3.5Het gerecht zal aan de hand van de aangevoerde bezwaargronden beoordelen of het bestreden inpassingbesluit is voorbereid en genomen overeenkomstig de geldende wettelijke voorschriften en beleidsregels, waaronder die neergelegd in de verkorte plaatsingsprocedure.
Het bestreden landsbesluit en het bezwaar van klager
4. Klager is sinds 2 augustus 2021 in tijdelijke dienst werkzaam bij de DGWA in de functie van Adspirant penitentiair gevangenisinrichtingswerker. Deze functie bestaat in de nieuwe formatiestructuur van de DGWA niet meer. In het landsbesluit van 13 april 2023 no. 87 is klager per 2 augustus 2021 ingepast in de nieuwe formatiestructuur van de DGWA als adspirant in de functie van Penitentiair inrichtingswerker (schaal 2, dienstjaar 6). Klager heeft op 13 april 2022 zijn diploma Adspirant gevangenisinrichtingswerker behaald en daarom heeft verweerder hem in het landsbesluit van 11 april 2023 no. 39 met ingang van 1 mei 2022 aangesteld in vaste dienst en hem bevorderd en aangesteld in de functie van Penitentiair beveiliger (schaal 3, dienstjaar 2).
5. Klager heeft bezwaar gemaakt. In het bezwaarschrift wordt niet duidelijk aangegeven tegen welk van de twee landsbesluiten, die kort na elkaar zijn genomen, het bezwaar is gericht. Klager noemt enerzijds als bestreden landsbesluit ‘het Landsbesluit van 11 april 2023, no 87’ en hij omschrijft het besluit als het besluit waarin klager is ingepast in de functie van (adspirant) Penitentiair inrichtingswerker. Dit duidt erop dat klager bezwaar heeft willen maken tegen het landsbesluit van 13 april 2023 no. 87 dat over zijn inpassing in de nieuwe formatiestructuur van de DGWA gaat.
Anderzijds heeft klager op de zitting toegelicht dat zijn bezwaar zich richt tegen het landsbesluit van 11 april 2023 no.39, waarin hij is bevorderd en aangesteld in de functie van Penitentiair beveiliger. Klager is daarmee niet eens. Hij stelt dat hij de keuze heeft gemaakt om de carrièrelijn van de Sector Binnendienst te volgen, zoals vermeld in het hiervoor genoemde beleidrangenstelsel van de DGWA. De functie van Penitentiair beveiliger is echter een functie in de Sector Beveiliging, waar klagers voorkeur niet naar uitgaat. Bij deze laatste functie hoort een lagere maximale bezoldiging, te weten schaal 6, terwijl de maximale bezoldiging in de functie van Penitiair inrichtingswerker schaal 7 is. Volgens klager mocht hij erop vertrouwen dat hij, na het behalen van zijn basisdiploma, zou worden bevorderd en aangesteld in de functie van Penitentiair inrichtingswerker. Verweerder heeft volgens hem gehandeld in strijd met het vertrouwensbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel door klager niet in die functie aan te stellen.
6. Het gerecht stelt vast dat klager het inhoudelijk eens is met het landsbesluit van 13 april 2023, waarin hij in het kader van de reorganisatie van het KIA als adspirant in de functie van Penitentiair inrichtingswerker is geplaatst. Voor zover klager heeft betoogd dat die inplaatsting had moeten plaatsvinden per 1 januari 2021, overweegt het gerecht, dat klager toen nog niet in dienst was van de DGWA en dus ook niet per die datum kon worden ingeplaatst. Dit betoog slaagt dus niet. Klager heeft tegen het landsbesluit van 13 april 2023 verder geen gronden gericht. Het bezwaar is in zoverre ongegrond.
7. Voor zover het bezwaar is gericht tegen het bevorderingsbesluit van 11 april 2023, geldt het volgende. Verweerder heeft toegelicht dat nieuwe executieve medewerkers in het KIA per 1 januari 2021 worden geplaatst als adspirant in de functie van Penitentiair inrichtingswerker. Zij ontvangen een bezoldiging in schaal 2 en volgen de basisopleiding Adspirant gevangenisinrichtingswerker. Deze opleiding vormt de basis voor zowel de functie van Penitentiair inrichtingswerker (Sector binnendienst) als voor de functie van Penitentiair beveiliger (Sector Buitendienst). Na het behalen van het basisdiploma, beoordeelt de DGWA de mogelijkheid van bevordering, welke carrièrlijn de adspirant gaat doorlopen en in welke functie de adspirant wordt aangesteld. Hierbij staat het dienstbelang voorop. Er moet een evenwichtige verhouding bestaan tussen de Sector Binnendienst en de Sector Buitendienst. Niet alle ambtenaren die dat wensen, kunnen daarom als Penitentiair inrichtingswerker aan de slag gaan. Verweerder heeft toegelicht dat bij de beoordeling welke functie het meest geschikt is voor de adspirant, wordt gekeken wat voor persoon de betrokkene is en wat zijn of haar kwaliteiten zijn. Zo mogelijk wordt rekening gehouden met de voorkeur van de adspirant. Al met al wordt geprobeerd om zo de juiste persoon in de juiste functie aan te stellen.