ECLI:NL:OGAACMB:2024:50

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
12 augustus 2024
Publicatiedatum
13 augustus 2024
Zaaknummer
SXM202400106-GAZ 2/2024
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van de hoorplicht en prematuur genomen besluit in ambtenarenrechtelijke procedure

In deze zaak heeft klaagster, een ambtenaar van het Land Sint Maarten, bezwaar aangetekend tegen een landsbesluit van 20 december 2023, waarbij zij voor de duur van strafrechtelijke vervolging werd geschorst met inhouding van een derde deel van haar salaris. Klaagster was sinds 2003 in dienst en was sinds 1 mei 2019 afdelingshoofd van de afdeling Personeel & Organisatie. Na een doorzoeking op 10 mei 2023 werd zij arbeidsongeschikt verklaard tot 23 oktober 2023 en vroeg zij vakantie aan tot 29 december 2023. In een e-mail van 30 mei 2023 werd bevestigd dat er sprake was van strafrechtelijke vervolging.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken oordeelde dat klaagster niet voorafgaand aan het bestreden besluit was gehoord, wat in strijd is met de hoorplicht. De verweerders stelden dat het besluit prematuur was genomen en dat klaagster de gelegenheid had moeten krijgen om haar zienswijze naar voren te brengen voordat het besluit werd genomen. Het Gerecht kwam tot de conclusie dat het bestreden landsbesluit om deze redenen voor vernietiging in aanmerking kwam.

De uitspraak werd gedaan op 12 augustus 2024, waarbij het Gerecht het bezwaar gegrond verklaarde en het landsbesluit vernietigde. Tevens werd het Land Sint Maarten veroordeeld tot vergoeding van proceskosten aan klaagster, vastgesteld op NAf 700,--. Tegen deze uitspraak staat voor beide partijen binnen dertig dagen hoger beroep open bij de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken.

Uitspraak

Zaaknummer: SXM202400106-GAZ 2/2024
Datum: 12 augustus 2024
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN SINT MAARTEN
UITSPRAAK
In het geding van:
[klaagster],
klaagster,
gemachtigden: mrs. J.G. BLOEM en L. PETERSON,
tegen
1. DE MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN VAN SINT MAARTEN,
zetelende te Sint Maarten,
verweerder sub 1,
gemachtigde: mr. B.B. BROOKS,
2.
DE GOUVERNEUR VAN SINT MAARTEN,
zetelende te Sint Maarten,
verweerder sub 2,
gemachtigde: mr. B.B. BROOKS,

1.Aanduiding bestreden besluit

Het Landsbesluit van 20 december 2023 waarbij klaagster voor de duur van strafrechtelijke vervolging met ingang van ondertekening van het landsbesluit wordt geschorst met inhouding van een derde deel van salaris.

2.Het procesverloop

Op 19 januari 2024 is ter griffie van het gerecht in ambtenarenzaken (hierna: het gerecht) een pro forma bezwaarschrift (met productie) ingediend. Op 5 maart 2024 zijn de gronden aangevuld.
Op 15 april 2024 heeft verweerder een contra- memorie met producties ingediend.
Op verzoek van partijen is de mondelinge behandeling van het bezwaarschrift, die was voorzien op 27 mei 2024, uitgesteld.
De zaak is aangehouden voor uitlating partijen. Verweerders hebben op 31 juli 2024 een nadere reactie per e-mail ingezonden, waarop door klaagster diezelfde dag is gereageerd.
Daarop is het onderzoek gesloten en is uitspraak bepaald op heden.
3. De beoordeling
Klaagster is sinds 2003 aangesteld als ambtenaar van het Land Sint Maarten (destijds het eilandgebied Sint Maarten). Klaagster is met ingang van 1 mei 2019 aangesteld als afdelingshoofd van de afdeling Personeel & Organisatie van het Ministerie van Algemene Zaken. Op 10 mei 2023 heeft een doorzoeking plaatsgevonden bij de woning van klaagster. Vanaf die datum is klaagster arbeidsongeschikt verklaard tot en met 23 oktober 2023. Klaagster heeft daarop vakantie aangevraagd tot en met 29 december 2023. In die periode heeft klaagster haar bezoldiging volledig doorbetaald gekregen.
Per e-mail bericht van 30 mei 2023 is contact opgenomen met de behandelend Officier van Justitie om navraag te doen of er sprake is van een strafrechtelijke vervolging van een misdrijf, welke vraag bevestigend is beantwoord. Bij landsbesluit van 20 december 2023 heeft de Gouverneur klaagster bij wijze van ordemaatregel geschorst op grond van artikel 92, eerste lid, aanhef en onder a, van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (LMA) met inhouding voor een derde deel van haar bezoldiging op grond van artikel 94, eerste lid, van de LMA.
Klaagster betoogt dat het bestreden landsbesluit is genomen in strijd met de wet en diverse rechtsbeginselen en beginselen van behoorlijk bestuur.
In hun bericht van 31 juli 2024 hebben verweerders zich op het standpunt gesteld dat klaagster niet deugdelijk is gehoord voorafgaande aan het bestreden landsbesluit. Daarnaast zijn verweerders van oordeel dat het besluit prematuur is genomen, hetgeen een schending oplevert van een of meer algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Het Gerecht is met verweerders van oordeel dat klaagster voorafgaande aan het voor haar belastende besluit van 20 december 2023 had dienen te worden gehoord. Omdat dit is nagelaten, komt het bestreden landsbesluit voor vernietiging in aanmerking wegens schending van de hoorplicht. Dat klaagster in april 2024 is uitgenodigd voor een hoorgesprek kan hieraan niet afdoen, omdat dat horen betrekking heeft op een voorlopig rapport van bevindingen en niet op de schorsing en klaagster voorafgaande aan die schorsing in de gelegenheid had moeten worden gesteld om haar zienswijze naar voren te betrekking over de toen ophanden ordemaatregel.
Het bezwaar is daarom gegrond. Het bestreden landsbesluit zal worden vernietigd. Er is aanleiding voor vergoeding van proceskosten.
Het Gerecht acht termen aanwezig om te bepalen dat het land Sint Maarten aan klaagster een bedrag betaalt als vergoeding van door klaagster gemaakte proceskosten. Deze worden naar analogie van het Besluit Proceskosten Bestuursrecht bepaalt op NAf 700,-- zijnde 1 punt voor het bezwaarschrift.

4.Beslissing

Het Gerecht in ambtenarenzaken:
  • verklaart het bezwaar gegrond;
  • vernietigt het landsbesluit van 20 december 2023, no. 14292;
  • veroordeelt het Land Sint Maarten tot vergoeding aan klaagster van een bedrag van NAf 700,-- voor de kosten van deze procedure.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.J. van Ettekoven, rechter in het gerecht in ambtenarenzaken van Sint Maarten, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 12 augustus 2024.
Tegen deze uitspraak staat voor beide partijen binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak, indien de appellant in persoon of bij vertegenwoordiger of gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest, en in alle andere gevallen binnen dertig dagen na de dag van toezending van de uitspraak of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak, hoger beroep open op de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken.