In de Memorie van Toelichting op voornoemde artikelen staat – voor zover hier van belang – het volgende:
“ Artikel 2
[Artikel] III.7, eerste lid, van de Staatsregeling van Aruba verbiedt de combinatie van het bekleden van het ambt van lid der Staten en van het zijn van "actief dienend ambtenaar".
(…)
Voor een lid der Staten levert de bedoelde combinatie zeer zeker een "conflict of interest", niet alleen in verband met de in artikel III.16, derde lid, van de Staatsregeling aan hem opgelegde plicht om "zonder last" te stemmen, maar ook omdat hij in de Staten geconfronteerd kan (en waarschijnlijk zal) worden met beleid dat, of wetgeving die hij zelf als ambtenaar heeft voorbereid, en waarbij hij, indien hij ambtenaar zou kunnen blijven, nog steeds betrokken kan zijn.
(…)
Artikel 3
(…) Het tweede lid heeft ten doel duidelijk tot uitdrukking te brengen dat "non-activiteit" geen vorm van vrijstelling van dienst is, als bedoeld in hoofdstuk V van de Landsverordening vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren (AB 1998 no. GT 22), doch een geheel eigen regeling. De tekst stelt derhalve buiten kijf dat de ambtenaar die een politieke gezagsdrager wordt, geen inkomsten uit zijn voormalige actieve ambtenaarschap kan erlangen, omdat de Staatsregeling van Aruba verbiedt dat hij de uit zijn ambtelijke functie voortvloeiende werkzaamheden daadwerkelijk uitvoert. Ook de toelagen die hij als ambtenaar mocht hebben genoten (waaronder de kindertoelage), zullen hem als politieke ambtsdrager derhalve worden onthouden. Zijn ambtenaarschap is hierdoor volledig "slapend" gemaakt.
(…) Het derde lid legt voorts expliciet vast dat de periode als politieke gezagsdrager ook niet meetelt in het kader van het later verkrijgen van een voordeel dat hij gedurende die periode aan zijn ambtenaarschap had kunnen ontlenen, indien hij niet benoemd zou zijn tot politieke ambtsdrager. (…)”.