Op 9 juni 2025 heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, een ambtenaar werkzaam bij de Departamento di Aduana, bezwaar maakte tegen een inhouding op haar salaris. De inhouding van Afl. 654,67 op haar loon van april 2025 was het gevolg van een korting die verweerder had toegepast vanwege haar arbeidsongeschiktheid. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen deze inhouding, omdat zij van mening was dat de korting onterecht was toegepast en dat zij niet tijdig was geïnformeerd over de aanstaande kortingen. Het gerecht heeft het verzoek van verzoekster om een voorlopige voorziening toegewezen, omdat het van oordeel was dat de inhouding onzorgvuldig was toegepast en dat er geen schriftelijk besluit van het bevoegd gezag was dat de korting motiveerde. Het gerecht heeft verweerder opgedragen de inhouding ongedaan te maken en heeft tevens de proceskosten aan de zijde van verzoekster toegewezen. De uitspraak heeft een voorlopig karakter en is niet bindend voor de bodemprocedure, maar het gerecht verwacht dat het bezwaar van verzoekster in de bodemprocedure gegrond zal worden verklaard.