Op 6 oktober 2025 heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan in de zaken AUA202501914 en AUA202501941, waarin klaagster bezwaar maakte tegen een beslissing van het waarnemend hoofd van het Bureau Interne Diensten. Klaagster, die sinds 12 mei 2020 arbeidsongeschikt is, ontving op 27 mei 2025 een brief waarin werd medegedeeld dat zij medisch gekeurd moest worden door de Geneeskundige Commissie voordat zij haar werkzaamheden kon hervatten. Klaagster maakte bezwaar tegen deze beslissing, omdat zij van mening was dat haar aanwezigheid op het werk het onderzoek niet zou beïnvloeden en dat de ordemaatregel onrechtmatig was. Het gerecht heeft beide zaken op 15 september 2025 behandeld, waarbij klaagster werd vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. R.P. Lee, en verweerder door mr. Y. Kaarsbaan.
Het gerecht oordeelde dat het bezwaar van klaagster ongegrond was, omdat zij de wettelijke maximumduur van vier jaar arbeidsongeschiktheid had overschreden en er geen verklaring van de Geneeskundige Commissie was afgegeven die haar werkhervatting mogelijk maakte. De mededeling in de bestreden brief werd als een voor bezwaar vatbare beslissing aangemerkt, omdat deze concrete rechtsgevolgen voor klaagster had. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd eveneens afgewezen, omdat er geen aanleiding was voor het treffen van een dergelijke voorziening. De uitspraak benadrukte dat klaagster pas haar werkzaamheden kan hervatten na een positieve medische keuring en een landsbesluit tot herstel in activiteit.