Uitspraak
1.[X],
2.[Y]
DE PROCEDURE
DE VASTSTAANDE FEITEN
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
DE BEOORDELING
Aan het voorgaande doet niet af dat [x] gezien haar functie mogelijk bekend was met drugsverslaving en ook met het drugsverleden van [y] en de partnerrelatie tussen beiden “pril” zou zijn geweest. Of [y] de auto eerder bestuurde is niet relevant; gesteld noch gebleken is dat [x] hiervan kennis droeg of dat dit met haar toestemming gebeurde.
Het gerecht overweegt ten slotte nog, dat de zin die partijen bij deze verzekeringsovereenkomst in de gegeven omstandigheden aan de zinsnede “in so far as it is in his power” redelijkerwijs mochten toekennen en hetgeen zij te dien aanzien over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, meebrengt dat van [x] niet kan worden verlangd, dat zij zich onder alle omstandigheden zodanig gedraagt, dat haar in het geheel niet kan worden toegerekend dat de auto wordt bestuurd door iemand zonder rijbewijs. De “power” tot foutloos handelen is geen mens gegeven; het contract dient aldus te worden uitgelegd dat het gaat om hetgeen in dit verband redelijkerwijs van [x] mocht worden verwacht. En daaraan heeft zij voldaan.
In de onderhavige zaak is het gerecht van oordeel, dat kan worden verondersteld dat door [x] in de ochtend van 3 oktober geen toestemming aan [y] werd verleend om haar auto te besturen. De omstandigheden op grond waarvan New India betoogt dat die veronderstelling onjuist is kunnen het verweer niet dragen. Dat [x], alvorens de politie te bellen, eerst (maar vergeefs) met [y] zelf heeft gebeld en vervolgens met zijn vader, zijn vriend, een ander familielid en tenslotte zijn begeleider doen juist veronderstellen dat [y] die toestemming niet had. Dat [x] tegen de centralist van de politie zei dat zij vooralsnog geen aangifte van diefstal tegen [y] wilde doen, omdat zij wilde wachten of hij misschien intussen, waarmee naar het gerecht begrijpt wordt bedoeld: eigener beweging thuis zou komen, impliceert, nog los van het feit dat die mededeling niet [y] maar slechts de centralist heeft bereikt, niet dat [x] alsnog toestemming aan [y] verleende om de auto te besturen. De betekenis van deze opmerking is dat [x], ondanks het ontbreken van haar toestemming, de zaak niet strafrechtelijk wilde oplossen, niet dat zij alsnog toestemming verleende.
Dat [x] op het moment dat zij [y] belde – maar overigens kennelijk geen gesprek tot stand kwam – kennis droeg van het feit dat hij de auto bestuurde en dat zij er kennis van droeg dat hij dat deed zonder rijbewijs is in het licht van het bepaalde in artikel 4 tweede lid, tweede volzin, niet relevant. Het gerecht komt aan bewijslevering niet meer toe.
DE UITSPRAAK