Op 20 januari 2025 heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan in een zaak waarin een klager, vertegenwoordigd door mr. E. Duijneveld, bezwaar maakte tegen een landsbesluit van de Gouverneur van Aruba, vertegenwoordigd door mr. C.L. Geerman. Het bezwaar was gericht tegen het eervol ontslag dat aan klager was verleend op eigen verzoek, met ingang van 3 januari 2024. Klager had in een brief van 4 december 2023 verzocht om overplaatsing van de Kustwacht naar het Korps Politie Aruba (KPA). De klager was van mening dat het ontslag niet op goede gronden was gebaseerd, aangezien hij een verzoek tot overplaatsing had ingediend. De verweerder stelde dat het ontslag was verleend op verzoek van klager en dat het bezwaar niet-ontvankelijk was omdat klager opnieuw in overheidsdienst was aangesteld.
Het gerecht oordeelde dat klager wel degelijk procesbelang had bij zijn bezwaar, omdat zijn rechtspositie na het ontslag niet was geformaliseerd. Het gerecht concludeerde dat de bestreden beschikking was gebaseerd op een onjuiste feitelijke grondslag, aangezien klager had verzocht om overplaatsing en niet om ontslag. Het bezwaar werd gegrond verklaard, de bestreden beschikking werd vernietigd en de verweerder werd opgedragen om binnen drie maanden een nieuwe beslissing te nemen op het overplaatsingsverzoek van klager. Tevens werd verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van klager, begroot op Afl. 1.400,-.