In deze uitspraak beoordeelt het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba het bezwaar van klaagster tegen het Landsbesluit van 14 maart 2024, waarin de Gouverneur van Aruba heeft besloten om klaagster met ingang van 2 oktober 2023 in activiteit te herstellen. Klaagster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.P. Lee, betwist de juistheid van de feiten in de beschikking en stelt dat haar arbeidsongeschiktheidsperiode eerder is begonnen dan door de verweerder is vastgesteld. Klaagster verzoekt om vernietiging van de beschikking en terugbetaling van ten onrechte ingehouden bezoldiging.
De verweerder, vertegenwoordigd door mr. V.M. Emerencia, stelt dat klaagster niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar bezwaar, omdat het vernietigen van de beschikking geen verandering in haar rechtspositie zal brengen. Het Gerecht heeft het bezwaar behandeld op 3 februari 2025 en heeft vastgesteld dat klaagster langer arbeidsongeschikt was dan zij zelf heeft aangegeven. Het Gerecht concludeert dat de bestreden beschikking op goede gronden is genomen en verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk voor zover gericht tegen de aantekening van de vrijstelling van dienst.
De uitspraak is gedaan op 31 maart 2025, waarbij het Gerecht oordeelt dat het bezwaar ongegrond is en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen 30 dagen hoger beroep in te stellen bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken.