ECLI:NL:OGAACMB:2024:36

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
1 juli 2024
Publicatiedatum
22 juli 2024
Zaaknummer
Gaza nr. AUA202303006
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen wijziging functiebenaming in ambtenarenrecht

In deze zaak heeft klaagster, de Gouverneur van Aruba, bezwaar gemaakt tegen een Landsbesluit dat haar functiebenaming wijzigde. Klaagster was overgeplaatst van de Directie Infrastructuur en Planning naar de Directie Cultuur Aruba, maar de functiebenaming in het bestreden Landsbesluit was onjuist. Klaagster heeft op 29 augustus 2023 bezwaar gemaakt en verzocht om correctie van de functiebenaming naar 'jurist Toezicht Controle en Handhaving'. Verweerder heeft het bestreden Landsbesluit op 27 oktober 2023 gewijzigd, maar klaagster heeft alsnog veroordeling van verweerder in proceskosten verzocht. Tijdens de zitting op 20 mei 2024 is klaagster niet verschenen, terwijl de gemachtigde van verweerder wel aanwezig was. Het gerecht heeft geoordeeld dat het bezwaar niet-ontvankelijk is, omdat de fout in de functiebenaming inmiddels was hersteld en er geen procesbelang meer was voor klaagster. De rechter heeft ook geoordeeld dat er geen wettelijke grondslag is voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. N.K. Engelbrecht en is openbaar gemaakt op 20 mei 2024.

Uitspraak

Uitspraak van 20 mei 2024
Gaza nr. AUA202303006

HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar in de zin van
de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) van:

[Klaagster]

wonend in Aruba,
KLAAGSTER,
gemachtigde: mr. R.L. Lee,
tegen:

DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. C.L. Geerman (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij Landsbesluit van 18 juli 2023 no. 12 (het bestreden Landsbesluit), door klaagster ontvangen op 11 augustus 2023, heeft verweerder vastgelegd dat klaagster met ingang van 1 december 2018 is overgeplaatst van de Directie Infrastructuur en Planning (DIP) naar de Directie Cultuur Aruba (DCA) in de functie van beleidsmedewerker. Daarbij is (per abuis) vermeld dat klaagster bij de DIP de functie bekleedt van beleidsmedewerker instellingen en commercie/toerisme recreatie en niet verleenbaar (IC/TRN) en dat zij uit die functie wordt ontheven.
Tegen het bestreden Landsbesluit heeft klaagster op 29 augustus 2023 bezwaar gemaakt bij het gerecht, strekkende tot correctie van de benaming van de functie die klaagster bij de DIP bekleedde. Bij akte aanvullende gronden en wijziging petitum van 14 september 2023 heeft klaagster verzocht in het bestreden Landsbesluit de benaming van de functie die zij bij de DIP bekleedde te wijzigen in jurist Toezicht Controle en Handhaving (TCH).
Bij Landsbesluit van 27 oktober 2023 no. 5 heeft verweerder het bestreden Landsbesluit gewijzigd in die zin, dat de in de considerans en in het dictum van dat Landsbesluit vermelde functie van “beleidsmedewerker instellingen en commercie/toerisme recreatie en niet verleenbaar (IC/TRN)” wordt gewijzigd in “jurist TCH”.
Bij emailbericht van 15 april 2024 heeft de gemachtigde van verweerder, voornoemd landsbesluit overgelegd, en gevraagd of klaagster haar bezwaarschrift zal intrekken, nu aan haar bezwaar is voldaan.
Klaagster heeft, via haar gemachtigde, gereageerd bij emailbericht van 16 april 2024 en veroordeling van verweerder in de proceskosten verzocht.
Het gerecht heeft dit verzoek behandeld ter zitting van 20 mei 2024, waar alleen de gemachtigde van verweerder is verschenen. Klaagster is, ondanks de behoorlijke oproeping, niet verschenen.
De uitspraak is terstond gedaan en wordt bij deze op schrift gesteld.

OVERWEGINGEN

Ontvankelijkheid en proceskosten

1.1
Klaagster stelt -samengevat- dat de duidelijke fout in het bestreden Landsbesluit niet zou zijn hersteld als zij geen bezwaarschrift had ingediend. Nu zij in deze kosten heeft gemaakt is het redelijk dat verweerder deze kosten vergoed. Aldus klaagster.
1.2
Verweerder betwist dit standpunt en stelt dat een (simpel) verzoek om herstel ertoe had geleid dat het landsbesluit zou zijn hersteld, nu er inderdaad sprake is van een kennelijke fout: De in dat landsbesluit vermelde functie is die van de zus van klaagster. Nu de fout is hersteld, en aan het bezwaar van klaagster is tegemoetgekomen, dient klaagster niet-ontvankelijk te worden verklaard.
1.3
Het gerecht overweegt het volgende.
In deze staat vast dat klaagster niet de functie van “beleidsmedewerker instellingen en commercie/toerisme recreatie en niet verleenbaar (IC/TRN)” bij DIP heeft vervuld en dat zij aldaar als jurist werkzaam was. De vermelding van de eerste functie in het bestreden landsbesluit is dus een kennelijk fout, die inmiddels door verweerder is gecorrigeerd. Deze fout noch de verbetering ervan heeft echter gevolgen voor de rechtspositie van klaagster, zodat niet valt in te zien welk procesbelang zij in deze nog heeft. Het is bovendien vaste rechtspraak dat de vergoeding van proceskosten in bezwaar of beroep geen zelfstandig procesbelang oplevert. Gelet hierop dient haar bezwaar niet-ontvankelijk te worden verklaard.
1.4
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat bij deze uitkomst geen wettelijke grondslag.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in ambtenarenzaken, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 mei 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: Binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: Binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.