3.6Bij het bestreden landsbesluit heeft verweerder besloten zoals verwoord onder 1.1. Daarin staat – voor zover hier van belang – het volgende.
“(…)
dat betrokkene de kans kreeg om met ingang van 1 september 2023 de taken behorend tot de functie van hoofd divisie bedrijfsvoering uit te voeren, waarna hij na slechts drie weken de korpschef echter benaderd heeft met het verzoek hem uit de functie van hoofd divisie bedrijfsvoering te ontheven omdat hij naar zijn eigen zeggen:
de functie niet aan kon vanwege de ondervonden tegenwerking van de medewerkers (…);
belangstelling had om te vertrekken van het Korps Politie Aruba en actief op verschillende functies had gesolliciteerd;
zijn mentale gezondheid in het geding kwam (waardoor betrokkene in de gelegenheid werd gesteld om rust te nemen en zich voor te bereiden op zijn sollicitatiegesprekken;
dat, door de handelingen van betrokkene, het veranderen van zijn verklaringen en de weergave van gebeurtenissen, het vertrouwen in betrokkene ernstig geschaad is, waardoor er geen ruimte meer is voor een terugkeer en tewerkstelling bij het Korps Politie Aruba;
dat het Korps Politie Aruba daarnaast aangeeft dat collega’s bij het Korps Politie Aruba zich niet veilig voelen onder het leiderschap van betrokkene door zijn gedragingen en zijn manier van communiceren;
dat betrokkene vanaf 1 oktober 2023 de functie niet meer heeft uitgeoefend, waardoor er per genoemde datum betrokkene uit de functie ontheven kan worden;
(…)”
4. Klager ontkent dat hij te kennen heeft gegeven zijn functie niet te kunnen uitoefenen. De werkdruk is voor hem nooit een belemmering geweest en zijn mentale gezondheid is nimmer in het geding geweest. Hij heeft enkel problemen ondervonden met één specifieke medewerker, vanwege het doorgeven van onjuiste informatie die het werkproces verstoorde, en vanwege traagheid in het intern verstrekken van informatie.
Klager is nooit gewezen op tekortkomingen in zijn functioneren, noch zijn er ooit klachten daarover met hem besproken. Het verwijt dat collega’s niet onder zijn leiding willen werken – deels vanwege een gevoel van onveiligheid en wantrouwen, deels vanwege zijn communicatiestijl – is niet eerder met hem besproken en is in deze procedure bovendien niet onderbouwd. Klager heeft evenmin te kennen gegeven zijn functie te willen neerleggen, noch heeft hij ingestemd met zijn ontheffing uit die functie. Ontheffing is pas mogelijk nadat een ambtenaar is overgeplaatst. Weliswaar is getracht klager over te plaatsen naar een andere overheidsdienst, maar die poging is mislukt.
Gezien het ontbreken van een deugdelijke onderbouwing, kan het bestreden landsbesluit volgens klager dan ook niet in stand blijven.
5. Verweerder stelt zich op het standpunt dat het van belang is dat binnen een dienst de juiste personen op de juiste positie functioneren, met name in hogere functies. Wanneer personeel ervaart dat iemand – in het bijzonder een leidinggevende – niet past binnen de organisatie of bedrijfscultuur, leidt dit tot moeizame samenwerking, gebrekkige onderlinge interactie en uiteindelijk tot een functionele mismatch.
In dit geval hebben collega’s van het KPA op meerdere momenten te kennen gegeven niet langer met klager te willen samenwerken, vanwege diens persoonlijkheid, gedrag en communicatiestijl. Klager heeft zelf aangegeven het werk, mede door ervaren druk en tegenwerking, niet langer aan te kunnen en interesse te hebben in een functie elders. Tevens gaf hij aan dat zijn mentale gezondheid hierdoor onder druk is komen te staan. Klager heeft daarnaast bevestigd dat collega's niet met hem wilden samenwerken, hetgeen in gesprekken met hem is besproken. Ondanks herhaalde gesprekken waarin deze mismatch aan klager is voorgehouden, toont hij geen reflectievermogen of zelfinzicht. Desondanks blijft klager vasthouden aan zijn wens om werkzaam te blijven bij het KPA in de functie van hoofd divisie bedrijfsvoering.
Verweerder concludeert daarom dat klager niet binnen de organisatie past. De beslissing om klager uit zijn functie te ontheffen komt aldus voort uit diens disfunctioneren. Pogingen tot overplaatsing zijn tot nu toe zonder resultaat gebleven. Om die reden is klager bij het bestreden landsbesluit uit zijn functie ontheven en conform de circulaire
“Reactiveren non-actieven met verplicht karakter”van 14 december 2022 geplaatst in de overtolligheidspoule.