aanwezig waren. De moeder heeft het ouderlijk gezag over de minderjarige en heeft de vader aangewezen als de biologische vader.
Tijdens de zitting heeft de vader ingestemd met het verzoek van de moeder. Er is overeenstemming bereikt dat de vader met ingang van 3 juni 2015 een bedrag van Afl. 250,- per maand zal bijdragen aan de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Het gerecht heeft deze overeenkomst bevestigd en de vader veroordeeld om dit bedrag maandelijks te betalen via de Voogdijraad, met de verplichting om dit bedrag bij vooruitbetaling te voldoen op de derde van elke maand.
De beschikking is uitgesproken op 23 juni 2015 door mr. H. Mol, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat de vader onmiddellijk moet voldoen aan de betalingsverplichting, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die hij zou kunnen aanwenden tegen deze beslissing.