Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
Het standpunt van appellant
ingezetenewordt verstaan degene wiens persoonsgegevens in de bevolkingsadministratie van Aruba worden bijgehouden.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het College van Beroep op 23 januari 2014 uitspraak gedaan over het beroep van een appellant tegen de beslissing van de Sociale Verzekeringsbank in Aruba. De appellant, geboren op 8 februari 1938, had zijn ouderdomspensioen aangevraagd, maar de bank had dit pensioen herzien en verlaagd met terugwerkende kracht. De appellant verbleef gedurende een bepaalde periode in Nederland en had dit niet gemeld aan de bank, wat leidde tot de conclusie dat hij niet als ingezetene van Aruba kon worden beschouwd. De bank had op basis van de Landsverordening Algemene ouderdomsverzekering (LvAOV) de pensioenuitkering verlaagd, maar had ten onrechte een terugwerkende kracht van 15 jaar toegepast. De appellant had pas op 16 oktober 2012 geklaagd over de stopzetting van zijn pensioenuitkering, die in september 2008 was ingegaan. Het College oordeelde dat de bank de verlaging van het pensioen niet eerder had mogen laten ingaan dan 1 februari 2013, en vernietigde de beslissing van de bank in dat opzicht. Het beroep van de appellant werd gedeeltelijk gegrond verklaard, maar zijn verzoek om het pensioen ongewijzigd te continueren werd afgewezen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de bank om correct om te gaan met de wettelijke bepalingen omtrent de uitbetaling van pensioenuitkeringen en de verplichtingen van de appellant om zijn verblijfplaats te melden.