In deze zaak heeft klager, een ambtenaar werkzaam bij de Cuerpo Especial Arubano (CEA), op 15 mei 2023 een verzoek ingediend bij de Gouverneur van Aruba om bevorderd te worden naar schaal 7 of om een waarnemingstoelage te ontvangen. De Gouverneur heeft echter geweigerd om op dit verzoek te beslissen, wat klager ertoe heeft aangezet om op 27 september 2023 bezwaar te maken tegen deze weigering. Tijdens de zitting op 8 januari 2024 heeft klager, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht, terwijl de Gouverneur zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Het gerecht heeft vastgesteld dat klager ontvankelijk is in zijn bezwaar, omdat er meer dan vier maanden zijn verstreken sinds het indienen van het bevorderingsverzoek zonder dat er een beslissing is genomen. Het gerecht heeft overwogen dat de weigering om te beslissen niet als een afwijzing kan worden gekwalificeerd, maar dat klager wel recht heeft op een beslissing op zijn verzoek. De rechter heeft geoordeeld dat de Gouverneur binnen drie maanden na de uitspraak een beslissing moet nemen op het verzoek van klager. Tevens is de Gouverneur veroordeeld tot betaling van de proceskosten van klager, die zijn begroot op Afl. 350,-.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om tijdig te beslissen op verzoeken van ambtenaren en de rechten van ambtenaren in het kader van het ambtenarenrecht. Klager heeft in het verleden herhaaldelijk om bevordering gevraagd, wat de bekendheid van de Gouverneur met de zaak onderstreept. De rechter heeft de Gouverneur opgedragen om binnen de gestelde termijn een reële beslissing te nemen op het verzoek van klager.